Kaarten: fysica | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/30

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

31 Terms

1
New cards

Wat is energie in fysica?

Iets dat potentieel heeft om verandering in een systeem of omgeving te veroorzaken.

2
New cards

Wat is potentiële gravitationele energie?

Energie van een lichaam op hoogte boven het aardoppervlak. Symbool: Epot gr, Eenheid: Joule (J).

3
New cards

Wat is kinetische energie?

Energie van een lichaam in beweging. Symbool: Ek, Eenheid: Joule (J).

4
New cards

Wat is potentiële elastische energie?

Energie opgeslagen in een veer. Symbool: Epot el, Eenheid: Joule (J).

5
New cards

Wat is een calorie (cal)?

Hoeveelheid energie in voeding, gebruikt als eenheid voor energie-inname.

6
New cards

Noem 5 energievormen.

Chemische, thermische, elektrische, stralings-, kernenergie.

7
New cards

Wat is een open systeem?

Een systeem dat energie én materie uitwisselt met de omgeving.

8
New cards

Wat is een gesloten systeem?

Systeem dat alleen energie uitwisselt, geen materie.

9
New cards

Wat is een geïsoleerd systeem?

Geen uitwisseling van energie of materie met de omgeving.

10
New cards

Wat is vermogen in fysica?

Energieverbruik of -omzetting per tijdseenheid. Symbool: P, Eenheid: Watt (W), Formule: P = ΔE / Δt.

11
New cards

Wat is de wet van behoud van energie?

Energie kan niet worden bijgemaakt of verloren gaan in een geïsoleerd systeem.

12
New cards

Wat is energiedissipatie?

Energieomzetting waarbij warmte vrijkomt als niet-nuttige energie.

13
New cards

Formule voor energiedissipatie?

Edis = Etot - Enuttig

14
New cards

Wat is rendement?

De verhouding tussen nuttige en totale energie. Symbool: η, Formule: η = Enuttig / Etot

15
New cards

Wanneer is de energiebalans positief?

Als energieopname > energieverbruik (massa neemt toe).

16
New cards

Wanneer is de energiebalans negatief?

Als energieopname < energieverbruik (massa neemt af).

17
New cards

Wanneer is een object elektrisch geladen?

Als het elektronen opneemt (negatief) of afstaat (positief).

18
New cards

Wat is het symbool en de eenheid van elektrische lading?

Q, eenheid: coulomb (C).

19
New cards

Wat is een geleider?

Materiaal waarin negatieve ladingen zich kunnen verplaatsen.

20
New cards

Wat is een isolator?

Materiaal waarin ladingen zich niet kunnen verplaatsen.

21
New cards

Wat is elektrische spanning?

Verschil in elektrische potentiële energie per lading. Symbool: U, eenheid: volt (V).

22
New cards

Wat is elektrische stroom?

Beweging van ladingen door een geleider. Symbool: I, eenheid: ampère (A).

23
New cards

Wat is de werkelijke stroomzin?

Van minpool naar pluspool.

24
New cards

Wat is weerstand?

Maat voor de hinder van stroom. Symbool: R, eenheid: ohm (Ω).

25
New cards

Wat is de wet van Ohm?

U = R • I

26
New cards

Wat is geleidbaarheid?

Hoe goed iets stroom geleidt. Symbool: G, eenheid: siemens (S). Formule: G = 1 / R

27
New cards

Hoe bereken je de vervangweerstand in een serieschakeling?

Rv = R1 + R2 + R3 ...

28
New cards

Hoe bereken je vervangweerstand in een parallelschakeling?

1 / Rv = 1 / R1 + 1 / R2 + 1 / R3 ...

29
New cards

Wat is het joule-effect?

Opwarming van een stroomvoerende geleider.

30
New cards

Wat is het verband tussen vermogen, spanning en stroom?

P = U • I

31
New cards

Wat is het verband tussen energie, vermogen en tijd?

ΔE = P • Δt