1/26
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Wanneer is gedrag afwijkend?
Als het
Wel vertoond wordt, terwijl het niet in overeenstemming is met wat volgens opvattingen gemiddeld en idealiter bij die ontwikkelingsfase en de daarbij behorende ontwikkelingstaken behoort.
Niet vertoond wordt, terwijl dat volgens diezelfde opvattingen wel zou moeten.
Wat zijn de 4 criteria om een Gedrag als stoornis te classificeren?
Als het afwijkend gedrag is dat:
Langdurig en niet meer situatiegebonden persisteert.
De overgang naar nieuwe ontwikkelingsfasen en -taken blokkeert.
Voor de persoon en zijn/haar omgeving aanzienlijk lijden oplevert.
Meestal in bepaalde combinaties van gedragingen/symptomen voorkomt en in andere niet.
Welke 4 verbanden en 2 effecten wilt Ontwikkelingspsychopathologie onderzoeken?
Verband tussen ontwikkeling en psychopathologie
wanneer gaat niet-pathologie over in pathologie?
men kan bewegen tussen pathologisch en niet-pathologisch
Verband tussen een vroege stoornis met de latere ontwikkeling
Verband tussen een gebeurtenis in de vroege ontwikkeling met een latere stoornis
Verband tussen een vroege stoornis met een latere stoornis
Effect van een stoornis op het verloop van de huidige ontwikkeling
Effect van ontwikkeling op de uitingsvorm van een stoornis
Wat is Prevalentie?
Bestaande gevallen met een bepaald ziektebeeld in een bepaalde periode.
Wat is de Prevalentie van Psychische problemen?
• 48% van de volwassenen (18-75) heeft ooit in het leven ≥ 1 psychische aandoeningen gehad (Ten Have et al., 2023)
• 18% van de jongeren (12-25) had psychische klachten
Wat is Incidentie?
Aantal nieuwe gevallen (die een psychisch probleem krijgen).
Wat is Reoccurence?
Wanneer prevalentie zich weer voordoet.
Wat is Etiologie?
Factoren die het gezondheidsprobleem “veroorzaken”.
Wat zijn 4 factoren in de Etiologie?
Predisponerende factoren: kunnen een kind vatbaar maken.
ex. genetische kwetsbaarheden.
Instandhoudende factoren: kunnen psychologische problemen in stand houden.
ex. ongezonde copingsstrategieen.
Uitlokkende factoren: factoren voorafgaand aan psychologische problemen
ex. kindermishandeling.
Beschermende factoren: voorkomt ontwikkeling van psycholosiche problemen, verminderen effect van risicofactoren en karakteriseren kinderen met veerkracht (resilience).
ex. ondersteuning van sociale omgeving.
Wat is een Symptoom?
De kleinst beschrijfbare onderzoekseenheid in de geneeskunde/psychopathologie en te beschouwen als ziekteteken
Hoofdsymptomen: deze hebben voor de diagnose een directe oriënterende functie
Bijsymptomen: maken het beeld van de stoornis volledig zonder uit zichzelf direct richtinggevend te zijn voor de diagnose
Wat is een Syndroom?
Een groep van (dikwijls) tezamen optredende symptomen.
Wat is een Stoornis?
Afwijkend gedrag, langdurig, niet situatie gebonden, klinisch significant lijden, belemmering op sociale, beroepsmatige of andere belangrijke levensgebieden en meestal in bepaalde combinaties van gedragingen/symptomen.
Wat zijn 4 doelen van Classificeren?
Het faciliteert expert kennis + ontwikkeling van epidemiologische informatie
Efficiëntie, samenvatting
Bevordert communicatie tussen professionals + evidence-based behandeling
Aansluiting vinden bij verklarings- en behandeling theorieën in de wetenschappelijke literatuur
Let op: Classificeren is NIET Diagnose stellen.
Classificeren helpt clinici ondersteunen als onderdeel van een diagnostische beschrijving die moet leiden tot een individu gericht behandelplan.
Wat zijn de 3 manieren van Classificeren van probleemgedrag? Welke boeken/systemen horen daarbij?
Categoriaal
DSM-5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders)
ICD-10 (International Classification of Diseases)
DC 0-3R (Diagnostic Classification 0-3)
Dimensioneel
Aseba schalen (Achenbach’s System for Empirically Based Assessment)
SDQ (Strengths and Difficulties Questionnaire)
RDoC (Research Domain Criteria)
Systeembenadering
Wat zijn de 5 assen waaruit de DSM-5 is opgebouwd?
Opgebouwd in verschillende assen:
AS I: Klinische stoornis
AS II: Persoonlijkheidsstoornissen + zwakzinnigheid
AS III: Somatische aandoeningen
AS IV: Psychosociale + omgevingsproblemen
AS V: Algehele beoordeling van het functioneren (GAF)
Wat zijn de 4 methodes waarop DSM-5 classificatie is gebaseerd?
Klinische blik
Semi-gestructureerde interviews
Observaties
Meerdere bronnen (kind, ouder, school)
Wat is het belang vd context/systeem binnen de Ontwikkelingspsychologie?
