1/33
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
l’agité
de handigheid
le chagrin d’amour
het liefdesverdriet
une découverte
een ontdekking
un effort
een inspanning
un endroit
een plaats
la graisse
het vet
un muscle
een spier
l’obésité
de obesitas
un os
een bot
un poumon
een long
un sol
een vloer
un sens
een richting
fatigant(e)
vermoeiend
solide
stevig
compenser
compenseren
contracter
samentrekken
croiser
tegenkomen
être assis(e)
zitten
expirer
uitademen
inspirer
inademen
se mesurer avec
zich meten met
se pencher
zich buigen
progresser
vooruitgaan
ralentir
vetragen
relâcher
loslaten
se blesser
zich blesseren
serrer
opspannen
aller chercher
gaan halen
attraper froid
een verkoudheid oplopen
avoir mal à la/à l’
pijn hebben aan (f)
avoir mal au/aux
pijn hebben aan (m)
relever le défi
de uitdaging aangaan
debout
rechtstaand
discrétement
onopvallend