1/39
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
marquer un but
een doelpunt scoren
consister à
bestaan in, bestaan uit
faire le tour
om heen lopen
persister à
volharden in, blijven
deviner
raden
remplir
vullen, invullen
aménager
inrichten
tailler
snoeien, snijden
insister
aandringen
attaquer
aanvallen
franchir
overgaan, overschrijden
combattre
bestrijden
supplier
smeken
remettre
overhandigen
renoncer à
afzien van
s'échapper
vluchten, ontsnappen, ontvluchten
recourir à
zich wenden tot
persuader
overtuigen
manier
hanteren, omgaan met
parvenir à
lukken, slagen in
précéder
voorafgaan
partager
delen
attacher
vastmaken
disparaître
verdwijnen
se maquiller
zich opmaken
briser
breken, inslaan
rejoindre
zich voegen bij
intervenir
tussenbeide komen
veiller à
waken, ervoor zorgen
céder
afstaan
rétablir
herstellen
amener
meenemen, meebrengen
piloter
sturen, besturen
démarrer
starten
gravir
klimmen, beklimmen, klimmen op
extraire
trekken, uittrekken
accéder à
toegang hebben tot
user, user de
gebruiken
maintenir
handhaven
priver de
ontnemen