Looks like no one added any tags here yet for you.
normen
een oordeel over wat wel of niet het geval zou moeten of mogen zijn, concreet, regel
waarde
een beoordeling of evaluatie, verwijst op een meer algemene wijze naar aspecten van het leven die we belangrijk vinden, minder precies dan norm
moraal
een stelsel van normen en waarden dat betrekking heeft op het handelen van mensen. De normen en waarden die in een bepaalde cultuur of maatschappij bestaan, worden wel de positieve moraal van die cultuur of maatschappij genoemd
rechtvaardigingsvraag
Kunnen we redenen geven voor een norm?
funderingsprobleem
We kunnen nooit volledig op basis van feiten een verklaring geven voor bepaalde normen en waarden, je blijft maar door moeten redeneren
Relativisme
normen en waarden zijn altijd relatief, gevolg van willekeurige keuze
Cultuurrelativisme
Normen en waarden zijn relatief tov de cultuur waarin ze gelden
Subjectivisme
Normen en waarden zijn volstrekt subjectief, afhankelijk van gevoelens en opvattingen van een individu
Emotivisme
Een morele uitspraak is slechts een uitdrukking van een gevoel
Objectivisme
morele uitspraken moeten absolute feitelijke fundering hebben
negatieve vrijheid
afwezigheid belemmeringen van anderen
positieve vrijheid
aanwezigheid van reële keuzemogelijkheden
authenticiteit
uitdrukking geven aan onszelf
consequentialisme
Voor de morele beoordeling van onze handelingen moeten we kijken naar de consequenties ervan en doen wat tot het beste resultaat leidt
utiliarisme
de mate van goedheid van een situatie wordt bepaald door de totale hoeveelheid geluk in die situatie
hypothetisch imperatief
wat doen in bepaalde hypothetische situatie/doel
categorisch imperatief
principe geldt altijd
Categorisch Imperatief
I: Handel alleen volgens die maxime waardoor je tegelijkertijd kunt willen dat zij een algemene wet wordt
II: Handel zo dat jij het menszijn, zowel in eigen persoon als in ieder ander, altijd ook als doel en niet alleen als middel gebruikt
maxime
norm/regel dat iemands handelen richting geeft
politiek
de organisatie van het menselijke samenleven en het middel waarmee organisatie mogelijk wordt: macht
rechtvaardigheid
de rechten en goederen die we elkaar toestaan te hebben, en de manieren waarop we aan die rechten en goederen komen
natuurtoestand
mens buiten alle politiek, ware aard mensen → overleven
naturalisme
Het goede leven ligt besloten in de aard (natuur) van de mens en het universum. Het goede is leven in overeenstemming met die natuur of de natuurlijke orde
conventionalisme
De natuur schrijft niet voor wat goed is: het goede leven voor een individu is een kwestie van vrije keuze, en voor de gemeenschap een kwestie van onderhandelen en afspraken maken (cf. contracttheorie)
Wil van Allen
ruwe opinie
Algemene WIl
bediscussieerde, gedragen beslissingen
Distributieve rechtvaardigheid
verdeling van gemeenschappelijke goederen aan mensen die deel uitmaken van samenleving
vereffenende rechtvaardigheid
tussen individuen en privébezit
theory of justice
Maximale vrijheid voor iedereen, voorzover dat verenigbaar is met een gelijke vrijheid van ieder ander
Sociaal-economische ongelijkheid is slechts toegestaan indien
ongelijke verdeling in het voordeel van de minst bedeelden uitwerkt
alle maatschappelijke posities op een eerlijke wijze openstaan voor iedereen
Individuen in natuurtoestand achter sluier van onwetendheid en op die manier keuzes maken voor de gemeenschap
maximin
een rationeel mens kiest die principes van rechtvaardigheid kiest voor wat het best uitwerkt voor degenen die het slechtst af zijn
moreel pluralisme
mensen zijn niet te dwingen tot specifieke visie op het goede, mensen moeten individuele vrijheid hebben om eigen principes na te streven
rechtvaardigheidstheorie
Maximale vrijheid voor iedereen met gelijke vrijheid voor ieder ander
Sociale ongelijkheid mag, maar alleen bij:
ongelijke verdiening in het voordeel van de minst bedeelden uitwerkt
alleen maatschappelijke posities op een eerlijke wijze openstaan voor iederee
Staat moet ongelijkheden wegwerken en verdienste is geen criterium!
