1/87
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Actieve plaats
de plaats waar het enzymmolecuul bindt aan het substraatmolecuul
Activeringsenergie
de energie die nodig is om de reactie te starten
Additieven
stoffen die zijn toegevoegd om het voedingsmiddel aantrekkelijker of langer houdbaar te maken
ADH
aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van een voedingsstof (ook een hormoon)
ADI
aanbevolen dagelijkse inname; de maximale hoeveelheid van een additief die je per dag per kg lichaamsvet zonder problemen kunt eten
Alvleessap
product van de alvleesklier, bevat de pH verhogende stof HCO3- en enzymen die koolhydraten, eiwitten en vetten verteren
Aminozuren
(20) bouwstenen van eiwitten
Amylase
enzym dat zetmeel afbreekt
Antiport
transport waarbij stoffen samen in tegengestelde richting door een membraan bewegen
Apolair
met gelijke ladingsverdeling
Appendix
wormvormig aanhangsel van de blinde darm
Atherosclerose
dichtslibben van de slagaders door vetophoping
Bilirubine
afbraakproduct van hemoglobine, afkomstig uit levercellen
Blinde darm
begin van de dikke darm
Chylomicron
een blaasje vetten, verpakt in een hydrofiele coating
Chymotryptase
enzym uit de alvleesklier dat eiwitmoleculen en polypeptiden afbreekt
Condensatie
reactie bij de assimilatie van moleculen waarbij water afsplitst
Cotransport
transport waarbij stoffen samen bewegen door een membraan
Darmflora
(microbiotica) de verschillende soorten bacteriën in je darmkanaal
Darmplooien
golfvormige opbouw wand van de dunne darm, waardoor het oppervlak voor de resorptie vergroot
Darmsapklieren
klieren in de darmwand die darmsap met enzymen afgeven aan de dunne darm
Denatureren
verlies van de ruimtelijke structuur van eiwitten, waardoor ze ook hun werking verliezen
Diglyceride
vetachtige stof, bestaat uit glycerol en twee vetzuren
Dikke darm
deel van het verteringskanaal na de dunne darm, bevat bacteriën (darmflora); haalt water uit de voedselbrij
Dipeptidase
enzym dat een dipeptide splitst in twee aminozuren
Dipeptiden
een molecuul dat bestaat uit twee aminozuren
Disacharide
twee aan elkaar gekoppelde monosachariden, bijvoorbeeld twee moleculen glucose vormen maltose
Dunne darm
deel van het verteringskanaal tussen de maag en de dikke darm
Eiwitten
bouwstof voor onder andere enzymen en spieren; brandstof
Emulsie
een mengsel van vloeistoffen die normaal gesproken niet mengen
Endeldarm
(rectum) laatste stuk van de dikke darm, slaat ontlasting op
Enzymen
eiwitten die een specifieke reactie versnellen zonder zelf te veranderen
Enzym-substraatcomplex
binding van een enzymmolecuul met het bijbehorende substraatmolecuul
Gal
product van de lever, draagt bij aan de vertering van vetten door het oppervlak te vergroten (emulgeren); de galblaas slaat tijdelijk gal op
Gebreksziekte
ziekten die ontstaan bij een gebrek aan een vitamine
HDL
('High Density Lipoproteins') transportblaasjes in de bloedbaan met veel eiwitten die cholesterol uit de bloedbaan naar de lever transporteren
Hydrofoob
onoplosbaar in water
Hydrolyse
splitsen van een macromolecuul met behulp van water
Koolhydraten
brandstof voor de cellen in de vorm van glucose; bouwstof voor bijvoorbeeld receptoreiwitten; reservestof voor mens en dier (glycogeen)
LDL
('Low Density Lipoproteins') transportblaasjes die cholesterol uit de lever in de bloedbaan afgeven
Lipase
enzym uit de alvleesklier dat vetmoleculen afbreekt tot glycerol, vetzuren en monoglyceriden
Lymfevaten
transportvaten naast het bloedvatsysteem, vervoeren het grootste deel van in de darm opgenomen stoffen naar de ondersleutelbeenaders
Maag
deel van het verteringskanaal tussen de slokdarm en de twaalfvingerige darm; kneedt het voedsel, verteert eiwitten en doodt bacteriën door maagzuur
Maagportier
kringspier aan het einde van de maag die het voedsel in de maag vasthoudt en beetje bij beetje doorgeeft aan de twaalfvingerige darm
