1/20
Neuropsychologische stoornissen
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Overzicht neurologische en neuropsychologische stoornissen

Acalculie
Problemen met rekenen na hersenletsel
Beschadiging in de partiële lob

Afasie van Broca
Spraakproblemen
Stoornis in de linker frontale lob

Afasie van Wernicke
Porblemen met taalbegrip
Stoornis in de linkerhemisfeer op grensgebied tussen partiêle, temporale en occipitale lob

Alexie
Problemen met lezen na hersenletsel
Beschadiging in de pariële lob

Amnesie
Geheugenproblemen
Disfunctie van hippocampus en de temprale cortex


Apperceptieve agnosie
Gen voorwerpen meer herkennen omdat men geen gehelen meer kan zien.
Stoornis in de occipitale lob

Associatieve agnosie
Geen voorwerpen meer herkennen omdat men de betekenis niet meer kan activeren vanuit visuele stimulus.
Stoornis in de temporale lob

Auditieve agnosie
Geen geluiden meer herkennen.
Stoornis in de temporale lob.

Foetaal alcoholsyndroom
Mentale retardatie, hyperactiviteit, verminderde alertheid en motorische problemen.
Stoornis in de ontwikkeling ten gevolgen van alcoholgebruik bij de moeder.

Frontale lobotemie
Problemen met coördinatie en doelgerichtheid van gedrag.
Afsnijden van de frontale lobben.

Hemineglect
Geen aandacht meer besteden aan (linker) kant.
Beschadiging aan de (rechter) partiële lob.

Hemiplegie
Verlamming aan een helft van het lichaam.
Vernietiging van de motorische cortex aan de andere kant van de hersenen.

Multiple sclerose
Problemen met spiercontrole.
Afbraak myelinesche rond de axonen

Split-brain
Integreren van info in linkse en rechtse hemisfeer.
Doorsnijden van het corpus callosum

Vingeragnosie
Onvermogen om de vingers te herkennen.
Beschadiging in de partiële lob.

Ziekte van Alzheimer
Dementie (problemen met geheugen en denken).
Fout bij de acetylcholine neurotransmitters.

Ziekte van Parkinson
Bewegingsproblemen.
Tekort aan dopamine.

Spontaan herstel na hersenbeschadiging
Na hersenletsel zijn de gevolgen vaak het grootst direct na de beschadiging (bijv. verlamming, hemineglect, spraakverlies).
Bij veel patiënten treedt na enkele weken spontaan herstel op, zonder ingreep.
Dit komt doordat:
Beschadigd hersenweefsel gedeeltelijk herstelt (dode neuronen worden opgeruimd).
Andere hersengebieden functies overnemen.
Neuronen nieuwe synaptische verbindingen maken (dendrieten kunnen groeien/krimpen).
Gliacellen een belangrijke rol spelen.
Revalidatie-oefeningen kunnen het spontane herstel versterken.
Recuperatie van minder gebruikte hersengebieden
Vroeger dacht men dat primaire sensorische en motorische gebieden onveranderlijk waren. Dat is herzien.
Onderzoek van Edward Taub (2004):
Bij makaken waarbij de armzenuwen waren doorgesneden, herorganiseerde de somatosensorische cortex zich.
Het hersengebied dat eerder op de arm reageerde, reageerde nu op het gezicht.
Bij mensen zonder arm werd iets soortgelijks vastgesteld.
Hersengebieden kunnen dus reorganiseren, zelfs als ze oorspronkelijk andere functies hadden.
Bij:
Blindgeborenen: visuele cortex actief bij klankdiscriminatie.
Doofgeborenen: auditieve cortex actief bij visuele taken.
Mogelijke verklaring: bij geboorte bestaan er synaptische connecties tussen zintuiglijke gebieden, die normaal worden weggesnoeid maar blijven bestaan als één zintuig geen input krijgt.
Veranderingen door oefening en ervaring (hersenplasticiteit)
Veelvuldig gebruik van een hersengebied leidt tot uitbreiding van dat gebied in naburig weefsel.
Voorbeelden:
Bij vioolspelers is het hersengebied voor de linkerhand groter dan bij controlepersonen.
Bij volwassenen die als kind veel Pokémon speelden, is de visuele cortex anders ontwikkeld
Bij gezinshonden is een specifiek gebied in de visuele cortex gewijd aan het herkennen van mensengezichten