Gs feniks h1 1.3 t4 | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 1 person
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/19

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

20 Terms

1
New cards

Waar woonden de protestanten en katholieken?

De protestanten woonde in de noordelijke provincies, en de katholieken woonde vooral in het zuiden.

2
New cards

Wat voor geloof was er in de 19e eeuw?

In Nederland was vrijwel iedereen christelijk, sinds de 16e eeuw waren de protestanten in de meerderheid.

3
New cards

Wie hadden de meeste rechten?

De protestanten hadden meer rechten dan de katholieken.

4
New cards

Wie waren protestantse predikers?

Dat waren mannen met veel gezag.

5
New cards

Confessionelen

Mensen of groepen mensen die hun ideeën over politiek, onderwijs etc baseren op hun godsdienst. Protestanten + katholieken.

6
New cards

Emancipatie

Strijd voor het krijgen van dezelfde rechten als andere in de samenleving.

7
New cards

Verzuiling

Verdeling van de samenleving in groepen.

8
New cards

Wie was Abraham Kuyper?

Kuyper leefde van 1837 tot 1920. Hij was een dominee en richtte in 1879 de 1ste politieke partij in Nederland op, de ARP (anti- revolutionaire partij).

9
New cards

Wat vonden de protestanten van nieuwe ideeën?

De protestanten vonden nieuwe ideeën zoals het socialisme maar niks en wilden hier niets van hebben.

10
New cards

Wat mochten de katholieken allemaal niet?

Ze mochten heel veel niet, bijv. geen kerken bouwen en ook niet voor de overheid werken. Ze werden achtergesteld (minderheid).

11
New cards

Wat deden de katholieken toen?

De katholieken gingen strijden voor emancipatie.

12
New cards

Wie waren de confessionelen?

Protestanten + katholieken.

13
New cards

Wat stond er in de grondwet van Thorbecke?

In de grondwet stond dat de overheid de scholen betaalde, en op deze scholen werd er op een christelijke manier les gegeven. De confessionelen vonden dit onvoldoende.

14
New cards

Wat was het gevolg hiervan?

De confessionelen richtte hun eigen scholen op waar ook katholiek en protestants onderwijs werd gegeven. Ze moesten dit 'bijzonder onderwijs' wel zelf betalen waar ze het niet mee eens waren.

15
New cards

Hoe noem je dit?

De confessionelen wilden dit veranderen -> dit noemen we de schoolstrijd. Dit duurde bijna 3 kwart eeuw.

16
New cards

Wat was een nadeel hiervan?

Er zaten alleen maar liberalen in de 2e kamer toen en die voelden niks hiervoor.

17
New cards

Wie was Herman Schaepman?

Hij leefde van 1844 tot 1903 en hij was een katholieke politicus. In 1880 werd hij de 1ste priester die volksvertegenwoordiger werd. Hij zat in de 2e kamer.

18
New cards

Waarom hadden de liberalen eerst geen politieke partij?

In 1848 hadden ze er geen een omdat ze hem nog niet nodig hadden maar later bleven ze wel achter en besloten in 1885 de Liberalen-Unie oprichten.

19
New cards

Wat is verzuiling?

De samenleving die is verdeeld in 4 groepen: katholieken, protestanten, socialisten en liberalen.

20
New cards

Wat is het Caoutchouc-artikel?

Alle volwassenen mogen stemmen die hiervoor geschikt zijn.