1/51
eiwitsynthese, overerving, voortplanting
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
wat is eiwitsynthese?
het proces waarbij cellen eiwitten maken op basis van genetische informatie in het DNA.
Uit welke twee hoofdprocessen bestaat eiwitsynthese?
Transcriptie en Translatie
Waar vindt Transcriptie plaats?
in de celkern
Waar vindt translatie plaats?
in het cytoplasma, op de ribosomen
Wat gebeurd er tijdens transcriptie?
een deel van het DNA (een gen) wordt gekopieerd naar het mRNA.
Welk enzym is nodig voor Transcriptie?
RNA-polymerase
Wat is het verschil tussen DNA en RNA?
RNA bevat ribose (ipv deoxyribose),
uracil(ipv thymine) en is enkelstrengig.
welke base komt in RNA in de plaats van thymine (T)?
Uracil (U)
wat is een codon?
een reeks van drie basen op het mRNA die coderen voor een aminozuur
hoeveel verschillende codons zijn er mogelijk?
64
wat is het startcodon en waarvoor codeert het?
AUG- het codeert voor methionine en start de translatie
wat zijn stopcodons?
UAA,UAG,UGA - ze geven het einde van translatie aan.
Wat gebeurd er tijdens Translatie?
mRNA wordt vertaald in een keten van aminozuren (een eiwit) met behulp van ribosomen.
wat is de rol van tRNA?
het brengt aminozuren naar het ribosoom en herkent codons op mRNA via anticodons.
wat is een anticodon?
'een complementaire triplet van basen op tRNA die past bij het codon op mRNA
wat doet een ribosoom tijdens Translatie?
het leest codons op mRNA en koppelt bijbehorende aminozuren aan elkaar
wat gebeurt er als een stopcodon wordt bereikt?
translatie stopt, het eiwit komt los van het ribosoom
wat gebeurt er met het eiwit na translatie?
het vouwt zich tot zijn functionele vorm (secundaire, tertiaire structuur)
waarom is eiwitsynthese essentieel voor een cel?
eiwitten bepalen structuur en functie van de cel; zonder eiwitten kan een cel niet functioneren.
wat zou er gebeuren als er een fout optreedt in een codon?
mogelijk ontstaat een verkeerd aminozuur→verkeerd eiwit→ziektes of functie verlies
wat is het verband tussen genen en eiwitten?
een gen bevat de code voor één eiwit
wat is een DNA-molecule?
Een DNA molecule is een macromolecule met het uitzicht van een dubbele spiraalstructuur of een dubbele helixstructuur.
waaruit bestaat één nucleotide?
suikermolecule
fosfaatgroep
organische base
De nucleotiden kunnen vier verschillende basen bevatten:
Adenine
Guanine
Cytosine
Thymine
desoxyribonucleïnezuur
DNA
ribonucleïne zuur
RNA
wat zijn complementaire basen?
steeds dezelfde basen liggen tegenover elkaar
hoe worden de twee strengen samen gehouden?
de twee strengen worden samengehouden door waterstofbruggen tussen deze organische basen.
dipeptide
twee aminozuren (AZ) kunnen zich met elkaar verbinden tot een dipeptide
tripeptide
als er een derde aminozuur voegt ontstaat er een tripeptide
polypeptide
een samenvoeging van meerdere aminozuren wat kan leiden tot proteïne of eiwit
wat is een polysoom?
een reeks ribosomen die allemaal op één zelfde mRNA molecule zitten
stopcodon
het laatste triplet nucleotiden van het mRNA is het complement van een tRNA dat geen bindingsaffiniteit heeft aminozuur.
wat zijn primaire geslachtskenmerken?
de geslachtsorganen die van bij je geboorte hebt.
de uitwendige zichtbare: penis, de balzak, en de vagina.
de inwendige primaire geslachtskemerken: de baarmoeder, de eierstokken en de teelballen.
de secundaire geslachtskenmerken
de lichaamskenmerken die zich later ontwikkelen, zoals de verschillen in beharing, spierontwikkeling en borstontwikkeling.
functie klier van cowper
neutraliseren van urinezuur.
zaadblaasje
energievoorziening zaadcellen
functie eierstok
productie oestrogeen
functie bijbal
opslag van zaadcellen
hypofyse
productie FSH
functie eileider
vervoer van eicel en bevruchting
de follikel
naarmate de eicel rijpt wordt ze geleidelijk omgeven door een blaasje
wat treft men in de eierstok?
naargelang het rijpingsstadium waarin de eicel zich bevindt, treft men in de eierstok primaire, secundaire en graafse follikels aan. Rijpende follikels maken het vrouwelijk hormoon oestrogeen aan.
Oögenese
het proces van de vorming van rijpe eicellen bij vrouwen.
Oögonia
in de eierstokken van de foetus zijn er al een groot aantal eicelmoedercellen of kiemcellen aanwezig.
nog voor de geboorte beginnen die Oögonia met de meiose (meiose I) en ontwikkelen ze zich tot een primaire Oöcyt.
rond elke oöcyt vormt er zich een laag kleinere cellen, namelijk de follikelcellen. Samen vormen ze een primaire follikel
het zure milieu beschermt de vrouw tegen infecties.
vagina of schede
heeft een rekbare spierwand die ruimte geeft aan de baby
baarmoeder
de plaats waar de bevruchting gebeurt
eileider
productie van voorvocht of neutraliseren van urinezuur
klier van cowper
productie van een grote hoeveelheid spermavocht
prostaat
opslag van spermatozoïden (zaadcellen)
bijbal
afvoer van sperma
urinebuis