1/191
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Septum nasi
neustussenschot (kraakbeen / bot) → locus Kiesselbachi (epistaxis)
cavitas nasi
nuesholte
Os nasale
neusbeen
Os ethmoïdale
zeefbeen: het verticaal deel (lamina perpendicularis) vormt het bovenste deel van het septum nasi + het horizontaal deel (lamina cribrosa) is een horizontale, geperforeerde beenplaat, waardoor de uiteinden van de reukzenuw verschijnen
Vomer
ploegschaarbeen, onderste deel van het septum nasi
Conchae nasales
3 neusschelpen, die 3 neusgangen begrenzen
Sinus frontalis
2 voorhoofdsholten (linker en rechter) in het os frontale
Cellulae ethmoïdalis
zeefbeencellen in os ethmoïdale
Sinus sphenoïdalis
2 wiggebeensholten (linker en rechter) in os sphenoïdale
Sinus maxillaris
2 bovenkaaksholten (linker en rechter) in de maxilla
Epiglottis
strotklep, een soepel kraakbeenplaatje (elastisch kraakbeen) aan de ingang van de larynx
Cartilago thyroïdea
schildkraakbeen, het grootste kraakbeenelement van de larynx, dat via lange horens aan het tongbeen is bevestigd. Het vormt de voorwand (voorste punt = de adamsappel) en zijwanden van de larynx en blijft achteraan open.
Ligamentum vocale
2 onderste, ware stembanden, die gespannen zitten tussen de binnenwand van het schildkraakbeen en de bekerkraakbeentjes.
Ze zijn bekleed door plaveiselepitheel en omvatten een spiertje (musculus vocalis).
Deze inwendige stembandspieren worden bezenuwd door de nervus laryngeus recurrens, die in de thorax aftakt van de nervus vagus en helemaal terug omhoog loopt onder de schildklier door naar de hals. Een unilaterale beschadiging van deze zenuw veroorzaakt uitval van de homolaterale stemband.
Cartilago arytenoïdea
2 (piramidale) bekerkraakbeentjes, die met hun basis op de bovenrand van het zegel van het ringkraakbeen staan. Zij kunnen een glij- en een draaibeweging maken en zo de stemspleet (de ruimte tussen de stembanden en de bekerkraakbeentjes) openen en sluiten
Cartilago cricoïdea
ringkraakbeen, een ringvormig kraakbeenelement dat achteraan hoger is ('het zegel') en past in de open achterzijde van het schildkraakbeen
Pleurabladen
een buitenste of pariëtaal blad (pleura pariëtalis) en een binnenste of visceraal blad (pleura visceralis).
De pleura visceralis
bekleedt de 5 longkwabben (3 rechts, 2 links) afzonderlijk zodat zich tussen de kwabben spleten (fissuren) bevinden. Deze viscerale bekleding gaat dan via een omslagplooi over in de pleura pariëtalis, die tegen de binnenzijde van de thoraxholte ligt.
Wat zit er tussen de 2 pleurabladen en waarom
Er zit onderdruk tussen die 2 bladen -> nodig om ons te doen inademen
cavitas pleuralis of pleuraholte
De smalle ruimte tussen beide pleurabladen
recessus pleuralis
de laagst gelegen hoek tussen de thoraxwand en het diafragma
Mediastinum
is de ruimte tussen de beide longen. Vooraan bevindt zich het borstbeen of sternum, onderaan het middenrif of diafragma, achteraan de wervelkolom, bovenaan de hals (geen scherpe grens) en aan de zijkanten de longen.
Delen v/h mediastinum
o Het mediastinum anterius (voorste) ligt tussen het sternum en het pericard en bevat het onderste deel van de thymus.
o Het mediastinum superius (bovenste) omvat de rest van de thymus, de aortaboog, de trachea, de grote aders en verschillende zenuwen.
o Het mediastinum posterius (achterste) ligt voor de wervelzuil: hierin bevinden zich de slokdarm, de aorta descendens, de trachea met de carina en de hoofdbronchi, de longhili (longhilus = intredeplaats van de bronchus en grote vaten in de mediastinale zijwand), verschillende zenuwen en veel lymfeklieren -> Plaats waar de 2 hoofdluchtwegen in de longen schieten (longpoort)
o Het mediastinum medium (middelste) omvat het hart, de aorta ascendens, de oorsprong van de arteria pulmonalis en de uitmonding van de beide venae cavae. Door de trekkracht van de longen op de mediastinale wand heerst er een onderdruk in het mediastinum
Longhilus
Plaats waar de 2 hoofdluchtwegen in de longen schieten (longpoort)
Vergroot hart
mag max 50% van de hele doormeting (van de ene kant nr andere kant op Xray) wijst op slecht pompend hart
Trachea
= luchtpijp
Uit wat is de trachea opgebouwd
Deze is opgebouwd uit hoefijzervormige kraakbeenelementen. Dit zijn geen echte ringen, want achteraan zit geen kraakbeen, maar een membraan van bindweefsel en gladde spiervezels.
