Biologie Samenstelling van cellen en organismen

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
full-widthCall with Kai
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/123

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

124 Terms

1
New cards

Welke drie hoofdgroepen van verbindingen kun je in elk organisme onderscheiden?

Water, mineralen (anorganische ionen) en biomoleculen (organische koolstofverbindingen).

2
New cards

Welke stoffen zijn anorganisch?

Water en mineralen.

3
New cards

Welke stoffen zijn organisch?

Koolstofverbindingen zoals sachariden, lipiden, proteïnen en nucleïnezuren.

4
New cards

In welke vorm slaan planten reserve-energie op?

In de vorm van sachariden, zoals zetmeel.

5
New cards

Hoe gebruiken dieren sachariden?

Als directe brandstof voor energielevering (bijvoorbeeld glucose).

6
New cards

In welke vorm slaan dieren hun reserve-energie op?

In lipiden (vetten).

7
New cards

Waarom hebben dieren een hoger proteïnegehalte dan planten?

Omdat dieren veel spierweefsel hebben, dat grotendeels uit proteïnen bestaat.

8
New cards

Wat is de ‘verse massa’ van een organisme?

De massa inclusief water.

9
New cards

Wat is de ‘droge massa’?

Wat overblijft na het verdampen van al het water uit de verse massa.

10
New cards

Hoe bepaal je het watergehalte van een organisme?

Door het verschil te berekenen tussen de verse massa en de droge massa.

11
New cards

Bij welke temperatuur wordt de verse massa gedroogd om de droge massa te bepalen?

Bij 105 °C gedurende enkele uren.

12
New cards

Wat is het watergehalte van planten (ongeveer)?

75%.

13
New cards

Wat is het watergehalte van dieren (ongeveer)?

60%.

14
New cards

Wat is het watergehalte van de mens (ongeveer)?

65%.

15
New cards

Waar bevindt zich het meeste water in het lichaam?

In de cellen (intracellulair water).

16
New cards

Hoe wordt het water genoemd dat buiten de cellen voorkomt?

Extracellulair water.

<p>Extracellulair water.</p><p></p>
17
New cards

Welke twee soorten extracellulair water bestaan er?

  • Intercellulair water (tussen de cellen, in de weefselvloeistof)

  • Intravasaal water (in het bloedplasma)

<ul><li><p>Intercellulair water (tussen de cellen, in de weefselvloeistof)</p></li><li><p>Intravasaal water (in het bloedplasma)</p></li></ul><p></p>
18
New cards

Wat is intravasculair water?

Water binnen de bloedvaten, in het bloedplasma.

<p>Water binnen de bloedvaten, in het bloedplasma.</p>
19
New cards

Wat is intercellulair water?

Water tussen de cellen, in de weefselvloeistof.

<p>Water tussen de cellen, in de weefselvloeistof.</p>
20
New cards

Droge massa

mineralen (anorganische ionen) + Biomoleculen of koolstofverbindingen (organische moleculen)

21
New cards

waarom hebben wij maar 0,3% sachariden en planten hebben 18% 

omdat dit voor planten reserve stoffen is en bij ons is vetten onze reserve 

22
New cards

waarom hebben wij 13% lipiden en planten maar 1% 

omdat vetten voor ons de reserve stoffen zijn

23
New cards

waarom hebben wij 15% vetten en planten 5%

omdat wij vele meer spieren hebben

24
New cards

wat hoort er bij organische moleculen?

Sachariden, Nucleïnezuren, Lipiden, Proteïnen

25
New cards

Mineralen en water zijn … stoffen.

anorganische

26
New cards

anorganische

Mineralen en water

27
New cards

waarom zijn Sachariden, Nucleïnezuren, Lipiden, Proteïnen organische stoffen 

Ze bevatten koolstof (C) — en dat is het kenmerk van organische verbindingen.

28
New cards

waarom zijn Mineralen en water anorganisch

Bevatten meestal géén koolstof (C)
Komen zowel in de levende als de niet-levende natuur voor

29
New cards

Waarom kunnen chemische reacties alleen plaatsvinden in aanwezigheid van water?

Omdat reagentia zich in water kunnen bewegen en zo tegen elkaar botsen om een reactie te vormen.

30
New cards

wat is reagentia

  • Reagentia = de beginstoffen van een chemische reactie.

