Nederlands spreekwoorden: Les 11

Belofte maakt schuld

Als je iets belooft, moet je het ook nakomen.

Blaffende honden bijten niet.

Zij die het hardst roepen, zijn het minst gevaarlijk.

De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.

Iemand anders iets verwijten waaraan je zelf schuldig bent.

Een goed begin is het halve werk.

Een goede start brengt je al heel ver.

Eerlijkheid duurt het langst.

Als je eerlijk bent, kom je het verst.

Er schuilt een addertje in het gras.

Het lijkt onschuldig, maar er is een verborgen probleem of gevaar.

Goede wijn behoeft geen krans.

Goede producten hebben geen reclame nodig.

Het regent pijpenstelen.

Het regent heel hard.

Hoge bomen vangen veel wind.

Mensen met een belangrijke functie krijgen veel kritiek te verduren.

Ieder huisje heeft zijn kruisje.

Elke familie heeft wel problemen.

Niet geschoten is altijd mis.

Als je niet probeert, zal het zeker niet lukken.

Nu breekt mijn klomp.

Uitspraak die grote verbazing uitdrukt.

Onkruid vergaat niet.

Het slechte is moeilijk uit te roeien; slechte mensen leven vaak het langst.

Van een kale kip kan je niet plukken.

Van iemand die niets bezit, kan je niets verkrijgen.

Vele handen maken licht werk.

Samenwerken maakt het werk gemakkelijker.

Waar het hart van vol is, loopt de mond van over.

Als je iets leuk vindt, kan je niet over zwijgen.

Waar rook is, is vuur.

Als er geroddeld wordt, is er altijd wel een kern van waarheid.

Wie A zegt, moet ook B zeggen.

Als je ergens aan begint, moet je het ook afmaken.

Wie een put graaft voor een ander, valt er zelf in.

Als je iemand kwaad doet, zal je daar zelf het slachtoffer van zijn.

Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten.

Als je iets doms doet, moet je de gevolgen dragen.

Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.

Het is nergens zo goed als thuis.