frans

avoir un bon bulletin

een goed rapport hebben

obtenir de bons résultats (FR: de bonnes notes)

goede resultaten / punten behalen

être dans la moyenne

volgens het gemiddelde scoren

avoir un examen de passage

een herexamen hebben

être recalé à un examen

een buis behalen op een examen

doubler son année (FR : redoubler)

zijn jaar overdoen

se réorienter

van richting veranderen

obtenir / décrocher son diplôme

zijn diploma behalen

recevoir son diplôme

je diploma krijgen

la remise du diplôme

de diploma uitreiking

participer à un échange

aan een uitwisseling deelnemen

LES ÉTUDES SUPÉRIEURES

de hogere studies

s’inscrire à l’université (FR: à la fac)

zich aan de unief inschrijven

passer un examen d’entrée (FR : un concours)

deelnemen aan een ingangsexamen

la rentrée (académique)

de start van het (academie)jaar

le baptême (FR: le bizutage)

de doop

suivre les cours

de lessen volgen

bloquer (BE), le blocus

blokken, de blok

un amphithéâtre, un amphi

een auditorium

un cours magistra

een hoorcollege

un cours pratique

een praktijkles

un cours à option

een keuze vak

un exposé oral

een mondelinge uiteenzetting

rester motivé ↔ se décourager

gemotiveerd blijven - ontmoedigd raken

Des études ...

studies

d’infirmier / infirmière

verpleging

d’instituteur / institutrice

lager onderwijs

de kiné

de kinesitherapeut(e)

de sage-femme

vroedvrouw

de puériculteur / puéricultrice

kindverzorger(ster)

d'architecte d’intérieur

binnenhuisarchitect(e)