Wijsbegeerte

studied byStudied by 4 people
5.0(1)
learn
LearnA personalized and smart learning plan
exam
Practice TestTake a test on your terms and definitions
spaced repetition
Spaced RepetitionScientifically backed study method
heart puzzle
Matching GameHow quick can you match all your cards?
flashcards
FlashcardsStudy terms and definitions
Get a hint
Hint

normen

1 / 98

encourage image

There's no tags or description

Looks like no one added any tags here yet for you.

99 Terms

1

normen

een oordeel over wat wel of niet het geval zou moeten of mogen zijn, concreet, regel

New cards
2

waarde

een beoordeling of evaluatie, verwijst op een meer algemene wijze naar aspecten van het leven die we belangrijk vinden, minder precies dan norm

New cards
3

moraal

een stelsel van normen en waarden dat betrekking heeft op het handelen van mensen. De normen en waarden die in een bepaalde cultuur of maatschappij bestaan, worden wel de positieve moraal van die cultuur of maatschappij genoemd

New cards
4

rechtvaardigingsvraag

Kunnen we redenen geven voor een norm?

New cards
5

funderingsprobleem

We kunnen nooit volledig op basis van feiten een verklaring geven voor bepaalde normen en waarden, je blijft maar door moeten redeneren

New cards
6

Relativisme

normen en waarden zijn altijd relatief, gevolg van willekeurige keuze

New cards
7

Cultuurrelativisme

Normen en waarden zijn relatief tov de cultuur waarin ze gelden

New cards
8

Subjectivisme

Normen en waarden zijn volstrekt subjectief, afhankelijk van gevoelens en opvattingen van een individu

New cards
9

Emotivisme

Een morele uitspraak is slechts een uitdrukking van een gevoel

New cards
10

Objectivisme

morele uitspraken moeten absolute feitelijke fundering hebben

New cards
11

negatieve vrijheid

afwezigheid belemmeringen van anderen

New cards
12

positieve vrijheid

aanwezigheid van reële keuzemogelijkheden

New cards
13

authenticiteit

uitdrukking geven aan onszelf

New cards
14

consequentialisme

Voor de morele beoordeling van onze handelingen moeten we kijken naar de consequenties ervan en doen wat tot het beste resultaat leidt

New cards
15

utiliarisme

de mate van goedheid van een situatie wordt bepaald door de totale hoeveelheid geluk in die situatie

New cards
16

hypothetisch imperatief

wat doen in bepaalde hypothetische situatie/doel

New cards
17

categorisch imperatief

principe geldt altijd

New cards
18

Categorisch Imperatief

I: Handel alleen volgens die maxime waardoor je tegelijkertijd kunt willen dat zij een algemene wet wordt

II: Handel zo dat jij het menszijn, zowel in eigen persoon als in ieder ander, altijd ook als doel en niet alleen als middel gebruikt

New cards
19

maxime

norm/regel dat iemands handelen richting geeft

New cards
20

politiek

de organisatie van het menselijke samenleven en het middel waarmee organisatie mogelijk wordt: macht

New cards
21

rechtvaardigheid

de rechten en goederen die we elkaar toestaan te hebben, en de manieren waarop we aan die rechten en goederen komen

New cards
22

natuurtoestand

mens buiten alle politiek, ware aard mensen → overleven

New cards
23

naturalisme

Het goede leven ligt besloten in de aard (natuur) van de mens en het universum. Het goede is leven in overeenstemming met die natuur of de natuurlijke orde

New cards
24

conventionalisme

De natuur schrijft niet voor wat goed is: het goede leven voor een individu is een kwestie van vrije keuze, en voor de gemeenschap een kwestie van onderhandelen en afspraken maken (cf. contracttheorie)

New cards
25

Wil van Allen

ruwe opinie

New cards
26

Algemene WIl

bediscussieerde, gedragen beslissingen

New cards
27

Distributieve rechtvaardigheid

verdeling van gemeenschappelijke goederen aan mensen die deel uitmaken van samenleving

New cards
28

vereffenende rechtvaardigheid

tussen individuen en privébezit

New cards
29

theory of justice

  • Maximale vrijheid voor iedereen, voorzover dat verenigbaar is met een gelijke vrijheid van ieder ander

  • Sociaal-economische ongelijkheid is slechts toegestaan indien

    • ongelijke verdeling in het voordeel van de minst bedeelden uitwerkt

    • alle maatschappelijke posities op een eerlijke wijze openstaan voor iedereen

Individuen in natuurtoestand achter sluier van onwetendheid en op die manier keuzes maken voor de gemeenschap

