Looks like no one added any tags here yet for you.
¿Cuándo?
Wanneer?
arquitecta(la)
de architecte
asistenta(la) doméstica
hulp in de huishouding (v)
bachillerato(el)
het gymnasium
buitre(el)
de aasgier
¿Cómo?
Hoe?
¿Cuánto?
Hoeveel?
¿Qué?
Wat/hoe?
acentuación(la)
beklemtoning
agua(el)
het water
antigua
oud
arquitecto(el)
de architect
asistente(el) doméstico
hulp in de huishouding (m)
autor(el)
de schrijver
autora(la)
de schrijfster
azafata(la)
de stewardess
azafato(el)
de steward
azul
blauw
banco(el)
de bank
banquera(la)
de bankemployé (v)
banquero(el)
de bankemployé (m)
biología(la)
de biologie
bombera(la)
de brandweervrouw
bombero(el)
de brandweerman
bonito
mooi
café(el)
de koffie
camarera(la)
de serveerster
camarero(el)
de ober
casa(la)
het huis
casado
getrouwd
causa(la)
de reden
chica(la)
het meisje
chico(el)
de jongen
cine(el)
de bioscoop
ciudad(la)
de stad
cocinera(la)
de kokkin
cocinero(el)
de kok
colegio(el)
de school
comedia(la)
de komedie
comerciante(el/la)
de handelaar (m/v)
comisaría(la)
het politiebureau
como
zoals/ als
dedicarse(a)
iets voor zijn beroep doen
delante de
voor (plaatsaanduiding)
dependienta(la)
de verkoopster
dependiente(el)
de verkoper
derecho(el)
het recht/rechten
después
na
diptongo(el)
de diftong (tweeklank)
director(el)
de directeur
directora(la)
de directrice
discoteca(la)
de discotheek
enfermera(la)
de verpleegkundige (v)
enfermero(el)
de verpleegkundige (m)
entonación(la)
de klemtoon
escuchar
horen/luisteren
estación(la)
het station
estudiar
leren
Europa
Europa
examen(el)
het examen
familia(la)
het gezin
fijo(el)
het vaste (telefoon)net / vaste telefoonlijn
grande
groot
guapo/a
knap (om te zien), leuk
hablar
spreken
hacer
maken/doen
hasta
tot
hay
er is/er zijn
hermana(la)
de zus
hermano(el)
de broer
hija(la)
de dochter
hijo(el)
de zoon
hospital(el)
het ziekenhuis
hotel(el)
het hotel
ingeniera(la)
de ingenieur (v)
ingeniero(el)
de ingenieur (m)
ir
gaan
joven
jong
marcar
kiezen / draaien van een telefoonnummer
matemáticas(las)
de wiskunde
mecánica(la)
de werktuigkundige (v)
mecánico(el)
de werktuigkundige (m)
médica(la)
de arts(v)
médico(el)
de arts (m)
menos(que)
weinig/minder (dan)
mirar
kijken
móvil(el)
de gsm
mujer(la)
de vrouw
museo(el)
het museum
música(la)
de muziek
música(la)
de muzikante
músico(el)
de muzikant
negación(la)
de ontkenning
novia(la)
de vriendin
novio(el)
de vriend
número(el)
het nummer
paisaje(el)
het landschap
parámetro(el)
de parameter
paranoia(la)
de paranoia
patata(la)
de aardappel