  • Tijdens de reactie veranderen ze en worden ze omgezet in reactieproducten.

31
New cards

wat is Reactieproducten

nieuwe stoffen die ontstaan

32
New cards

Wat doet water in chemische reacties als medium?

Het maakt beweging en contact tussen reagentia mogelijk.

33
New cards

Wat betekent het dat water een reagens is?

Dat watermoleculen zelf deelnemen aan de reactie en daarna verdwijnen in de reactieproducten.

34
New cards

Geef een voorbeeld van een reactie waarbij water als reagens optreedt.

De splitsing (hydrolyse) van sacharose:
C₁₂H₂₂O₁₁ + H₂O → C₆H₁₂O₆ + C₆H₁₂O₆ (glucose + fructose)

35
New cards

Wat betekent het dat water een reactieproduct kan zijn?

Dat bij de reactie tussen moleculen water ontstaat als bijproduct.

36
New cards

Geef een voorbeeld van een reactie waarbij water een reactieproduct is.

De vorming van sacharose:
C₆H₁₂O₆ + C₆H₁₂O₆ → C₁₂H₂₂O₁₁ + H₂O

37
New cards

Hoe heet het proces waarbij water wordt afgesplitst bij de vorming van grotere moleculen?

Condensatiereactie.

<p>Condensatiereactie.</p>
38
New cards

Hoe heet het proces waarbij water wordt verbruikt om grotere moleculen te splitsen?

Hydrolyse

<p>Hydrolyse</p>
39
New cards

wat is Hydrolyse

chemische reactie waarbij een watermolecuul een binding verbreekt en zo een chemische verbinding in tweeën splitst

40
New cards

Waarom is water een goed oplosmiddel?

Omdat water een polair molecuul is.

41
New cards
<p>wat is een polair molecuul</p>

wat is een polair molecuul

Een polair molecuul is een molecuul waarbij de elektrische lading ongelijk verdeeld is.

👉 Dat betekent dat het molecuul een gedeeltelijk positieve kant en een gedeeltelijk negatieve kant heeft.

Lossen goed op in andere polaire stoffen, zoals water

<p>Een <strong>polair molecuul</strong> is een <strong>molecuul waarbij de elektrische lading ongelijk verdeeld is</strong>.<br><br><span data-name="point_right" data-type="emoji">👉</span> Dat betekent dat het molecuul een <strong>gedeeltelijk positieve kant</strong> en een <strong>gedeeltelijk negatieve kant</strong> heeft.<br><br><strong>Lossen goed op in andere polaire stoffen</strong>, zoals water</p>
42
New cards

Polair & Apolair ?

Polair = met polen (geladen kanten)
Apolair = zonder polen (geen ladingsverschil)

43
New cards

Wat lost goed op in water?

Polaire moleculen (zowel anorganische als organische stoffen).

44
New cards

Wat lost slecht op in water?

Apolaire stoffen.

45
New cards

Hoe kunnen apolaire stoffen toch getransporteerd worden in het lichaam?

Door ze te binden aan oplosbare (polaire) moleculen of eiwitten.

46
New cards

Hoe wordt zuurstofgas (O₂) in het lichaam vervoerd als het slecht oplost in water?

Gebonden aan het eiwit hemoglobine in de rode bloedcellen.

47
New cards

In welke ionen kan water zich splitsen?

in een waterstofion (H⁺) en een hydroxide-ion (OH⁻).

48
New cards

Wat gebeurt er met een zuur zoals HCl in water?

Het ioniseert: HCl → H⁺ + Cl⁻

49
New cards

Ioniseren betekent:

dat ze uit een vallen in ionen (H+ en Cl-)

Het uiteenvallen van een molecuul in ionen (geladen deeltjes) wanneer het in water kom

een neutraal molecuul → verandert in positief en negatief geladen deeltjes.

50
New cards

Wat bepaalt de zuurtegraad (pH) van een oplossing?

De concentratie van H⁺-ionen.

51
New cards

Wat betekent een lage pH?

Er is een hoge concentratie H⁺-ionen → zuur milieu.

52
New cards

Wat betekent een hoge pH?

Er is een lage concentratie H⁺-ionen → basisch milieu.

53
New cards

Waarom is water belangrijk als transportmiddel?

🚚

Omdat veel stoffen erin opgelost kunnen worden en het de belangrijkste component is van lichaamsvloeistoffen.