Cultuur
lijkt al die zaken, praktijken, gebruiken en instituties te omvatten waarmee individuen en groepen mensen betekenis geven aan hun wereld een aan zichzelf
Appollonistisch principe
redelijkheid, orde, discipline (Kantiaans), christelijke slavenmoraal
Dionysisch principe
normoverschrijding, extase
politieke liberalisering
veralgemening stemrecht, algemeen worden politiek debat
homogenisering
gaan meer op elkaar lijken, meer en meer inwisselbaar
atomisering
minder verbanden tussen mensen, in fabriek alleen aan machine, geen tijd om contact te zoeken binnen industriële proces
cultuurindustrie
ontstaan culturele uitingen en producten gebaseerd op culturele massa
verstrooide aandacht
moderne mens kan veel verschillende indrukken snel opnemen en complexe verhaallijnen volgen
epistemologie
kennistheorie
praktische kennis
vaardigheden
prepositionele kennis
weten dat iets het geval is, gerechtvaardigd met argumenten, overtuiging
scepticisme
kennis is onmogelijk, is een persoonlijke visie, geen absoluut fundament voor kennis
rationalisme
“Kennis is mogelijk en fundamenten van kennis zijn te vinden in menselijke rede”
axioma
onbetwijfelbare aanname
Cartesiaanse introspectie
Het enige waar je niet aan kan twijfelen, is dat je op dit moment twijfelt → zekerheid dat er een twijfelend subject bestaat
empirisme
“Kennis is mogelijk en fundamenten van kennis zijn te vinden in menselijke zintuigen”
enkelvoudig idee
Rechtstreeks op onze zintuigen en in ons denkvermogen terechtkomen
complex idee
ideeën die door menselijk denkvermogen samengesteld worden uit enkelvoudige ideeën
Kants kentheorie
Zowel rede als waarneming is noodzakelijk voor kennis: Aangeboren begrippen geven vorm aan observatiekennis, rede geeft structuur aan ervaring
a posteriori
zintuigelijke ervaring nodig
a priori
onafhankelijk van zintuigelijke ervaring
analytische propositie
Predikaat zit al in subject
synthetische propositie
predikaat zegt meer over werkelijkheid
phenomena
verschijnselen zoals ze aan ons gestructureerd verschijnen
noumena
dingen zoals ze zijn, oorzaken van observaties, maar niet te kennen
taalspelen
menselijke activiteiten waarbinnen woorden specifieke rollen spelen
Wiener Kreis
groep filosofen die expliciet gezamenlijk na gingen denken en het filosofisch veld vernieuwden
observatie-uitspraak
beschrijving stand van zaken
theoretische uitspraak
verklaring in theoretische termen, geven betekenis aan observaties (synthetisch a priori)
principe van confirmatie
Wat maakt een theorie wetenschappelijk: een theorie die tot concrete observatie-uitspraken leidt, wordt bevestigd
verificatisch principe
alleen uitspraken die empirisch verifieerbaar zijn, zijn zinvol
paradigma
theoretisch kader dat wetenschappers gidst
normale wetenschap
Wetenschappers werkzaam binnen specifiek paradigma en zoeken de puzzels binnen dit paradigma uit
Epistemologisch anarchisme
zo min mogelijk regels opleggen aan wetenschappers
science studies
De vraag: hoe beïnvloedt de maatschappij wetenschappelijk denken en hoe transformeert wetenschap de maatschappij?
