Kaarten: KVL Gedrags- en emotionele problemen 1ste jaar ORTHO | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/314

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

315 Terms

1
New cards

Kinderen met gedrags- en emotionele problemen

Overkoepelende term voor alle kinderen én jongeren die zichtbaar ongewoon gedrag of zichtbaar abnormale emoties vertonen. Los van ernst, oorzaak of context. Zowel externaliserend als internaliserend.

2
New cards

1. Lichte, tijdelijke problemen als reactie op nieuwe situaties

2. Gedrag ten aanzien van specifieke personen of situaties

3. Gedrag dat leeftijds- of fasegebonden is

4. Ernstige gedrags- en emotionele problemen dat chronisch, langdurig, blijvend, frequent en overheen verschillende domeinen

4 ≠ vormen van GEP

3
New cards

Gedrags- en emotionele stoornissen

Ernstige gedrags- en emotionele problemen dat chronisch, langdurig, blijvend, frequent en overheen verschillende domeinen

4
New cards

Ontwikkelingsstoornissen

Gedrag dat een belemmering vormt voor de normale ontwikkeling van een kind, deze kan vertraagd of verstoord verlopen in vergelijking met de normale ontwikkeling op één of meerdere domeinen.

5
New cards

Ontwikkelingsperspectief

Continuüm

Context

Informant

Bepalende factoren bij de beoordeling van GEP (4)

6
New cards

Ontwikkelingsperspectief

Bepalende factor: vereiste kennis van de normale ontwikkeling v/e kind, inzicht verwacht adequaat gedrag passend bij de leeftijd

7
New cards

Continuüm

Bepalende factor: gedrag plaatsen op een schaal waarbij ernst, chroniciteit en intensiteit afgewogen worden, vaak is het bepalen van de grens met normaal gedrag niet evident

8
New cards

Context

Bepalende factor: vind het gedrag in elke setting plaats of enkel in specifiek situaties, wat is de context en is er één context of meerdere

9
New cards

Informant

Bepalende factor: wie geeft aan dat er problemen zijn, wat is hun kennis over ontwikkelingsfases en daarbij verwacht gedrag

10
New cards

Externaliserend probleemgedrag

PG gekenmerkt door een sterk ongeremd karakter, gericht op de buiten wereld (vb. agressie, hyperactiviteit, ongehoorzaamheid, ...)

11
New cards

Internaliserend probleemgedrag

PG gekenmerkt door sterk geremd karakter, gericht op zichzelf (vb. angstig, verlegen, depressief, ...)

12
New cards

Classificatie

Op basis van gelijke eigenschappen en onderlinge relaties, groepen en problemen systematisch ordenen

13
New cards

Gemeenschappelijke taal, bevorderlijk voor communicatie

Voordeel van classificatie

14
New cards

Diagnostiek

Gaat verder dan classificatie, men wil ook inzicht krijgen in de kenmerken van gedrag of problemen, niet louter benoemen.

15
New cards

1. Inzicht in kenmerken van gedrag of problemen

2. Oorzaak vaststellen

3. Ondersteuning bieden

4. Prognose stellen

Bijkomende doelstelling van diagnostiek vs. classificatie

16
New cards

Klinisch-psychiatrisch en empirisch-statisch

2 vormen van classificatie

17
New cards

Klinisch-psychiatrische classificatiesystemen

Classificatievorm volgens diagnostische en differentiaal diagnostische criteria

18
New cards

Empirisch-statisch classificiatiesysteem

Classificatievorm steunend op resultaten van multivariate analyses op gegevens verzameld via steekproeven.

