gedrag in context

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/75

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

woordenschat

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

76 Terms

1
New cards

sociale perceptie

het begrijpen van de sociale wereld door middel van onze zintuigen

2
New cards

attributie

de oorzaken die we toeschrijven aan het gedrag van anderen of zichzelf

3
New cards

interne attributie

gedrag verklaard door iets binnen de persoon

4
New cards

externe attributie

gedrag verklaard door de omgeving

5
New cards

sociaal categorisatie

het spontaan onderbrengen van situaties en mensen in een aantal overzichtelijke categorieën

6
New cards

prototypes

aan elke groep die we vormen kennen we eigenschappen toe. zo onderscheiden we de ene groep van de andere

7
New cards

descriptief

feitelijk kenmerkend, beschrijvend

8
New cards

evaluatief

gevoelens dat het beeld oproept

9
New cards

prescriptief

gedrag dat de ene groep mag stellen of niet mag stellen, verwachtingen

10
New cards

assimilatie

verschillen binnen groepen worden geminimaliseerd

11
New cards

contrast

verschillen tussen groepen worden vergroot

12
New cards

zelfcategorisering

de manier waarop mensen zichzelf situeren binnen sociale groep. Wij groep of zij groep

13
New cards

zij-groep-homogeniteit

verschillen binnen de zij-groep worden geminimaliseerd

14
New cards

sociale identiteitstheorie

de sociale categorieën waar we onszelf als lid van beschouwen zijn bepalend voor ons zelfbeeld

15
New cards

identificatie

groepsprestatie stralen af op het individu

16
New cards

wij-groep-favoritisme

de eigen groep bevoordeeld

17
New cards

vervorming perceptie

positieve kanten wij-groep benadrukken

18
New cards

carfing

je niet identificeren met een groep omdat deze niet succesvol zijn

19
New cards

birging

je niet identificeren met een groep omdat deze niet succesvol te zijn

20
New cards

stereotypering

een mentale constructie over individuen uit een sociale categorie, die kenmerken delen

21
New cards

othering

systematische constructie van een zij-groep als fundamenteel anders in een bedreiging van de wij-groep

22
New cards

haatspraak

uitspraken gericht op beledigen, vernederen of oproepen tot geweld tegenover de zij-groep

23
New cards

fear speech

uitspraken die een ‘bestaansangst’ opwekken, waarbij de zij-groep een fundamenteel gevaar inhoudt voor het overleven van de wij-groep hun cultuur, identiteit en meer

24
New cards

the great replacement

het blanke volk dat ‘weggedrongen’ wordt door immigratie

25
New cards

sekse

biologisch geslacht van een individu

26
New cards

gender

sociale en aangeleerde ideeën over een bepaald geslacht

27
New cards

glass ceiling

een barrière die voorkomt dat vrouwen, als een groep, topposities in de werkplaats kunnen bereiken

28
New cards

glass cliff

fenomeen waarbij vrouwen in tijden van crisis of bij een falend bedrijf, een groter kans hebben om een toppositie in te vullen

29
New cards

loutere-blootstellingseffect

de attitude tegenover een prikkel verandert in positieve zin, gewoon door het aanbieden ervan

30
New cards

plafondeffect

attitude tegenover iets blijft niet positief. er ontstaat een verveling of je geraakt iets beu

31
New cards

eerder neutrale prikkels

bij eerste contact mogen er geen uitgesproken negatieve of positieve reacties zijn

32
New cards

neutrale context

een negatieve context kan via een evaluatieve conditionering op de neutrale prikkel afstralen.

33
New cards

primacy

wat je eerst hoort, blijft hangen

34
New cards

recency

wat je als laatste hoort, ligt ver in het geheugen

35
New cards

overredingsheuristieken

verkorte denkwijze. mentale binnenweg waarlangs mens heel snel tot een oordeel komt.