Maagsapklieren
klieren die maagsap afgeven aan de maaginhoud
Macromoleculen
moleculen die opgebouwd zijn uit grotere aantallen kleinere moleculen
Mechanische verkleining
het verkleinen van voedseldeeltjes door te kauwen, hierdoor neemt het oppervlak van de voedseldeeltjes toe
Micellen
kleine vetdruppeltjes, van enkele tientallen nanometers groot, in een emulsie
Microbioom
alle micro-organismensoorten die in en op je lichaam leven
Microvilli
membraanuitstulping van de dekweefselcellen in de darmwand. Geven een vergroting van het darmoppervlak
Monoglyceride
vetachtige stof, bestaat uit glycerol en een vetzuur
Monosacharide
enkelvoudig suikermolecuul, bijvoorbeeld glucose
Na+ - K+ -pomp
membraaneiwit dat Na+-ionen actief de cel uitpompt en K+-ionen de cel in
Nucleasen
enzymen uit het alvleessap en dunne darmsap die DNA en RNA uit het voedsel afbreken
Oligopeptide
een macromolecuul van een klein aantal aminozuren
Optimum-pH
de pH (zuurgraad) waarbij de werkzame enzymmoleculen samen het hoogste aantal omzettingen per tijdseenheid verrichten
Optimumtemperatuur
de temperatuur waarbij de werkzame enzymmoleculen samen het hoogste aantal omzettingen per tijdseenheid verrichten
Pepsinogeen
inactief pro-enzym van de maagsapklieren waaruit in de maag onder invloed van het zoutzuur het actieve peptase ontstaat
Peptase
actief enzym in de maag dat eiwitten afbreekt
Peptidase
enzym dat polypeptiden en oligopeptiden splitst. Een exopeptidase knipt een aminozuur aan het uiteinde af, een endopeptidase knipt middenin een polypeptide
Peptidebinding
binding tussen een carboxylgroep (-COOH) en een aminogroep (-NH2) van twee aminozuren
Peristaltische bewegingen
samentrekken van lengte- en kringspieren, waardoor de voedselbrij door het darmkanaal gaat
Polair
met ongelijke ladingsverdeling
Polypeptide
een macromolecuul van enkele tientallen aminozuren
Polysacharide
macromolecuul, opgebouwd uit een groot aantal monosachariden
Poortader
bloedvat dat stoffen van het darmkanaal naar de lever transporteert
Prebiotica
onverteerbare plantenresten waar nuttige bacteriën in je darmen van leven
Probiotica
bacteriën in je voedsel die je gezondheid bevorderen
Resorptie
de opname van voedingsstoffen
Slokdarm
eerste deel van het verteringskanaal, brengt voedsel van de mondholte naar de maag
Speekselklieren
klieren die speeksel afgeven in de mondholte
Spoorelementen
mineralen waar je maar weinig van nodig hebt
Substraatmolecuul
het molecuul of de moleculen waar het enzymmolecuul op inwerkt
Substraatspecifiek
enzymen katalyseren de reactie van slechts 1 type substraat
Symport
transport waarbij stoffen samen in dezelfde richting door een membraan bewegen
Tight-junction
strakke verbinding tussen twee cellen, o.a. in het darmepitheel
Triglyceride
vetmolecuul, bestaat uit glycerol en drie vetzuren
Tryptase
enzym uit de alvleesklier dat eiwitmoleculen en polypeptiden afbreekt
Twaalfvingerige darm
begin van de dunne darm, waar alvleessap + gal uitkomen
Vertering
de afbraak van moleculen uit het voedsel door enzymen
Verteringsenzymen
enzymen die samengestelde moleculen in het verteringskanaal afbreken tot voor de darmcellen opneembare moleculen
Vetten
brandstof voor cellen; bouwstof voor membranen en hormonen; warmte-isolatie; reservestof voor mens en dier
Villi
darmvlokken, uitstulping van de wand van de dunne darm , waardoor het oppervlak voor de resorptie vergroot
Vitaminen
essentiële voedingsstoffen die het lichaam in kleine hoeveelheden nodig heeft
Voedingsstoffen
onderdelen van voedingsmiddelen, bv: eiwitten en koolhydraten
Voedingsvezels
onverteerbare plantaardige koolhydraatmoleculen
Voedselallergie
een heftige reactie op een normale voedingsstof
Zoutzuur
(maagzuur) zuur uit de maagsapklieren dat bacteriën doodt en bijdraagt aan de eiwitvertering door de pepsinogeen te activeren tot het actieve peptase