16.1 Tijd

5.0(1)
studied byStudied by 24 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/76

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

77 Terms

1
New cards
acabar
stoppen, eindigen
2
New cards
actualmente
tegenwoordig
3
New cards
ahora
nu
4
New cards
el año
het jaar
5
New cards
antes
vroeger, eerder
6
New cards
anticiparse
vooruitlopen, anticiperen
7
New cards
antiguo,a
(heel) oud, antiek
8
New cards
aún
nog
9
New cards
ayer
gisteren
10
New cards
breve
kort
11
New cards
el ciclo
de fase, periode
12
New cards
comenzar
beginnen
13
New cards
el comienzo
het begin
14
New cards
concluir
eindigen, aflopen
15
New cards
continuar
doorgaan, verdergaan
16
New cards
corto,a
kort
17
New cards
cuándo
wanneer?
18
New cards
de repente
plotseling
19
New cards
el día
de dag
20
New cards
durar
duren
21
New cards
entonces
toen, in die tijd
22
New cards
la época
het tijdperk, periode
23
New cards
esperar
wachten
24
New cards
eterno,a
eeuwig
25
New cards
la fase
de fase, periode
26
New cards
la fecha
de datum
27
New cards
el fin
het einde
28
New cards
final
eind-, laatste
29
New cards
finalmente
eindelijk
30
New cards
futuro
toekomstig, aanstaande
31
New cards
la hora
het uur
32
New cards
histórico,a
historisch
33
New cards
hoy
vandaag
34
New cards
iniciar
beginnen, starten
35
New cards
immediatamente
meteen, onmiddellijk
36
New cards
immediato,a
meteen, onmiddellijk
37
New cards
el instante
het moment, ogenblik
38
New cards
el invierno
de winter
39
New cards
jamás
nooit
40
New cards
luego
straks, daarna, vervolgens
41
New cards
la madrugada
de vroege ochtend
42
New cards
mañana
morgen
43
New cards
la mañana
de morgen, ochtend
44
New cards
el mes
de maand
45
New cards
el minuto
de minuut
46
New cards
el momento
het moment, ogenblik
47
New cards
la noche
de nacht
48
New cards
nocturno,a
nacht-, nachtelijks
49
New cards
nunca
nooit
50
New cards
la ocasión
de gelegenheid, kans
51
New cards
pasado,a
vorig, afgelopen
52
New cards
el período
de periode
53
New cards
el presente
het heden
54
New cards
prever
voorzien, plannen, regelen
55
New cards
previo,a
voorafgaand
56
New cards
la primavera
de lente
57
New cards
el principio
het begin
58
New cards
prolongarse
uitlopen, verlengd worden
59
New cards
pronto
vroeg, snel
60
New cards
el rato
het poosje, tijdje
61
New cards
recién
net, zojuist
62
New cards
reciente
recent, nieuw
63
New cards
el segundo
de seconde
64
New cards
la semana
de week
65
New cards
siempre
altijd
66
New cards
el siglo
de eeuw
67
New cards
tardar
er (lang) over doen, in beslag nemen
68
New cards
tarde
(te) laat
69
New cards
la tarde
de (na)middag, vooravond
70
New cards
temprano,a
vroeg
71
New cards
terminar
ophouden, eindigen
72
New cards
el tiempo
de tijd, het weer
73
New cards
todavía
nog (steeds)
74
New cards
transcurrir
verstrijken, voorbijgaan
75
New cards
últimamente
onlangs, laatst
76
New cards
el verano
de zomer
77
New cards
ya
al