19
New cards

1. Onafhankelijke en duidelijk afgelijnde ziekte entiteiten

2. adhv diagnostische en differentiaal diagnostische criteria

3. Categoriaal

4. Stoornissen geoperationaliseerd dmv criteria

Kenmerken van het klinisch-psychiatrisch classificatiesysteem

20
New cards

Kernsymptomen

Duur

Aanvang

Mate waarin de stoornis het normaal functioneren verstoord

Doormiddel van welke criteria worden stoornissen geoperationaliseerd in een klinisch-psychiatrisch classificatiesysteem? (4)

21
New cards

DSM5

Bekendste klinisch-psychiatrisch classificatiesysteem

22
New cards

Diagnostic and statistical manual of mental disorders

DSM

23
New cards

DSM

Medisch model, met duidelijk omschreven domeinen met veronderstelde oorzaken bij iedere stoornis

24
New cards

Mate van ernst van de symptomen

Het dimensionele aspect van DSM5

25
New cards

ICD

Classificatiesysteem ontwikkeld door WHO, tegenhanger DSM

26
New cards

Psychometrische invalshoek

Wat is de invalshoek van het empirisch-statisch classificatiesysteem?

27
New cards

Resultaten van multivariate analyses op gegevens verzameld in grote steekproeven van kinderen

Op welke type resultaten leunt het ESC systeem?

28
New cards

Gedragsvragenlijsten

Voorbeeld type steekproeven waarom ECS systemen leunen

29
New cards

Diagnostisch

Wanneer een welbepaald aantal criteria van een stoornis bij een individu positief wordt gescoord

30
New cards

Differentiaal diagnostisch

Wanneer criteria van andere stoornissen kunnen worden

uitgesloten

31
New cards

Teacher Report Form

Gedragsvragenlijst voor kinderen - TRF

32
New cards

Child Behavior Checklist

Gedragsvragenlijst voor kinderen - CBCL

33
New cards

Gedragsvragenlijst voor kinderen

Wat is Youth Self Report?

34
New cards

Eerste globale indruk geven v/d problematiek

Wat doet een ESC voornamelijk?

35
New cards

Syndroomschaal

Afgebakende clusters met vaak voorkomende gedragsproblemen

36
New cards

Internaliserend gedrag

Wat geven de eerste 3 syndroomschalen weer van het ASEBA?

37
New cards

Achenbach System Empirically Based Assessment

ASEBA

38
New cards

Gedragsprofiel

Uitkomst van een syndroomschaal uitgedrukt als

39
New cards

Signaalfunctie

Wat is de functie van ASEBA?

40
New cards

Dimensioneel classificatiesysteem

ASEBA plaatst elk syndroom op een continuüm en is dus een

41
New cards

Diagnostiek

Besluitvormingsproces met als doel via systematisch onderzoek het inzicht i/d aard van een problematiek te verhogen en van daaruit gepast ondersteuningsaanbod formuleren

42
New cards

Diagnostiek

Proces van aanmelding tot conclusie

43
New cards

Ondersteuning

Alle mogelijke methoden om een kind concreet te helpen

44
New cards

1. Leunt dicht aan bij classificatie

2. Beoogt het stellen van een formele diagnose

3. Onderkennende diagnose

4. Zegt niets over de noodzakelijke ondersteuning

Kenmerken van diagnostiek in de enge zin

45
New cards

1. Onderzoeken/vaststellen v/d oorzaak of aard v/d toestand, situatie of probleem

2. Uiteenzetting of conclusie v/d oorzak of aard v/d toestand, situatie of probleem

3. Inschatting therapeutische mogelijkheden

4. Vormt basis voor persoonsgerichte ondersteuning

Kenmerken van diagnostiek in de ruime zin (5)

46
New cards

Diagnostische cyclus

1. Aanmelding

2. Klachtenanalyse

3. Probleemanalyse

4. Verklaringsanalyse

5. Indicatieanalyse

6. Advies

47
New cards

Diagnostische cyclus

Geheel van stappen ondernomen om inzicht i/d verklaring v/e problematiek te verkrijgen

48
New cards

1. Aanmelding

2. Klachtenanalyse

3. Probleemanalyse

4. Verklaringsanalyse

5. Indicatieanalyse

6. Advies

Stappen binnen de diagnostische cyclus (6)

49
New cards

Hokjesdenken

Labelen

Reductie tot stoornis (stigmatiseren)

Focus op stoornis

Persoon gaat zich gedragen naar en zet het in als excuus

Nadelen diagnosestelling (5)

