1/33
Korte vocabulaire flashcards over hoofdthema's uit de notities: vroege natuurfilosofen, Descartes, Kant, Nietzsche, Darwin, Wittgenstein, en hedendaagse houding ten opzichte van dieren, stoornissen en taal.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Filosofie
Studie naar de fundamenten van kennis, werkelijkheid en waarden; zoekt antwoorden op vragen over bestaan en betekenis.
Thales
Vroege natuurfilosoof: alles bestaat uit water; aarde drijft als vlot op kosmische zeeën.
Anaximander
Oerstof als ongedefinieerde substantie; aarde als ton.
Anaximenes
Lucht is de oorsprong van alles; aarde zweeft op omringende luchtstromen.
Arche/oerstof
De oorspong van alle dingen; centrale notie in vroege filosofie.
Plato
Zintuiglijke wereld is veranderlijk; ware kennis via onveranderlijke ideeën; twee werelden.
Aristoteles
Nadruk op zintuiglijke waarneming als basis voor kennis; empirisme in de oudheid.
Descartes
Kern van de moderne wijsbegeerte: twijfel als methode; 'ik denk, dus ik ben'; mechanistische natuur.
Substantiedualisme
Hersendelen (lichaam) vs. geest/denken als onderscheiden substanties.
Copernicus
Heliocentrisme: zon centraal, niet de aarde.
Kepler
Elliptische banen rond de zon; verbetering van Copernicaanse astronomie.
Galilei
Traagheidswet; bouwde telescoop; mechanisering van het wereldbeeld.
Thomas van Aquino
Scholastieke synthesis: verzoening Aristoteles met christendom.
Hume
Kritisch tegen Descartes; betwijfelt zekerheid; kennis gebaseerd op aannames en ervaring.
Ryle
Tegenhanger van Descartes: kritiek op het cartesiaanse dualisme; 'ghost in the machine' idee.
La Mettrie
Eerste materialist: 'L'homme machine'; geest en hersenen zijn identiek.
Nagel
'Hoe is het om een vleermuis te zijn?': subjectieve ervaring en qualia.
Vaucanson
Mechanische eend; illustratie van mechanisering van het wereldbeeld.
Bentham
Utilitarisme: grootste geluk voor het grootste aantal; nut bepaalt handelen.
Regan
Dieren hebben morele rechten; intrinsieke waarde van dieren.
Darwin
Natuurlijke selectie; variatie; erfelijkheid; evolutie als blind proces.
Dennett
Kritiek op puur adaptationisme; natuurlijke selectie als 'bricoleur' i.p.v. perfecte ingenieur.
Paley
Argument from design: horlogemaker als bewijs voor goddelijke ontwerper.
Freud
Drie beschavingskrenkingen: kosmologische, psychologische en biologische; onbewuste invloed op menselijk gedrag.
Chomsky
Poverty of the stimulus; taalverwerving als aangeboren systeem; taalkundige modulariteit.
Wittgenstein
Doel van filosofie als taaltherapie; betekenis voort uit gebruik; taalspel en context.
Russell
Logisch-atomistisch beeld van taal; betekenis via verwijzing naar feiten; filosofie als omgaan met onzekerheid.
Kant
Deontologie: moraal gebaseerd op de goede wil en de morele wet; categorische imperatief.
Nietzsche
Übermensch; kritiek op moraal; ressentiment; herdefinitie van waarden.
Aristoteles Deugdethiek
Ethiek gaat over wie je bent; deugd als karakter; praktische wijsheid.
Boorse
Naturalistische definitie van stoornis: disfunctie in biologische/psychologische systemen.
Cooper
Normativistische stoornisdefinitie: stoornis als schade; subjectieve en objectieve schade.
Wakefield
Hybride definitie van stoornis: schadelijke disfunctie (functie + schade vereist).
Rosenhan
Experiment over psychiatrische diagnose: bevestiging van vereisten voor 'schizofrenie' door pseudo-patiënten.