1/61
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
aardbeving
Schokkende of trillende beweging van een gedeelte van de aardkorst door de werking van endogene krachten.
aardkern
Het binnenste van de aarde.
aardmantel
Deel in het binnenste van de aardbol tussen de aardkorst en de binnenkern.
afschuivingsbreuk
Breuk waarbij het gesteente in tweeën wordt gebroken en één blok naar
beneden schuift.
afzettingsgesteente
Gesteente dat is ontstaan uit materiaal dat door wind, water of ijs is neergelegd. Heet ook sedimentgesteente.
archipel
Eilandengroep.
basalt
breedteligging
De afstand van een plaats tot de evenaar.
breuk
Barst of scheur in de aardkorst.
breukgebergte
Gebergte dat ontstaat in een gebied met sterke breukactiviteit.
caldeiravulkaan
Oude vulkaan met een grote, kilometersbrede krater door het leeglopen van de magmakamer waardoor het dak ervan is ingestort.
continentale plaat
Plaat die bestaat uit een groot landoppervlak.
convectiestroom
Stroming van het gesmolten gesteente onder de aardkorst binnen in de aarde.
convergentie
Het naar elkaar toe drijven van platen.
divergentie
Het uit elkaar drijven van platen.
effusieve uitbarsting
Rustige vulkaanuitbarsting.
El Niño
Het verschijnsel dat het zeewater in het midden en het oosten van de Grote Oceaan extra sterk opwarmt.
epicentrum
Het punt waar de aardbeving aan de oppervlakte komt, direct boven het hypocentrum.
eruptie
Vulkaanuitbarsting.
explosieve uitbarsting
Heftige vulkaanuitbarsting.
gesteentekringloop
Proces waarbij gesteenten door geologische processen (verwering, erosie, sedimentatie, gesteentevorming) telkens worden afgebroken en omgevormd.
graniet
Stollingsgesteente dat ontstaat door de langzame afkoeling van lava.
hogedrukgebied
Gebied met een teveel aan lucht waar lucht wegstroomt over het aardoppervlak en wordt aangevuld met dalende lucht van boven: blauwe luchten en zon. Heet ook maximum.
hooggebergteklimaat
Koud en nat klimaat. De temperatuur in de zomer is gemiddeld lager dan 10° C.
hotspot
De plaats aan het aardoppervlak waar een mantelpluim door de aardkorst is gebroken.
hypocentrum
Plaats diep in de aardkorst waar de aardbeving begint (aardbevingshaard).
kraterpijp
Verbinding tussen de magmakamer van een vulkaan en de krater.
lagedrukgebied
Gebied met een tekort aan lucht waar lucht toestroomt over het aardoppervlak en gaat stijgen: wolken en neerslag.
lava
Magma dat door de aardkorst naar buiten is gestroomd.
lijzijde
De kant van de berg die uit de wind ligt; er valt weinig neerslag.
loefzijde
De windkant van een gebergte met veel neerslag.
luchtstreek
Temperatuurzone op aarde: tropen, gematigde zone en poolstreken.
magma
Heet, vloeibaar gesteente binnen in de aarde.
mantelpluim
Opstijgend magma vanaf een vaste plek in de aardmantel.
mediterraan klimaat
Klimaat met hete, droge zomers en vochtige, zachte winters. Heet ook Middellandse Zeeklimaat.
metamorf gesteente
Gesteente dat onder hoge druk of temperatuur andere eigenschappen heeft gekregen.
mid-oceanische rug
Langgerekte bergrug onder in de zee, ontstaan doordat magma bij het uitelkaar drijven van oceanische platen naar boven komt.
naschok
Aardbeving die uren, dagen of zelfs weken na een eerdere aardbeving in hetzelfde gebied plaatsvindt.
oceanische plaat
Plaat die bestaat uit een groot zeeoppervlak (oceaan).
opschuivingsbreuk
Breuk waarbij het gesteente in tweeën wordt gebroken en één blok naar boven wordt geduwd.
plaat
Stuk van de aardkorst. Heet ook schol.
plooiingsgebergte
Gebergte dat is ontstaan door plooiing van stukken van de aardkorst.
pyroclastische stroom
Hete gassen vermengd met stenen en as die bij een vulkaanuitbarsting de helling afrazen. Heet ook gloedwolk.
regenschaduw
De lijzijde van een berg, waar de dalende en warme lucht weinig of geen neerslag brengt.
reliëf
Hoogteverschillen in het landschap.
schaal van Richter
Schaal waarmee de kracht van een aardbeving wordt aangegeven.
schildvulkaan
Lage, brede vulkaan met flauwe hellingen.
sedimentgesteente
Gesteente dat is ontstaan uit materiaal dat door wind, water of ijs is neergelegd.
seismisch gat
Een gebied waar al lang geen zware aardbeving is voorgekomen vergeleken met de omringende gebieden.
stollingsgesteente
Gesteente dat is ontstaan door de afkoeling van lava of magma.
stratovulkaan
Vulkaan met steile hellingen die is opgebouwd uit lagen lava en pyroclastisch materiaal.
stuwingsregen
Neerslag die ontstaat door stijgende lucht tegen een gebergte.
subductie
Het wegduiken van een oceanische plaat onder een continentale plaat.
subtropisch maximum
Hogedrukgebied (of: maximum) bij 30° breedte (N.B. en Z.B.).
temperatuurfactor
Factor die invloed heeft op de temperatuur in een gebied.
transforme beweging
Het langs elkaar bewegen van platen.
trog
Diepe kloof onder in de zee, ontstaan door subductie van een oceanische plaat.
tsunami
Hoge vloedgolf op zee die de kust overspoelt en die wordt veroorzaakt door een zeebeving.
waterdamp
Verdampt water (gasvormig) in de lucht.
zeeklimaat
Klimaat met een matigende invloed van de zee op de temperatuur (’s zomers koeler, ’s winters zachter) en het hele jaar neerslag.
zijschuivende breuk
Breuk waarbij gesteente horizontaal langs elkaar schuift.