Thematische woordenschat 8

les produits alimentaires mpl

voedingsmiddelen

les produits agroalimentaires mpl

voedings- en genotmiddelen

végétal(e) <-aux>

plantaardig, plant-

animal(e) <-aux>

dierlijk, dier-

le produit de base

basisproduct

le produit dérivé

nevenproduct; derivaat

le produit chimique

chemisch product

la matière plastique

kunststof

mettre au point

ontwikkelen (niet: op punt stellen*)

les produits du cuir mpl

producten van de lederindustrie

provenir de

komen uit, afkomstig zijn van/uit

les produits d'entretien mpl

onderhoudsproducten

le produit de grande consommation

dagelijks consumptieartikel

l'(appareil) électroménager m

elektrisch huishoudelijk apparaat, huishoudtoestel(len)

le produit d'hygiène

product voor lichaamsverzorging

le produit de luxe

luxeartikel

les denrées alimentaires fpl

levensmiddelen, voedingsmiddelen

les denrées périssables fpl

bederfelijke waar/ producten

le produit naturel, le produit bio

natuurproduct, bioproduct, biologisch product

de synthèse

synthetisch, kunst-

brut(e)

bruto, ruw

la nature

aard

semi-ouvré(e)

halffabrikaat

les accessoires mpl

accessoires, toebehoren, hulpstukken

les pièces détachées fpl

losse onderdelen

la pièce de rechange

reserveonderdeel, vervangstuk [Belg. Ned.], wisselstuk [Belg. Ned.]

KENMERKEN

la composition

samenstelling

la spécification

specificatie

la dénomination commerciale

handelsnaam

l'appellation d'origine contrôlée (AOC)

erkende oorsprongsbenaming, erkende aanduiding van herkomst

l'appellation d'origine protégée (AOP)

Europese erkende oorsprongsbenaming, Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB)

l'indication géographique protégée (IGP)

Europese erkende oorsprongsbenaming, Beschermde Geografische Aanduiding (BGA)

la spécialité traditionnelle garantie (STG)

Europese erkende oorsprongsbenaming, Gegarandeerde Traditionele Specialiteit (GTS)

le code-barres

streepjescode, barcode

la marque

merk

déposer

deponeren

la marque déposée

gedeponeerd handelsmerk

l'Institut national de la propriété industrielle (INPI) (F) m

Frans instituut voor de industriële eigendom vgl. DIE (B) (in NL: NL Octrooicentrum)

l'Office belge de la propriété intellectuelle (OPRI) (B) f

Dienst voor de intellectuele eigendom (DIE) (B)

le dépôt

depot, deponering

le logo(type)

logo

le brevet (d'invention)

octrooi, patent, brevet [Belg. Ned.]

l'obtention

verkrijging, het verkrijgen

l'Office européen des brevets (OEB) m

Europees Octrooibureau (EOB)

la demande de brevet

octrooiaanvraag

breveter

patenteren

la licence d'exploitation

exploitatievergunning

concéder, octroyer

verlenen, toekennen

la norme

norm

la mention

vermelding

homologuer

homologeren

l'Association française de normalisation (AFNOR) (F) f

Frans normalisatie-instituut vgl. NBN (B) (in NL: Nederlandse Norm (NEN))

le Bureau de normalisation (NBN) (B)

Normalisatiebureau (NBN) (B)

la normalisation

normalisatie

la norme ISO

ISO-norm

l'étiquette (informative) f

etiket, informatielabel

étiqueter

etiketteren, labelen

l'étiquetage (informatif) m

(informatieve) etikettering

le design

design

conditionner

verpakken

le conditionnement

verpakking

l'innovation f

vernieuwing, innovatie

l'image (de marque) f

imago

la contrefaçon

namaak, vervalsing, imitatie

réputé(e), renommé(e), de renom

beroemd, vermaard

contrefaire

namaken

délivrer

afgeven, verstrekken

la délivrance

afgifte, verstrekking

le concédant, la concédante

licentieverlener, concessiegever

l'homologation f

goedkeuring, certificering

la conformité

conformiteit, overeenstemming

la date limite de consommation , la date de péremption

houdbaarheidsdatum, vervaldatum

les conseils d'utilisation mpl

aanwijzingen voor gebruik

la notice d'emploi

gebruiksaanwijzing

ASSORTIMENT EN LEVENSCYCLUS

le modèle

model

la version

versie, uitvoering

l'option f

optie, keus, keuze

la gamme (de produits)

(product)assortiment, gamma

la ligne de produits

productlijn, productgroep

le cycle de vie

levenscyclus

le lancement (sur le marché)

introductie, lancering (op de markt)

le produit de remplacement

vervangingsproduct

périmé(e)

verouderd, achterhaald, vervallen

VERPAKKING

emballer

verpakken, inpakken

l'emballage m

verpakking

le carton

doos, karton, brik

volumineux (-euse)

omvangrijk, volumineus

la caisse (en bois)

(houten) kist

la caisse à claire-voie

krat

résistant (aux chocs/ à l'eau)

(schok-/ water)bestendig

le sac

zak, tas

le sachet

zakje

la boîte

doos

le flacon

flesje, flacon

le film (plastique), le film protecteur

(kunststof) laagje, (kunststof) film

consigné(e)

met statiegeld

la consigne

statiegeld