New cards
30

maximin

een rationeel mens kiest die principes van rechtvaardigheid kiest voor wat het best uitwerkt voor degenen die het slechtst af zijn

New cards
31

moreel pluralisme

mensen zijn niet te dwingen tot specifieke visie op het goede, mensen moeten individuele vrijheid hebben om eigen principes na te streven

New cards
32

rechtvaardigheidstheorie

Maximale vrijheid voor iedereen met gelijke vrijheid voor ieder ander

Sociale ongelijkheid mag, maar alleen bij:

  • ongelijke verdiening in het voordeel van de minst bedeelden uitwerkt

  • alleen maatschappelijke posities op een eerlijke wijze openstaan voor iederee

Staat moet ongelijkheden wegwerken en verdienste is geen criterium!

New cards
33

Cultuur

lijkt al die zaken, praktijken, gebruiken en instituties te omvatten waarmee individuen en groepen mensen betekenis geven aan hun wereld een aan zichzelf

New cards
34

Appollonistisch principe

redelijkheid, orde, discipline (Kantiaans), christelijke slavenmoraal

New cards
35

Dionysisch principe

normoverschrijding, extase

New cards
36

politieke liberalisering

veralgemening stemrecht, algemeen worden politiek debat

New cards
37

homogenisering

gaan meer op elkaar lijken, meer en meer inwisselbaar

New cards
38

atomisering

minder verbanden tussen mensen, in fabriek alleen aan machine, geen tijd om contact te zoeken binnen industriële proces

New cards
39

cultuurindustrie

ontstaan culturele uitingen en producten gebaseerd op culturele massa

New cards
40

verstrooide aandacht

moderne mens kan veel verschillende indrukken snel opnemen en complexe verhaallijnen volgen

New cards
41

epistemologie

kennistheorie

New cards
42

praktische kennis

vaardigheden

New cards
43

prepositionele kennis

weten dat iets het geval is, gerechtvaardigd met argumenten, overtuiging

New cards
44

scepticisme

kennis is onmogelijk, is een persoonlijke visie, geen absoluut fundament voor kennis

New cards
45

rationalisme

“Kennis is mogelijk en fundamenten van kennis zijn te vinden in menselijke rede”

New cards
46

axioma

onbetwijfelbare aanname

New cards
47

Cartesiaanse introspectie

Het enige waar je niet aan kan twijfelen, is dat je op dit moment twijfelt → zekerheid dat er een twijfelend subject bestaat

New cards
48

empirisme

“Kennis is mogelijk en fundamenten van kennis zijn te vinden in menselijke zintuigen”

New cards
49

enkelvoudig idee

Rechtstreeks op onze zintuigen en in ons denkvermogen terechtkomen

New cards
50

complex idee

ideeën die door menselijk denkvermogen samengesteld worden uit enkelvoudige ideeën

New cards
51

Kants kentheorie

Zowel rede als waarneming is noodzakelijk voor kennis: Aangeboren begrippen geven vorm aan observatiekennis, rede geeft structuur aan ervaring

New cards
52

a posteriori

zintuigelijke ervaring nodig

New cards
53

a priori

onafhankelijk van zintuigelijke ervaring

New cards
54

analytische propositie

Predikaat zit al in subject

New cards
55

synthetische propositie

predikaat zegt meer over werkelijkheid

New cards
56

phenomena

verschijnselen zoals ze aan ons gestructureerd verschijnen

New cards
57

noumena

dingen zoals ze zijn, oorzaken van observaties, maar niet te kennen

New cards
58

taalspelen

menselijke activiteiten waarbinnen woorden specifieke rollen spelen

New cards
59

Wiener Kreis

groep filosofen die expliciet gezamenlijk na gingen denken en het filosofisch veld vernieuwden

New cards
60

observatie-uitspraak

beschrijving stand van zaken

New cards
61

theoretische uitspraak

verklaring in theoretische termen, geven betekenis aan observaties (synthetisch a priori)

New cards
62

principe van confirmatie

Wat maakt een theorie wetenschappelijk: een theorie die tot concrete observatie-uitspraken leidt, wordt bevestigd

New cards
63

verificatisch principe

alleen uitspraken die empirisch verifieerbaar zijn, zijn zinvol

New cards
64

paradigma

theoretisch kader dat wetenschappers gidst

New cards
65

normale wetenschap

Wetenschappers werkzaam binnen specifiek paradigma en zoeken de puzzels binnen dit paradigma uit

New cards
66

Epistemologisch anarchisme

zo min mogelijk regels opleggen aan wetenschappers

New cards
67

science studies

De vraag: hoe beïnvloedt de maatschappij wetenschappelijk denken en hoe transformeert wetenschap de maatschappij?

