Spaans Vocabulario Basíco
Studied by 3 people
Knowt Play
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards1/78
Earn XP
Description and Tags
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
79 Terms
oigo
ik hoor
oyes
jij hoort
oye
hij hoort
oímos
we horen
oís
jullie horen
oyen
zij horen
puedo
ik kan
podéis
jullie kunnen
juego
ik speel
jugáis
jullie spelen
pido
ik vraag
pedís
jullie vragen
incluyo
ik neem op
incluís
jullie nemen op
cuento
ik vertel
contaís
jullie vertellen
la cosa
het ding
presentarse
zich voorstellen
el saludo
de begroeting
despedirse
afscheid nemen
la despedida
het afscheid
el compañero
de klasgenoot
la compañera
de klasgenote
poner
plaatsen
el sonido
het geluid
la pareja
het paar/koppel
relacionar
verbinden
el estuche
het etui
la pizarra
het (school)bord
la hoja
het blad
la mochilla
de rugzak
el cuaderno
het (school)schrift
llevar
meenemen
escolar
van de school / schools
deletrear
spellen
marcar
markeren
volver a
opnieuw
el diálogo
de dialoog
algo
iets
al lado de
naast
según
volgens
el orden
de volgorde
el alumno
de leerling
la alumna
de leerlinge
la leccíon
de les
el local
het lokaal
la materia
het vak
castigar
straffen
tomar notas
aantekeningen maken
los apuntes
de notities
copiar
overschrijven
el manual
het handboek
los deberes
het (huis)werk
la calculadora
de rekenmachine
el borrador
de gum
el lápiz
het potlood
el recreo
de pauze
el patio
de speelplaats
el consejo
het advies / de raad
repetir
herhalen
tachar
doorstrepen
descargar
downloaden
tomar
nemen
compartir
delen
el abecedario
het abc
anterior
vorig
decir
zeggen
mirar
kijken
la ventana
het venster
vale
oké
alto
hoog
hablar alto
luid praten
hablar despacio
traag praten
quinientos
500
mil quinientios
1500
mil quinientos cincuenta y cinco
1555
volvemos
we komen terug
conduzco
ik rijd
voy en coche
ik ga met de auto