50
New cards

Opluchting

Begrip en erkenning

Wegnemen schuldgevoelens

Communicatie tss professionals

Toegang tot erkenning en ondersteuning (overheid)

Voordelen diagnosestelling (5)

51
New cards

Stellen van een diagnose is noot een doel op zich, maar een aanknopingspunt met de ondersteuning

Orthopedagogische stelling diagnose

52
New cards

Oppositioneel Defiant Disorder

ODD (eng)

53
New cards

Oppositioneel Opstandige Stoornis

ODD (nl)

54
New cards

Conduct Disorder

CD (eng)

55
New cards

Normoverschrijdende gedragsstoornis

CD (nl)

56
New cards

Disruptieve, impulsbeheersing- en andere gedragsstoornissen

Domein binnen DSM5 waaronder ODD valt

57
New cards

Problemen zelfbeheersing mbt emoties en gedrag

Problemen schenden rechten van anderen of de maatschappelijke normen

Ontstaan bijna altijd in kindertijd of adolescentie

Kenmerken van het domein binnen DSM5 waaronder ODD valt (3)

58
New cards

ODD

CD

Periodiek explosieve gedragsstoornis

Anti-sociale persoonlijkheidsstoornis

Pyromanie

Kleptomanie

Andere ongespecificeerde

Stoornissen die onder het domein "desruptieve impulsbeheersing- en andere gedragsstoornissen" vallen

59
New cards

Externaliserend spectrum

Verschil tussen stoornissen op basis van zelfbeheersing

60
New cards

Onbeheerst gedrag en slecht gecontroleerde emoties

De 2 uitersten op het externaliserend spectrum

61
New cards

Onbeheerst gedrag

CD is een vorm van ... (externaliserend spectrum)

62
New cards

Onbeheerst gedrag

Anti-sociale persoonlijkheidsstoornis is een vorm van ... (externaliserend spectrum)

63
New cards

Slecht gecontroleerde emoties

Periodiek explosieve gedragsstoornis is een vorm van ... (externaliserend spectrum)

64
New cards

Centraal gelegen

ODD ligt ... op het externaliserend spectrum

65
New cards

ODD

Symptomen: Lijdensdruk, negatieve invloed op sociale, schoolse of beroepsmatig functioneren

66
New cards

ODD

Eerste symptomen vinden plaats in de peuter- en kleuterjaren (zelden in adolescentie) en kan op latere leeftijd anti-sociaal gedrag ontwikkelen

67
New cards

CD

Minstens 3-15 symptomen in het afgelopen jaar, met min. 1 categorie in de afgelopen 6 maanden (gedragsstoornis)

68
New cards

Symptomen komen tot uiting:

in 1 setting

aanwezig in min. 2 settings

meer dan 3 settings

Dimensionele aspect van ODD (3)

69
New cards

ODD

Symptomen: boze prikkelbare stemming, brutaal, ongehoorzaam, ontevreden

70
New cards

CD

Symptomen: Pesten, bedreigen of intimideren, vechten, gebruik wapens, mishandeling dieren/mensen, diefstal in directe confrontatie, dwingen tot seksuele handelingen (gedragsstoornis)

71
New cards

CD

Symptomen: Opzettelijke brandstichting, vernieling (gedragsstoornis)

72
New cards

ODD

Minstens 4-8 symptomen, gedurende minstens 6 maanden

73
New cards

CD

Symptomen: Inbreken, oplichting, diefstal (gedragsstoornis)

74
New cards

CD

Symptomen: Weg van huis voor 13 jaar, min. 2 x weglopen, spijbelen

75
New cards

ODD

Symptomen: Niet voldaan aan criteria v/e disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis

76
New cards

CD

Symptomen: veroorzaakt klinische significante beperkingen i/h functioneren op school of andere gebieden (gedragsstoornis)

77
New cards

CD

Criteria: indien ouder dan 18 jaar en voldoet niet aan de kenmerken van anti-sociale persoonlijkheidsstoornis (gedragsstoornis)

78
New cards

ODD

Symptomen: Verlies van kalmte, vaak lichtgeraakt, snel geërgerd, vaak baas of ontevreden