Carina
de splitsingsplaats of bifurcatie in de 2 hoofdbronchi of stambronchi.
Wat ligt er voor de trachea
de schildklier, thymus (zwezerik), aortaboog en sternum
Wat ligt er achter de trachea
de slokdarm en de wervelzuil.
Uit wat bestaat een long
longkwabben (lobi), die gescheiden worden door fissuren
de bronchiaalboom’
De 2 hoofdbronchi vertakken zich verder als de takken van een boom
Soorten bronchi
primaire bronchi
secundaire bronchi
tertiaire bronchi
Vertakking van bronchi
Vooreerst vertakken de hoofdbronchi in lobaire bronchi: de rechter hoofdbronchus vertakt in 3 takken naar de 3 rechter longkwabben en de linker hoofdbronchus vertakt in 2 takken naar de 2 linker longkwabben.
Verder volgen dan de segmentsbronchi (18 in totaal) en tenslotte de bronchioli
bronchioli
de fijnste vertakkingen
Wat zit er aan het einde van een bronchiolus
verwijdingen (ductuli alveolares of longtrechtertjes), waarin de éénlagige longblaasjes of alveoli uitmonden
Wat doet de longslagader
ontspringt uit de rechter kamer (ventrikel) van het hart en splitst zich in 2 grote hoofdtakken, die respectievelijk de linker en rechter long bevloeien.
Hoeveel longanders zijn er per long
twee per long
deze monden uit in de linker voorkamer v/h hart
Hoe heet de bloedscirculatie van de 4 longvenen naar de linker voorkamer v/h hart
kleine bloedsomloop of long-circulatie
Long oedeem
linker hartfalen -> longen vullen met vocht
rechter hart falen
overal vocht dat blijft (stil) staan -> minder eetlust, dikke aders, dikke voeten
Cor pulmonale
rechterhart falen door longprobleem -> alle bloedvaten kapot, bloed kan -> vergroting van de spier (verdikt) -> vochtopstapelingen
Waaruit bestaat lucht
78% stikstof, 21% zuurstof, 0,5% edelgassen, 0,5% water en 0,03% kooldioxide.
respiratie
zuurstof uit de lucht opnemen en koolzuur of kooldioxide aan de lucht afgeven.
Waarom hebben onze lichaamscellen zuurstof nodig
voor de verbranding van voedingsstoffen (suiker, vet, eiwit), waarbij kooldioxide ontstaat en energie (ATP, adenosine triphosphaat) vrijkomt
perfussie
normale longcirculatie
ventilatie
tijdige verversing van de alveolaire lucht door de adembewegingen
diffusie
goede gasuitwisseling over de alveolocapillaire membraan (opname van O2 in bloed en afgifte van koolzuurgas aan de buitenwereld
wat is hoesten
een explosieve uitademing (tot 150 km per uur) via de mondholte
na opbouw van een thoracale druk met gesloten epiglottis en stemspleet en contractie van alle expiratiespieren.
Waarvoor zorgt hoesten
reiniging van de luchtwegen en is dus een normaal verdedigings-mechanisme.
twee soorten hoest
produktieve hoest met als doel prikkelende stoffen, slijm, ... uit de luchtwegen te verwijderen
droge prikkelhoest waarbij de luchtwegen overgevoelig zijn en geen fluimen geproduceerd
worden
waarom niezen we
neusslijmvlies wordt geprikkeld
Dyspnee
kortademigheid (het gevoel hebben dat je niet goed kan ademen)
Orthopnee
Mensen hebben last om in de nacht plat te liggen en zo te ademen -> moet recht(er) liggen
Stridor
Een normale ademhaling verloopt onhoorbaar.
Inspiratoire stridor
lawaai bij het inademen (soort gefluit) -> bv bij valse kroep
Expiratoire stridor
bij astma (spieren helemaal in de luchtwegen die moeten werken -> moet normaal nie)
Cheyne-Stoke-ademhaling
een vlugge ademhaling met een regelmatige opeenvolging van apnee, hypopnee, hyperpnee, hypopnee, apnee, hypopnee, hyperpnee, ...
