HOOFDSTUK 2 - TAXONOMIE, FYLOGENIE & TREE OF LIFE

0.0(0)
studied byStudied by 1 person
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/27

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

28 Terms

1
New cards

verouderde indeling

  • animalia; heterotroof

  • plantae; autotroof

  • later ook; protista = ééncelligen

2
New cards

pro- vs eukaryoot

  • prokaryoot

    • geen kern; circulair DNA los in cel

    • geen compartimentering

    • geen organellen

  • eukaryoot

    • kern bevat lineair DNA

    • compartimentering

    • organellen

3
New cards

5 rijken v. Whittaker; verouderd

  • Monera (prokaryote ééncelligen)

  • Protista (eukaryote ééncelligen muv gisten)

  • Fungi (die ook de gisten omvatten)

  • Plantae

  • Animalia

4
New cards

3 domeinen

  • Bacteria

    • Eubacteria

  • Archaea

    • Archaebacteria

  • Eukarya

    • Protista, Fungi, Plantae en Animalia

  • geen officieel aanvaard systematisch niveau; rijken wel

5
New cards

samenvatting — 3 domeinen

  • merk op;

    Archaea hebben histonen = kerneiwitten, maar geen kern!!

<ul><li><p>merk op; </p><p>Archaea hebben histonen = kerneiwitten, maar geen kern!!</p></li></ul><p></p>
6
New cards

systematiek

  • studie verscheidenheid v. organismen, verwantschappen tss organismen en reconstructie v/h ontstaan van deze verscheidenheid

  • omvat taxonomie en fylogenie

7
New cards

taxonomie

  • beschrijven, benoemen en classificeren v. organismen

8
New cards

fylogenie

  • bestuderen v. evolutieve verwantschappen tussen organismen

9
New cards

cladistiek

  • indelen van organismen in clades

  • clade = groep van organismen die afstammen van een gemeenschappelijke voorouder

10
New cards

monofyletische clade

  • eenzelfde gemeenschappelijke voorouder

  • bevat alle taxa die uit die gemeenschappelijke voorouder zijn ontstaan, met die voorouder inbegrepen

11
New cards

parafyletische clade

  • eenzelfde gemeenschappelijke voorouder

  • niet alle taxa die uit die voorouder zijn ontstaan maken deel uit v/d clade

12
New cards

polyfyletische clade

  • taxa samen zonder dat hun laatste gemeenschappelijke voorouder deel uitmaakt v/d clade

13
New cards

naamgeving

  • binominale nomenclatuur

  • Genus soortepitheton ontdekker, jaar

    • genus ≠ geslacht !!

14
New cards

naamgeving — voorbeeld

  • Rhabditis marina Bastian, 1865

    • oorspronkelijke soortnaam

  • Litoditis marina (Bastian, 1865)

    • veranderde soortnaam

    • maar wel met oorspronkelijke naamgever

    • oorspronkelijke soortnaam wordt eventueel vermeld onder "synoniemen"

15
New cards

basioniem

oorspronkelijke soortnaam

16
New cards

clades kunnen we definiëren adhv

  • 2 soorten kenmerken

    • plesiomorf

    • apomorf

17
New cards

plesiomorf kenmerk

  • kenmerk die niet nieuw is voor een bepaalde soort of een bepaald taxon; voorouderlijk kenmerk

18
New cards

apomorf kenmerk

  • kenmerk die nieuw is voor een bepaalde soort of een bepaald taxon

    • autapomorfe = kenmerk komt slechts bij één evolutieve lijn voor

    • synapomorfe = kenmerk komt voor in groep van taxa én hun laatste gemeenschappelijke voorouder; bij monofyletische clade (hoeft niet in elke taxa voor te komen)

19
New cards

homoloog kenmerk

  • = evolutionaire oorsprong

    • ontstaan uit gemeenschappelijke voorouder

  • niet per se dezelfde functie

20
New cards

analoog kenmerk

  • ≠ evolutionaire oorsprong

  • = functie

  • ontstaan door convergente evolutie → homoplasie!

21
New cards

homoloog vs analoog kenmerk — tabel

Eigenschap

Homoloog

Analoog

Oorsprong

gemeenschappelijk

verschillend

Functie

kan gelijk of verschillend zijn

altijd gelijk

Evolutionaire link

divergente evolutie

convergente evolutie

Gerelateerd aan homoplasie?

nee

ja

22
New cards

divergente, convergente evolutie en homoplasie

  • divergente evolutie <

    • = oorsprong

    • → ontstaan van verschillende soorten of kenmerken

  • convergente evolutie >

    • ≠ oorsprong

    • → onafhankelijke ontwikkeling gelijkende kenmerken door gelijkaardige selectiedruk

      • leidt altijd tot homoplasie!!

23
New cards

homoplasie

  • = verzamelnaam voor gelijkenissen die ontstaan door evolutieprocessen zonder gemeenschappelijke voorouder te hebben;

    • convergente evolutie

    • parallelle evolutie

24
New cards

homoloog vs analoog kenmerk — voorbeeld

  • beenderstructuur vleugels van vogels en vleermuizen

    • = homoloog kenmerk

  • vleugels als structuren die vogels en vleermuizen in staat stellen te vliegen hebben geen gemeenschappelijke oorsprong

    • = analoog kenmerk

25
New cards

fylogenetische boom

  • geeft vermoedelijke verwantschappen / evolutieve verbanden tussen taxa weer

  • dichotomieën = evolutieve lijn splitst op + geeft aanleiding tot twee afzonderlijk evoluerende lijnen

  • zustertaxa = twee evolutieve lijnen die uit eenzelfde voorouder ontstaan

<ul><li><p>geeft vermoedelijke verwantschappen / evolutieve verbanden tussen taxa weer</p></li><li><p>dichotomieën = evolutieve lijn splitst op + geeft aanleiding tot twee afzonderlijk evoluerende lijnen</p></li><li><p>zustertaxa = twee evolutieve lijnen die uit eenzelfde voorouder ontstaan</p></li></ul><p></p>
26
New cards

polytomie

  • in tegenstelling tot dichotomie; er zijn meerdere afzonderlijke evoluerende lijnen ontstaan

  • oorzaak; we kennen precieze volgorde v/h ontstaan v/d evolutieve lijnen niet en dus ook niet v. hun precieze verwantschappen

27
New cards

cladogram

  • geeft structuur van de evolutieve verwantschappen weer

28
New cards

fylogram

  • geeft structuur van de evolutieve verwantschappen weer + mate waarin taxa van elkaar gedifferentieerd zijn (adhv verschillende taklengtes)