54
New cards

Noem de transportsystemen bij de mens waarin water een grote rol speelt.

Het bloedvatenstelsel (toe en heeft een pomp) en het lymfevatenstelsel (open en geen pomp maar klepjes)

<p>Het bloedvatenstelsel (toe en heeft een pomp) en het lymfevatenstelsel (open en geen pomp maar klepjes)</p><p></p>
55
New cards

Wat is de samenstelling van bloed en lymfevloeistof in termen van watergehalte?

Ze bestaan grotendeels uit vloeistof die rijk is aan water.

56
New cards

Hoe wordt water gebruikt voor transport in planten?

Via de houtvaten en zeefvaten in de vaatbundels.

<p>Via de houtvaten en zeefvaten in de vaatbundels.</p>
57
New cards
<p>houtvaten (xyleen) transport welk?</p>

houtvaten (xyleen) transport welk?

opgaand transport

58
New cards
<p>zeefvaten welk transport</p>

zeefvaten welk transport

neergaand transport

59
New cards

Welke stoffen worden in planten via water getransporteerd?

Mineralen, suikers en andere voedingsstoffen.

60
New cards

Noem drie hoofdfuncties van water in organismen.

  1. Medium voor chemische reacties

  2. Oplosmiddel (bepaalt pH)

  3. Transportmiddel

61
New cards

Wat is de algemene chemische rol van water in organismen?

Water is zowel reactiemedium als deelnemer aan chemische reacties, oplosmiddel en transportmiddel.

62
New cards
<p>Bloedvatenstelsel</p>

Bloedvatenstelsel

  • Gesloten systeem → bloed blijft altijd in de vaten

  • Heeft een pomp → het hart pompt het bloed rond

  • Functie: transport van zuurstof, voedingsstoffen, afvalstoffen, hormonen

  • Soorten vaten: slagaders, haarvaten, aders

<ul><li><p><strong>Gesloten systeem</strong> → bloed blijft altijd in de vaten</p></li><li><p><strong>Heeft een pomp</strong> → het <strong>hart</strong> pompt het bloed rond</p></li><li><p><strong>Functie:</strong> transport van zuurstof, voedingsstoffen, afvalstoffen, hormonen</p></li><li><p><strong>Soorten vaten:</strong> slagaders, haarvaten, aders</p></li></ul><p></p>
63
New cards
<p>Lymfevatenstelsel</p>

Lymfevatenstelsel

  • Open systeem → lymfe begint tussen weefsels en stroomt daarna in vaten

  • Geen pomp → voortbeweging gebeurt door klepjes en spierbewegingen

  • Functie: afvoer van weefselvloeistof, transport van vetten en afweerstoffen

  • Bestanddelen: lymfevaten, lymfeklieren, lymfevloeistof

<ul><li><p><strong>Open systeem</strong> → lymfe begint tussen weefsels en stroomt daarna in vaten</p></li><li><p><strong>Geen pomp</strong> → voortbeweging gebeurt door <strong>klepjes</strong> en <strong>spierbewegingen</strong></p></li><li><p><strong>Functie:</strong> afvoer van weefselvloeistof, transport van vetten en afweerstoffen</p></li><li><p><strong>Bestanddelen:</strong> lymfevaten, lymfeklieren, lymfevloeistof</p></li></ul><p></p>
64
New cards

Is het bloedvatenstelsel een open of gesloten systeem?

Een gesloten systeem

<p>Een gesloten systeem</p>
65
New cards

waarom is vaginaal vocht zuur

voor de bacterien te doden

66
New cards

Wat zorgt ervoor dat bloed door het bloedvatenstelsel stroomt?

Het hart (werkt als pomp).

<p>Het hart (werkt als pomp).</p><p></p>
67
New cards

Noem drie functies van het bloedvatenstelsel.

Transport van zuurstof, voedingsstoffen, afvalstoffen en hormonen.

<p>Transport van zuurstof, voedingsstoffen, afvalstoffen en hormonen.</p><p></p>
68
New cards

Is het lymfevatenstelsel een open of gesloten systeem?

Een open systeem.

<p>Een open systeem.</p>
69
New cards

Heeft het lymfevatenstelsel een pomp zoals het hart?

Nee, het heeft geen pomp maar klepjes.

