H3 Chili §1 t/m §3 Gymnasium 3

0.0(0)
studied byStudied by 25 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/61

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

62 Terms

1
New cards

aardbeving

Schokkende of trillende beweging van een gedeelte van de aardkorst door de werking van endogene krachten.

2
New cards

aardkern

Het binnenste van de aarde.

3
New cards

aardmantel

Deel in het binnenste van de aardbol tussen de aardkorst en de binnenkern.

4
New cards

afschuivingsbreuk

Breuk waarbij het gesteente in tweeën wordt gebroken en één blok naar

5
New cards

beneden schuift.

6
New cards

afzettingsgesteente

Gesteente dat is ontstaan uit materiaal dat door wind, water of ijs is neergelegd. Heet ook sedimentgesteente.

7
New cards

archipel

Eilandengroep.

8
New cards

basalt

9
New cards

breedteligging

De afstand van een plaats tot de evenaar.

10
New cards

breuk

Barst of scheur in de aardkorst.

11
New cards

breukgebergte

Gebergte dat ontstaat in een gebied met sterke breukactiviteit.

12
New cards

caldeiravulkaan

Oude vulkaan met een grote, kilometersbrede krater door het leeglopen van de magmakamer waardoor het dak ervan is ingestort.

13
New cards

continentale plaat

Plaat die bestaat uit een groot landoppervlak.

14
New cards

convectiestroom

Stroming van het gesmolten gesteente onder de aardkorst binnen in de aarde.

15
New cards

convergentie

Het naar elkaar toe drijven van platen.

16
New cards

divergentie

Het uit elkaar drijven van platen.

17
New cards

effusieve uitbarsting

Rustige vulkaanuitbarsting.

18
New cards

El Niño

Het verschijnsel dat het zeewater in het midden en het oosten van de Grote Oceaan extra sterk opwarmt.

19
New cards

epicentrum

Het punt waar de aardbeving aan de oppervlakte komt, direct boven het hypocentrum.

20
New cards

eruptie

Vulkaanuitbarsting.

21
New cards

explosieve uitbarsting

Heftige vulkaanuitbarsting.

22
New cards

gesteentekringloop

Proces waarbij gesteenten door geologische processen (verwering, erosie, sedimentatie, gesteentevorming) telkens worden afgebroken en omgevormd.

23
New cards

graniet

Stollingsgesteente dat ontstaat door de langzame afkoeling van lava.

24
New cards

hogedrukgebied

Gebied met een teveel aan lucht waar lucht wegstroomt over het aardoppervlak en wordt aangevuld met dalende lucht van boven: blauwe luchten en zon. Heet ook maximum.

25
New cards

hooggebergteklimaat

Koud en nat klimaat. De temperatuur in de zomer is gemiddeld lager dan 10° C.

26
New cards

hotspot

De plaats aan het aardoppervlak waar een mantelpluim door de aardkorst is gebroken.

27
New cards

hypocentrum

Plaats diep in de aardkorst waar de aardbeving begint (aardbevingshaard).

28
New cards

kraterpijp

Verbinding tussen de magmakamer van een vulkaan en de krater.

29
New cards

lagedrukgebied

Gebied met een tekort aan lucht waar lucht toestroomt over het aardoppervlak en gaat stijgen: wolken en neerslag.

30
New cards

lava

Magma dat door de aardkorst naar buiten is gestroomd.

31
New cards

lijzijde

De kant van de berg die uit de wind ligt; er valt weinig neerslag.

32
New cards

loefzijde

De windkant van een gebergte met veel neerslag.

33
New cards

luchtstreek

Temperatuurzone op aarde: tropen, gematigde zone en poolstreken.

34
New cards

magma

Heet, vloeibaar gesteente binnen in de aarde.

35
New cards

mantelpluim

Opstijgend magma vanaf een vaste plek in de aardmantel.

36
New cards

mediterraan klimaat

Klimaat met hete, droge zomers en vochtige, zachte winters. Heet ook Middellandse Zeeklimaat.

37
New cards

metamorf gesteente

Gesteente dat onder hoge druk of temperatuur andere eigenschappen heeft gekregen.

38
New cards

mid-oceanische rug

Langgerekte bergrug onder in de zee, ontstaan doordat magma bij het uitelkaar drijven van oceanische platen naar boven komt.

39
New cards

naschok

Aardbeving die uren, dagen of zelfs weken na een eerdere aardbeving in hetzelfde gebied plaatsvindt.

40
New cards

oceanische plaat

Plaat die bestaat uit een groot zeeoppervlak (oceaan).

41
New cards

opschuivingsbreuk

Breuk waarbij het gesteente in tweeën wordt gebroken en één blok naar boven wordt geduwd.

42
New cards

plaat

Stuk van de aardkorst. Heet ook schol.

43
New cards

plooiingsgebergte

Gebergte dat is ontstaan door plooiing van stukken van de aardkorst.

44
New cards

pyroclastische stroom

Hete gassen vermengd met stenen en as die bij een vulkaanuitbarsting de helling afrazen. Heet ook gloedwolk.

45
New cards

regenschaduw

De lijzijde van een berg, waar de dalende en warme lucht weinig of geen neerslag brengt.

46
New cards

reliëf

Hoogteverschillen in het landschap.

47
New cards

schaal van Richter

Schaal waarmee de kracht van een aardbeving wordt aangegeven.

48
New cards

schildvulkaan

Lage, brede vulkaan met flauwe hellingen.

49
New cards

sedimentgesteente

Gesteente dat is ontstaan uit materiaal dat door wind, water of ijs is neergelegd.

50
New cards

seismisch gat

Een gebied waar al lang geen zware aardbeving is voorgekomen vergeleken met de omringende gebieden.

51
New cards

stollingsgesteente

Gesteente dat is ontstaan door de afkoeling van lava of magma.

52
New cards

stratovulkaan

Vulkaan met steile hellingen die is opgebouwd uit lagen lava en pyroclastisch materiaal.

53
New cards

stuwingsregen

Neerslag die ontstaat door stijgende lucht tegen een gebergte.

54
New cards

subductie

Het wegduiken van een oceanische plaat onder een continentale plaat.

55
New cards

subtropisch maximum

Hogedrukgebied (of: maximum) bij 30° breedte (N.B. en Z.B.).

56
New cards

temperatuurfactor

Factor die invloed heeft op de temperatuur in een gebied.

57
New cards

transforme beweging

Het langs elkaar bewegen van platen.

58
New cards

trog

Diepe kloof onder in de zee, ontstaan door subductie van een oceanische plaat.

59
New cards

tsunami

Hoge vloedgolf op zee die de kust overspoelt en die wordt veroorzaakt door een zeebeving.

60
New cards

waterdamp

Verdampt water (gasvormig) in de lucht.

61
New cards

zeeklimaat

Klimaat met een matigende invloed van de zee op de temperatuur (’s zomers koeler, ’s winters zachter) en het hele jaar neerslag.

62
New cards

zijschuivende breuk

Breuk waarbij gesteente horizontaal langs elkaar schuift.