79
New cards

Symptomen:

Weinig schade voor anderen

Milde en ernstige

Veel en aanzienlijke schade voor anderen

Dimensionele aspect van CD (3)

80
New cards

1. Boze/prikkelbare stemming

2. Ruziezoekend/openlijk ongehoorzaam gedrag

3. Wraakzucht

Criteria categorieën bij ODD in DSM5 (3)

81
New cards

Periodiek explosieve gedragsstoornis

Symptomen: Heftige woed-uitbarstingen, negatieve invloed op dagelijkse functioneren, vaak juridische en/of financiële gevolgen

82
New cards

1. Agressie

2. Vernieling

3. Bedrog of diefstal

4. Ernstige overtredingen van regels

Criteria categorieën bij CD in DSM5 (4)

83
New cards

ODD

Symptomen: Veel ruzie met gezagsfiguren, verzet zich actief tegen of weigert te voldoen aan regels of verzoeken, ergert anderen opzettelijk, geeft andere de schuld

84
New cards

Beperkte pro-sociale emoties

Wat is de extra specificatie bij CD die de kans vergroten op instrumentale agressie

85
New cards

1. Gebrek aan schuld/berouw

2. Ongevoelig, weinig empathie

3. Onverschillig over prestaties

4. Vlak, geen affectie

Wat zijn de kenmerken van beperkte pro-sociale emoties bij CD? (4)

86
New cards

CD

Kan evolueren in de volwassenheid naar een anti-sociale persoonlijkheidsstoornis

87
New cards

Periodiek explosieve stoornis

Recidiverende korte periodes van slecht gecontroleerde agressieve impulsen

88
New cards

1. Ten minste 6 jaar oud

2. Heftigheid van agressie is niet in verhouding met de directe aanleiding

3. Negatieve invloed op dagelijks functioneren

4. Vaak juridische en financiële gevolgen

5. Uitbarstingen komen snel opzetten en duren korter dan 30 min.

6. Vaak als reactie op geringe provocatie v/e bekende

Kenmerken van periodiek explosieve gedragsstoornis (6)

89
New cards

Jongens

GEP komen vaker voor bij (J/M)

90
New cards

Meisjes

Internaliserend probleemgedrag komt vaker voor bij (J/M)

91
New cards

minder sterke sociale middens

GEP vaker aanwezig in ... (SES)

92
New cards

ADHD

Depressie

Sociale angsstoornis

ODD en CD gaan bijna altijd gepaard met (3)

93
New cards

ODD

CD

ADHD

ASS

Periodiek explosieve stoornis kan samengaan met ... (4)

94
New cards

Systematische observatie

Klinisch interview

Verkennend interview

Specifieke vragenlijsten

Brede screeningsvragenlijsten

Schalen

Testprocedures

Hulpmiddelen bij het stellen van een onderkennende (of classificerende) diagnostiek (7)

95
New cards

Observeer

Uit vermoeden

Praat met kinderen

Respecteer het tempo van het kind

Doe geen beloftes

Geen geheimhouding

Stappen bij vermoeden van kindermishandeling (6)

96
New cards

Verandering in het gedrag

Functioneren geeft reden tot bezorgheid

Onverklaarbare letsels

Veel school-ziekteverzuim

Signalen van kindermishandeling (2) bij het kind

97
New cards

Schijnbaar alles in orde

Vreemde, onsamenhangende verklaringen voor letsels

Regelmatige dokterbezoeken

Vaak verhuizen

Gebrek aan belangstelling

Afwijzende houding tov kind

Signalen van kindermishandeling (2) bij de ouders

98
New cards

Collectieve preventie

Voorkomen van interpersoonlijk geweld via de samenleving, gericht op volledige bevolking, via campagnes

99
New cards

individuele preventie

Voorkomen van interpersoonlijk geweld via geïndiceerde programma's, waarbij men richt op voorkomen van herhaling, minimaliseren van gevolgen en stabiliteit van het gezin.

100
New cards

Onderkennende diagnose

Resultaat van diagnostiek in de enge zin.