New cards
68

Centrale Principes

Causaliteit, onpartijdigheid, symmetrie, reflexiviteit

New cards
69

hybrides

Geen strikte taakverdeling of aparte domeinen, overschrijden domein, Claims zijn het resultaat van politiek-wetenschappelijk-economische interacties

New cards
70

cyborg

Wezens met zowel biologische als robotische eigenschappen

New cards
71

Dualistisch interactionisme

Lichaam en geest zijn twee verschillende substanties die met elkaar kunnen interageren

New cards
72

Identiteitstheorie

mentale toestanden zijn fysiologische toestanden (neurologische processen)

New cards
73

type

klasse van identieke objecten

algemeen

een mentale toestand: ‘ik heb honger’ is altijd hetzelfde

‘de fiets wordt steeds populairder’

New cards
74

token

Specifieke instantie van een bepaalde type

Specifiek

specifieke ervaring dat je op dat moment honger hebt

‘Kan je je fiets verplaatsen’

New cards
75

type-identiteit

een bepaalde gedachte/mentale toestand heeft altijd dezelfde hersentoestand

New cards
76

token-identiteit

mentale gedachten kunnen uit verschillende fysieke toestanden (neurologische hersentoestanden) voortkomen

New cards
77

Superveniëntie

verschillende fysische processen kunnen aanleiding geven tot dezelfde mentale toestand

maar: dezelfde fysische toestand leidt niet tot verschillende mentale toestanden

New cards
78

functionalisme

Mentale toestanden zijn identiek wanneer ze dezelfde functionele eigenschappen hebben

jouw honger = dezelfde honger als die van je kat

New cards
79

eliminatief materialisme

mentale toestanden bestaan helemaal niet, dus hoeven we niet te spreken in mentale termen

New cards
80

causale geslotenheid van het fysische

iedere mentale toestand heeft een complete fysische toestand als oorzaak

New cards
81

overdeterminatie

een enkele toestand heeft heeft meer dan 1 complete en onafhankelijke causale verklaring

New cards
82

solipsisme

Opvatting dat mijn bewustzijn enige is wat werkelijk bestaat

impressies van andere bewuste mensen, dieren of natuur: creatie van eigen bewustzijn

New cards
83

determinisme

menselijk gedrag is volledig bepaald door goddelijk plan en kan niet zelf kiezen hoe hij of zij zich gaat gedragen

New cards
84

Spontaniteit (vrije wil)

niet genoodzaakt door omstandigheden om een bepaalde handeling te stellen → vrijheid van de geest

New cards
85

Controle (vrije wil)

handelen/keuze is geen willekeurig handelen → rationele beslissingskracht

New cards
86

eerste-orde wil

objecten in werkelijkheid

‘ik heb nu zin in een glas wijn’

New cards
87

tweede-orde wil

betreft eerste-orde wil

Reflectieve orde wil

‘Ik wil me beheersen omdat ik geen alcohol mag dringen tijdens het lesgeven’

New cards
88

Reflectieve attitudes

stellen mensen in staat op elkaar te reageren, emoties die bij iedereen opkomen in onze sociale interacties

New cards
89

therapeutische visie

Geschiedenis wijst ons op eigen perspectief

New cards
90

geschiedenis als schatkamer

Filosofische vragen zijn altijd conceptueel van aard: daarmee scheppen mensen orde in hun wereld om te begrijpen. Die conceptuele kwesties blijven, dus kunnen wij in het verleden veel antwoorden en inzichten vinden die ons nu kunnen helpen

New cards
91

kritiek is motor filosofie

vooruitgang door kritiek op voorgangers

Mensen krijgen steeds beter een idee van rationele structuur van werkelijkheid en dus van zichzelf

New cards
92

didactiek

these-antithese-synthese

New cards
93

doxografie

Het optekenen of beschrijven van opvattingen

samenvatting/overzicht geven van

New cards
94

rationele reconstructie

Niet alleen een overzicht, maar een filosofische interpretatie bieden van historische tekst of argument

New cards
95

historische reconstructie

Meer aandacht voor historische context, daar zoveel mogelijk recht aan doen

New cards
96

ideeëngeschiedenis

Traceren van ideeën over verschillende disciplines en praktijken

New cards
97

intellectuele geschiedenis

intellectuele klimaat van die periode

New cards
98

mentaliteitsgeschiedenis

Geheel van opvattingen en normen die tijdperk kenmerken

New cards
99

contracttheorie

“beschouwt de onderlinge verplichtingen die mensen in een maatschappij tegenover elkaar hebben als een contract, gesloten tussen mensen die aanvankelijk in een natuurstaat zonder autoriteit leefden.”

New cards
robot