36
New cards

how-do-i-feel-about-it-heuristiek

emoties wordt hier gebruikt om een beslissing te maken

37
New cards

aantrekkelijkheidsheuristiek

je gaat af op hoe aantrekkelijk/aangenaam je de persoon vindt die de boodschap levert

38
New cards

bekwaamheidsheuristiek

komt de persoon die aan het spreken is overtuigend over of niet

39
New cards

cognitiebehoefte

de mate waarin men plezier haalt om actief betrokken te zijn bij cognitief uitdagende activiteiten

40
New cards

reactantie

een slechte emotionele toestand die gepaard is met het gevoel dat er geknaagd wordt aan de individuele vrijheid en als tegenreactie ga je het omgekeerde doen

41
New cards

brandwagon effect

een denkfout waarbij we iets doen, denken of vinden, vooral omdat anderen dat ook doen

42
New cards

injunctieve norm

hoe mensen zich zouden moeten gedragen

43
New cards

descriptieve norm

hoe mensen zich in de werkelijkheid gedragen

44
New cards

negativiteitsbias

negatieve gevoelens zijn vaak sterker dan positieve

45
New cards

acquisition

verwerven aan het gedragsschema

46
New cards

performance

uitvoeren van het gedragsschema

47
New cards

overt gedrag

openlijk en zichtbaar gedrag

48
New cards

covert gedrag

innerlijk en onzichtbaar gedrag

49
New cards

top down

van bovenaf opgelegd

50
New cards

bottom-up

spontaan ontstaan binnen de groep

51
New cards

autokinetisch effect

optische illusie waarbij een stilstaand lichtpunt in het donker lijkt te bewegen ten gevolge van de eigen oogbewegingen

52
New cards

asynchroon

nabootsen

53
New cards

groepscohesie

hoe hechter de groep, hoe meer conformisme

54
New cards

conformeren

de neiging om de eigen opinies, attitudes of gedragingen aan te passen aan wat men als norm ervaart binnen de groep.

55
New cards

ambiguïteit

dubbelzinnig

56
New cards

voet-tussen-de-deur

eerst een klein verzoek, dan de eigenlijke vraag

57
New cards

de deur-in-het-gezicht

eerst een extreem verzoek, dan de eigenlijke vraag

58
New cards

low-ball (opbieden)

eerst een te lage prijs, dan de eigenlijke prijs

59
New cards

that’s-not-all (afprijzing)

eerst een te hoge prijs, dan de werkelijke prijs

60
New cards

demografie

de studie dat de bevolking en kenmerken gaat bestuderen

61
New cards

hybriditeit

vermenigvuldiging van 2 verschillende soorten

62
New cards

kosmopolitisch

iemand die zich verbonden voelt met heel de wereld ongeacht je nationaliteit

63
New cards

culturaliserende benadering

de nationale ethisch-culturele of religieuze achtergrond van een persoon is het belangrijkste kenmerk van iemands identiteit

64
New cards

idiosyncrasie

het typisch unieke gene

65
New cards

collectief

een groep met een gedeelde gemeenschappelijkheid

66
New cards

etnocentrisme

eigen cultuur als norm bezien

67
New cards

etnofarmacologie

de wetenschappelijke studie van materialen die door etnische en culturele groepen als ‘geneesmiddelen’ worden gebruikt

68
New cards

cultuur

geheel van bepaalde waarden, normen, attitudes, ideeën.. binnen een samenleving die generatie op generatie wordt doorgestuurd

69
New cards

subcultuur

een kleinere cultuur binnen de dominante cultuur die niet altijd overeenkomt met die dominante cultuur

70
New cards

enculteratie

aanleren van de (sub) cultuur waar je toe behoort

71
New cards

acculteratie

aanleren van een vreemde cultuur

72
New cards

cultureel relativisme

gedrag en gebruiken van een cultuur moet worden beoordeel door de maatstaf van de cultuur zelf

73
New cards

assimilatie

proces waarbij een individu of groep zich volledig aanpast aan een dominante cultuur

74
New cards

integratie

leven in een samenleving met veel diversiteit op een harmonieuze manier

75
New cards

Marginalisatie

mensen worden aan de kant geduwd door de dominante cultuur waardoor een vermindering is van macht

76
New cards

seperatie

mensen van een andere cultuur apart houden