Individuen en hun gedrag kunnen niet los worden gezien van de context waarin zij zich ontwikkelen.
Bestudeerd:
De geschiedenis vh individu
Zijn relationele context (ouders, peers)
Zijn schoolcontext, buurt, cultuur, etc.
Wat zijn 5 dingen waar het Effect vd behandeling afhankelijk van is?
Omgeving
Kind karakteristieken
Familie factoren
Professionele netwerk
Behandel systeem
Wanneer is stemming afwijkend? Noem 6 criteria.
• het context onafhankelijk is
• het disproportioneel is
• het onderscheiden kan worden van een emotie
• er sprake is van toename van ernst
• het andere terreinen verstoort: denken, gedrag
• het niet te beïnvloeden is: machteloosheid, hopeloosheid mbt. de toekomst, waardeloosheid (cognitieve triade)
Wat is de Cognitieve triade?
Machteloosheid
Hopeloosheid mbt. toekomst
Waardeloosheid
Wat zijn de 7 Depressieve stoornissen in de DSM-5?
Disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis
Depressieve stoornis
Persisterende depressieve stoornis
Premenstruele stemmingsstoornis
Depressieve stoornis door een: middel/medicatie, somatische aandoening
Andere gespecificeerde depressieve stoornis
Ongespecificeerde depressieve stoornis
Wat zijn de 6 Bipolaire stoornissen in de DSM-5?
Bipolaire-I-stoornis
Bipolaire-II-stoornis
Cyclothyme stoornis
Bipolaire stoornis door een: middel/medicatie, somatische aandoening
Andere gespecificeerde bipolaire stoornis
Ongespecificeerde bipolaire stemmingsstoornis
Wat is de prevalentie van Depressie?
• ± 4% van de jongeren tussen 12 – 18 jaar
• ± 7% van de jongeren tussen 16 – 20 jaar
• ± 9% van jongvolwassenen (18 – 35 jaar)
Hoog risico op angststoornis of depressie.
Wat is de relatie tussen Stemming en Leeftijd?
Toename met leeftijd:
• Vanaf 9 jaar betrouwbaar rapporteren over interne ervaringen
• Meer (sociale) druk:
Vergelijking tussen jezelf en anderen
• Verwerven van objectconstantie
• Eind basisschool: besef dat dood permanent is
Wat is de relatie tussen Stemming en Geslacht?
Meer meisjes/vrouwen dan jongens/mannen (Reinecke et al., 2005; Ten Have et al., 2023):
Hormonaal:
- bij meisjes meer behoefte aan verbondenheid
- toename kwetsbaarheid voor verstoringen in interpersoonlijke relaties
Fysiek
- meer aandacht voor en druk op volwassen ‘gedrag’, passend bij uiterlijk, maar niet bij emotionele ontwikkeling en copingvaardigheden (mogelijk cultureel bepaald)
Rollen binnen systeem
- meer autonomie, conflict en angst (meer emotionele opvoeding voor meisjes)
Toename aan ‘afhankelijke’ life events met name voor meisjes (hoge emotionaliteit) en in interpersoonlijke sfee
Wat zijn 4 criteria Geldend voor ALLE Deprssieve stoornissen (niet voor Bipolair)?
De symptomen veroorzaken klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren of in het functioneren op andere belangrijke terreinen.
De episode kan niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van een middel of een somatische aandoening.
Het optreden van de depressieve episode kan niet worden verklaard door een schizoaffectieve stoornis, schizofrenie, een schizofreniforme stoornis, een waanstoornis of door een andere gespecificeerde of ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis.
Er heeft zich nooit een manische of hypomanische episode voorgedaan
Wat is het Klinische beeld & Diagnose van Depressieve stoornis?
Vijf (of meer) van de volgende symptomen zijn binnen dezelfde periode van twee weken aanwezig geweest en wijken af het eerdere functioneren; minstens één van de symptomen is ofwel (1) een sombere stemming, ofwel (2) verlies van interesse of plezier.
Sombere stemming, gedurende het grootste deel van de dag en bijna elke dag,
NB bij kinderen en adolescenten kan de stemming prikkelbaar zijn.
Duidelijk verminderd(e) interesse of plezier in alle of bijna alle activiteiten, gedurende het grootste deel van de dag, bijna elke dag.
Significant gewichtsverlies zonder dat dieet wordt gehouden, of gewichtstoename of bijna elke dag een afgenomen of toegenomen eetlust.
NB Bij kinderen moet gedacht worden aan het niet bereiken van de te verwachten gewichtstoename.
Insomnia of hypersomnia bijna elke dag
Psychomotorische agitatie of vertraging, bijna elke dag
Vermoeidheid of verlies van energie, bijna elke dag
Gevoelens van waardeloosheid of buitensporige of onterechte schuldgevoelens bijna elke dag
Verminderd vermogen tot nadenken of concentreren, of besluiteloosheid, bijna elke dag
Recidiverende gedachten aan de dood (niet alleen de vrees om dood te gaan), recidiverende suïcidegedachtenzonder een specifiek of een suïcidepoging, of een specifiek plan om suïcide te plegen.
Let op
Inschatting ernst
Eerste episode of terugkerend (recidiverend)?