Centrale Principes
Causaliteit, onpartijdigheid, symmetrie, reflexiviteit
hybrides
Geen strikte taakverdeling of aparte domeinen, overschrijden domein, Claims zijn het resultaat van politiek-wetenschappelijk-economische interacties
cyborg
Wezens met zowel biologische als robotische eigenschappen
Dualistisch interactionisme
Lichaam en geest zijn twee verschillende substanties die met elkaar kunnen interageren
Identiteitstheorie
mentale toestanden zijn fysiologische toestanden (neurologische processen)
type
klasse van identieke objecten
algemeen
een mentale toestand: ‘ik heb honger’ is altijd hetzelfde
‘de fiets wordt steeds populairder’
token
Specifieke instantie van een bepaalde type
Specifiek
specifieke ervaring dat je op dat moment honger hebt
‘Kan je je fiets verplaatsen’
type-identiteit
een bepaalde gedachte/mentale toestand heeft altijd dezelfde hersentoestand
token-identiteit
mentale gedachten kunnen uit verschillende fysieke toestanden (neurologische hersentoestanden) voortkomen
Superveniëntie
verschillende fysische processen kunnen aanleiding geven tot dezelfde mentale toestand
maar: dezelfde fysische toestand leidt niet tot verschillende mentale toestanden
functionalisme
Mentale toestanden zijn identiek wanneer ze dezelfde functionele eigenschappen hebben
jouw honger = dezelfde honger als die van je kat
eliminatief materialisme
mentale toestanden bestaan helemaal niet, dus hoeven we niet te spreken in mentale termen
causale geslotenheid van het fysische
iedere mentale toestand heeft een complete fysische toestand als oorzaak
overdeterminatie
een enkele toestand heeft heeft meer dan 1 complete en onafhankelijke causale verklaring
solipsisme
Opvatting dat mijn bewustzijn enige is wat werkelijk bestaat
impressies van andere bewuste mensen, dieren of natuur: creatie van eigen bewustzijn
determinisme
menselijk gedrag is volledig bepaald door goddelijk plan en kan niet zelf kiezen hoe hij of zij zich gaat gedragen
Spontaniteit (vrije wil)
niet genoodzaakt door omstandigheden om een bepaalde handeling te stellen → vrijheid van de geest
Controle (vrije wil)
handelen/keuze is geen willekeurig handelen → rationele beslissingskracht
eerste-orde wil
objecten in werkelijkheid
‘ik heb nu zin in een glas wijn’
tweede-orde wil
betreft eerste-orde wil
Reflectieve orde wil
‘Ik wil me beheersen omdat ik geen alcohol mag dringen tijdens het lesgeven’
Reflectieve attitudes
stellen mensen in staat op elkaar te reageren, emoties die bij iedereen opkomen in onze sociale interacties
therapeutische visie
Geschiedenis wijst ons op eigen perspectief
geschiedenis als schatkamer
Filosofische vragen zijn altijd conceptueel van aard: daarmee scheppen mensen orde in hun wereld om te begrijpen. Die conceptuele kwesties blijven, dus kunnen wij in het verleden veel antwoorden en inzichten vinden die ons nu kunnen helpen
kritiek is motor filosofie
vooruitgang door kritiek op voorgangers
Mensen krijgen steeds beter een idee van rationele structuur van werkelijkheid en dus van zichzelf
didactiek
these-antithese-synthese
doxografie
Het optekenen of beschrijven van opvattingen
samenvatting/overzicht geven van
rationele reconstructie
Niet alleen een overzicht, maar een filosofische interpretatie bieden van historische tekst of argument
historische reconstructie
Meer aandacht voor historische context, daar zoveel mogelijk recht aan doen
ideeëngeschiedenis
Traceren van ideeën over verschillende disciplines en praktijken
intellectuele geschiedenis
intellectuele klimaat van die periode
mentaliteitsgeschiedenis
Geheel van opvattingen en normen die tijdperk kenmerken
contracttheorie
“beschouwt de onderlinge verplichtingen die mensen in een maatschappij tegenover elkaar hebben als een contract, gesloten tussen mensen die aanvankelijk in een natuurstaat zonder autoriteit leefden.”