<p>Nee, het heeft geen pomp maar klepjes.</p>
70
New cards

Hoe beweegt de lymfe door het lymfevatenstelsel?

Door klepjes en door samentrekking van spieren.

<p>Door klepjes en door samentrekking van spieren.</p>
71
New cards

wat is de functie van het lymfevatenstelsel?

Afvoer van weefselvloeistof, transport van vetten en afweerstoffen.

<p>Afvoer van weefselvloeistof, transport van vetten en afweerstoffen.</p><p></p>
72
New cards

Welke twee transportstelsels in het lichaam bevatten veel water?

Het bloedvatenstelsel en het lymfevatenstelsel.

<p>Het bloedvatenstelsel en het lymfevatenstelsel. </p>
73
New cards

water heeft 5 functies welke ?

Medium voor chemische reacties

Maakt reacties mogelijk

Oplosmiddel

Lost stoffen op

Bepaalt zuurtegraad

Regelt pH (H⁺ en OH⁻)

Transportmiddel

Vervoert stoffen

Warmtebuffer

Regelt temperatuur

74
New cards

Welke rol speelt water in slijm (mucus)?

Water is het hoofdbestanddeel en zorgt voor smering of glijding.

75
New cards

vijf functies van water?

Medium voor chemische reacties

  • Water zorgt ervoor dat moleculen kunnen bewegen en botsen.

  • Het kan zelf deelnemen aan reacties (bijvoorbeeld bij hydrolyse of condensatie).

Oplosmiddel en pH-regelaar

  • Water is polair, waardoor veel stoffen erin oplossen.

  • Het helpt bij het transporteren van stoffen en beïnvloedt de zuurtegraad (pH).

Transportmiddel

  • Water is de belangrijkste component van bloed, lymfe en sap in planten.

  • Het vervoert voedingsstoffen, afvalstoffen, gassen en hormonen.

Smeer- of glijmiddel

  • Water vormt het hoofdbestanddeel van slijm en gewrichtssmeer.

  • Het vermindert wrijving in gewrichten en zorgt dat beweging soepel verloopt.

`

Warmteregelaar

  • Water heeft een hoge specifieke warmtecapaciteit en latente warmte.

  • Het helpt organismen hun lichaamstemperatuur constant te houden en warmte te verliezen via verdamping.

76
New cards

hoe is water een medium voor chemische reacties

  • Water zorgt ervoor dat moleculen kunnen bewegen en botsen.

  • Het kan zelf deelnemen aan reacties (bijvoorbeeld bij hydrolyse of condensatie).

77
New cards

hoe is water een Oplosmiddel en pH-regelaar

  • Water is polair, waardoor veel stoffen erin oplossen.

  • Het helpt bij het transporteren van stoffen en beïnvloedt de zuurtegraad (pH).

78
New cards

Geef een voorbeeld van water als glijmiddel in het lichaam.

Gewrichtssmeer in de gewrichtsholten vermindert wrijving tussen botten.

<p>Gewrichtssmeer in de gewrichtsholten vermindert wrijving tussen botten.</p><p></p>
79
New cards

Waarom is water belangrijk in gewrichten?

Het voorkomt slijtage en maakt beweging soepel door wrijving te minimaliseren. 

<p>Het voorkomt slijtage en maakt beweging soepel door wrijving te minimaliseren.&nbsp;</p>
80
New cards

Wat is de specifieke warmtecapaciteit van water?

4184 J/kg·K. 

<p>4184 J/kg·K.&nbsp;</p>
81
New cards

Wat betekent het dat water een hoge specifieke warmtecapaciteit heeft?

Dat grote hoeveelheden warmte-energie nodig zijn om de temperatuur merkbaar te veranderen.

<p>Dat grote hoeveelheden warmte-energie nodig zijn om de temperatuur merkbaar te veranderen. </p>
82
New cards

Waarom koelt het menselijk lichaam traag af?

Omdat het voor 65% uit water bestaat en water veel warmte kan vasthouden.

<p>Omdat het voor 65% uit water bestaat en water veel warmte kan vasthouden.</p><p></p>
83
New cards

Waarom warmt het menselijk lichaam ook traag op?

Door de hoge warmtecapaciteit van water, waardoor temperatuurveranderingen langzaam optrede

<p>Door de hoge warmtecapaciteit van water, waardoor temperatuurveranderingen langzaam optrede </p>
84
New cards

Welke rol speelt water bij het behouden van constante lichaamstemperatuur?