Kussmaul-ademhaling
- continue hyperpnee (zeer diepe gelijkmatige ademhaling) bij verzuring of acidose van het lichaam waarbij de extra diepe ademhaling de acidose tracht te verbeteren door extra koolzuur af te voeren
Hyperventilatiesyndroom
continue hyperpnee (bv. door psychische stress, ...)
Cyanose
blauw verkleuring van huid en slijmvliezen (centrale cyanose van gelaat, tong en lippen of perifere cyanose)
clubbing
Verdikken van de eindkoortje van de vingers (trommelstokvingers) en het bolworden van de nagels (horlogeglasnagels) bij chronische longaandoeningen met chronische hypoxemie en weefselhypoxie
Palpatie
Slijmen in de luchtwegen
Percussie
Doktor klopt op zijn eigen vingers om hol geluiden te horen en die afgrenzen met vocht/vast weefsel?
VAG
vesiculair adem geruis
wheezing
eindlucht wegjes zitten de vast dicht- bij bronchusobstructie
Ronchi
-reutels
slijm in luchtwegen-bij chronische bronchitis
Demping
vocht -> je hoort minder goed het ademgeruis- bij pleurauitstorting
Auscultatie
zelfde gekraak als je op sneeuw stapt -> bv bij longontsteking of vochtcollectie(als het bij beide longen kraakt)
Bloedgas-analyse
Hiermee kan men op arterieel bloed (A. Radialis, A. Femoralis) een gestoorde gasuitwisseling
pH
zuurtegraad
PaO2
arteriële zuurstofspanning
PaCO2
arteriële koolzuurspanning
Zuurstofsaturatie
% hemoglobine dat geladen is met zuurstof, rond 95
B.A.L (afkorting)
Broncho alveolaire lavage
Broncho alveolaire lavage
is een longspoeling via een bronchoscoop waarbij de longen gespoeld worden met een zoutwateroplossing.
Tomografie
seriedoorsnee-onderzoek
Pulmonaire angiografie
Bloedvaten nakijken a.d.h.v. kleurstof in het bloed te spuiten
CT
computertomografie-scanning
perfusiescan
door intraveneus toegediende radio-actieve Technetium en
ventilatiescan
na inhalatie van radioactief Xenon of Krypton
diffusiecapaciteit
het vermogen van de zuurstof in de longblaasjes om het bloed te bereiken
Peakflowmeter
Patiënt blaast en bolletje verplaats -> kan je zien hoeveel lucht ze kunnen uitblazen (in 1 sec) - 3 maal blazen
Spirograaf/spirometer
Hiermee kunnen statische en dynamische longvolumes gemeten worden - Knijper op neus dus alle lucht komt in door ademhaling beweging
COPD
Chronische bronchitis en Longemfyseem
Copnograaf
gebruikt de eigenschap dat CO2 infrarood licht absorbeert
Rhinoscopie
kijk onderzoek waar je in de neus kijkt
Bronchoscopie
kijken door de luchtwegen naar de longen
Invasief onderzoek
Hierbij wordt er ook een scope ingebracht maar via een insnijding of incisie
Thoraxoscopie
long operatie via borstholte -> pleurholte bereiken (thoracoscopie via incisie tussen 2 ribben)
Mediastinoscopie
kijkoperatie in de ruimte rond de luchtpijp -> via incisie boven het borstbeem of sternum
Mucoviscidose
Erfelijke stoornis (chromossom 7, autosomaal recessief) - Er wordt visceus slijm gevormd door de slijmklieren en deze taaie mucus zal neerslaan in de afvoerwegen en zo de organen beschadigen - Meest voorkomende autosomaal recessieve stoornis in blanke bevolking -
CFTR
cystic fibrosis transmembrane conductance regulator -> iets gaat fout met deze productie Iets mis met het zoutgehalte
zweettest
Nu via hielprik - Vroeger via elektroden- Zoutgehalte is 2-5x hoger bij muco patiënten
arteriële hypercapnie
toegenomen PaCO2 of respiratoire acidose
hypoxemie
gedaalde PaO2
weefselhypoxie
waardoor de weefsels overschakelen op een anaerobe stofwisseling met melkzuur als eindproduct -> metabole acidose.
Oorzaken alveolaire hyponoventilatie
resorptie-atelectase of longcollaps - compressie-atelectase of longcollaps - gestoorde functie van het ademcentrum - dysfunctie van de ademhalingsspieren - pathologie van de thoraxwand
Symptomen alveolaire hypoventilatie
hypoxemie (te weinig zuurstof in het bloed)
hypercapnie (oplopen van koolzuur)
Mengvorm astma en COPD
A.C.O
waarvoor staat a.c.o.
Astma COPD Overlap