1/62
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
de kat
the cat
de vogel
the bird
de hond
the dog
de muis
the mouse
het dier
the animal
de mens
the human
de koe
the cow
de olifant
the elephant
het paard
the horse
het konijn
the rabbit
de schildpad
the turtle
de eend
the duck
de beer
the bear
het hert
the deer
het varken
the pig
het schaap
the sheep singular
de gans
the goose
de uil
the owl
de krab
the crab
de spin
the spider
de hoorn
the horn
de neushoorn
the rhinoceros
de staart
the tail
wie
who
wat
what
waar
where
wanneer
when
waarom
why
hoe
how
hoeveel
how much/many
de katten
the cats
de vogels
the birds
de honden
the dogs
de muizen
the mice
het dieren
the animals
de mensen
the people, humans
de koeien
the cows
de olifanten
the elephants
het paarden
the horses
de schildpadden
the turtles
de eenden
the ducks
de beren
the bears
de varkens
the pigs
het schapen
the sheep plural
de boeken
the books
twee
two
de vissen
the fish plural
de boterhammen
the sandwiches
de tomaten
the tomatoes
de aardbeien
the strawberries
de glazen
the glasses
de bananen
the bananas
de borden
the plates
de appels
the apples
de kranten
the newspapers
de menu’s
the menus
meer
more
meest
most
jij
you (emphasis)
zij
she/they (emphasis)
wij
we (emphasis)
maar
but
ook
too