Het voorkomt snelle temperatuurschommelingen door traag opwarmen en afkoelen

<p>Het voorkomt snelle temperatuurschommelingen door traag opwarmen en afkoelen</p>
85
New cards

Waarom hebben waterorganismen kleinere temperatuurschommelingen dan landorganismen?

Omdat water traag opwarmt en afkoelt, waardoor de omgevingstemperatuur stabieler is.

<p>Omdat water traag opwarmt en afkoelt, waardoor de omgevingstemperatuur stabieler is.</p><p></p>
86
New cards

Wat is latente warmte?

De hoeveelheid warmte die nodig is om water van vloeibaar naar gasvormig te veranderen.

<p>De hoeveelheid warmte die nodig is om water van vloeibaar naar gasvormig te veranderen.</p><p></p>
87
New cards

Hoeveel warmte is nodig om 1 kg water te laten verdampen?

2340 kJ/kg.

<p>2340 kJ/kg.</p>
88
New cards

Hoe helpt verdamping (transpiratie) het lichaam bij warmteregulatie?

Het verliest warmte-energie via verdamping, waardoor de lichaamstemperatuur constant blijft.

<p>Het verliest warmte-energie via verdamping, waardoor de lichaamstemperatuur constant blijft.</p><p></p>
89
New cards

Noem twee eigenschappen van water die helpen bij temperatuurbehoud.

Hoge specifieke warmtecapaciteit en hoge latente warmte.

<p>Hoge specifieke warmtecapaciteit en hoge latente warmte.</p>
90
New cards

Hydrolyse betekenis

het betekent letterlijk “splitsing door water”. Een groot molecuul wordt afgebroken tot kleinere moleculen, waarbij water wordt verbruikt.

=> Water wordt toegevoegd om iets te breken.

91
New cards

Condensatie Betekenis

het vormen van een groter molecuul uit kleinere, waarbij water vrijkomt.

=> Water wordt afgesplitst om iets op te bouwen

92
New cards

wat heeft appolaire met hemoglobine en rode bloedcellen en zuurstof te maken?

Zuurstof is apolair en lost daardoor slecht op in het polaire water van het bloed. Daarom bindt het zich aan het eiwit hemoglobine in rode bloedcellen, zodat het tóch door het (polaire) bloed getransporteerd kan worden.

93
New cards

hoe is water te maken met transport

  • Water is de belangrijkste component van bloed, lymfe en sap in planten.

  • Het vervoert voedingsstoffen, afvalstoffen, gassen en hormonen.

94
New cards

water en Smeer- of glijmiddel wat bedoelen ze hier mee

  • Water vormt het hoofdbestanddeel van slijm en gewrichtssmeer.

  • Het vermindert wrijving in gewrichten en zorgt dat beweging soepel verloopt.

<ul><li><p>Water vormt het hoofdbestanddeel van slijm en gewrichtssmeer.</p></li><li><p>Het vermindert wrijving in gewrichten en zorgt dat beweging soepel verloopt.</p></li></ul><p></p>
95
New cards

water en warmteregulaar? 

  • Water heeft een hoge specifieke warmtecapaciteit en latente warmte.

  • Het helpt organismen hun lichaamstemperatuur constant te houden en warmte te verliezen via verdamping.

96
New cards

wat heeft hoge latente warmte te maken met zweten?

Water heeft een hoge latente warmte → het kost veel energie om te verdampen. Bij het zweten haalt die verdamping warmte uit je huid, waardoor je lichaam afkoelt.

97
New cards

Latente warmte wat is dit

dit is de hoeveelheid warmte-energie die nodig is om een stof van fase te laten veranderen (bijv. van vloeistof → gas) zonder dat de temperatuur stijgt.

het kost heel veel energie (warmte) om water te laten verdampen.

98
New cards

Wat blijft er over als je de droge massa van een organisme verhit bij 450 °C in een moffeloven?

De as — die bestaat uit mineralen (anorganische ionen).

99
New cards

mineralen zijn … ionen?

anorganische ionen

100
New cards

Wat verdwijnt bij verbranding van droge massa in een moffeloven?

De koolstofverbindingen (biomoleculen) verdwijnen als gassen zoals CO₂, H₂O, NH₃, H₂S…