De systematische, betekenisvolle ordening van symbolen die de basis vormt voor communicatie
2
New cards
Fenologie
Betrekking tot fenomenen
3
New cards
Fenomenen
Basisklanken van een taal
4
New cards
Morfemen
Kleinste betekeniseenheden in een taal
5
New cards
Semantiek
Geheel van regels die de betekenis van woorden en zinnen bepaalt
6
New cards
Taalbegrip
Begrijpen wat er gezegd wordt
7
New cards
Taalproductie
Inzetten van taal om te communiceren
8
New cards
Prelinguïstische communicatie
Communicatie door middel van geluiden, gezichtsuitdrukkingen, gebaren, imitatie en andere niet - linguïstische middelen
9
New cards
Brabbelen
Het maken van op spraak lijkende manier betekenisloze geluiden
10
New cards
Holofrase (eenwoordzin)
Uiting van 1 woord die voor een hele zin staat en waarvan de betekenis afhangt van de context waarin de uiting wordt gebruikt
11
New cards
Telegramstijl
Manier van praten waarbij woorden worden weggelaten die niet cruciaal zijn voor de boodschap
12
New cards
Onderextensie (ondergeneralisatie)
De gewoonte om woorden te beperkt te gebruiken, iets war veel voorkomt bij jongen kinderen die net leren praten
13
New cards
Overextensie (overgeneralisatie)
De gewoonte om woorden over te gebruiken, waardoor de betekenis ervan te veel gegeneraliseerd wordt
14
New cards
Referentiële stijl
Spreekstijl waarbij taal primair wordt gebruikt om objecten te benoemen
15
New cards
Expressieve stijl
Spreekstijl waarbij taal primair gebruikt om gevoelens en behoeften van zichzelf en van anderen uit te drukken
16
New cards
Leertheorie
Theorie vanuit het behavioristisch perspectief die zegt dat de ontwikkeling van gedrag, en dus ook taal, verloopt via de wetten van bekrachting en conditionering
17
New cards
Modelleren
Leren vanuit het nadoen van gedrag van anderen
18
New cards
Nativistische benadering
De visie dat er een genetisch bepaald, aangeboren mechanisme bestaat dat de ontwikkeling van taal aanstuurt
19
New cards
Universele grammatica
Chomsky’s theorie dat alle talen eenzelfde onderliggende structuur hebben