Biologie thema 1 H4

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
full-widthCall with Kai
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/3

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

4 Terms

1
New cards

kenmerken celorganellen

In eukaryote en prokaryote cellen komen structuren voor met elk hun eigen functie

Bij eukaryoten hebben (enkele) structuren een membraan, bij prokaryoten niet

Elk celorganel moet goed functioneren om de cel te doen werken als geheel

2
New cards

Celkern

(=Nucleus)

Centraal in de cel (niet altijd)

Bevat het DNA/erfelijk materiaal: Nodig voor eiwitsynthese in de cellen

Afgesloten door kernmembraan: Dubbele laag fosfolipiden

Nucleoplasma/kernplasma: Gelijkaardig aan cytoplasma, maar dan in de celkern

Nucleoli/kernlichaampjes: Aanmaak ribosomen

Kernporiën: Mogelijke uitwisseling van moleculen tussen nucleoplasma en cytoplasma

Prokaryoten hebben geen celkern → DNA vrij in cytoplasma (grote keten)

→ Plasmiden: “extra” DNA in de vorm van ringen

3
New cards

Nucleolus (Nucleoli)

Bestaan uit chromatine, RNA en eiwitten

DNA in nucleolus is nodig voor de aanmaak van ribosomen

Celdeling

Vlak voor de deling moet het DNA verdubbeld worden

Chromatine: Combinatie van DNA en eiwitten waarbij de eiwitten in het DNA “verpakt” zitten

Chromosomen: Korte, staafvormige DNA-structuur in X-vorm

Chromatide: Helft van chromosoom, identiek aan het andere

Karyogram: Chromosomenkaart van een organisme bij celdeling(op volgorde van grootte)

- Paren: 1 van de moeder en 1 van de vader

4
New cards

Endoplasmatisch reticulum + (RER)

Sterk geplooid membraan dat buisjes en afgeplatte zakjes vormt Twee delen: SER (smooth) en RER (rough)

Hangen aan elkaar (ruwe deel licht meestal dichter bij de kern)

RER

Sluit aan bij de kern, enkelvoudig membraan

Ruw door ribosomen op oppervlak aan de kant van het cytoplasma

Gevuld met enzymen voor eiwitsynthese

Functie

1) Ribosomen maken eiwitten aan → Komen via porie-eiwitten in het ER terecht

2) Enzymen ter plaatse helpen eiwitten op te vouwen, bv. disulfidebruggen

3) Eiwitten worden verpakt in transportblaasjes

4) De blaasjes snoeren zich af en worden vervoerd naar het Golgi-apparaat