1/37
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
ciseler les échalotes
de sjalotten fijnhakken
essorer la salade
de salade draaien
égoutter les pâtes
pasta afgieten
étaler la garniture
de vulling verspreiden
laisser reposer
laten rusten
faire les courses
boodschappen doen
une astuce
een tip/een advies
la texture de la pâte
de textuur van het deeg
une pâte (à pizza)
een (pizza)deeg
tout d'abord / en premier lieu / premièrement
ten eerste / om te beginnen
ensuite / puis / après
daarna, vervolgens
enfin / pour conclure / en conclusion
tot slot
augmenter la température
de temperatuur verhogen
diminuer la température
de temperatuur verlagen
un appareil photo
een fototoestel
un produit local
een lokaal product
un produit de saison
een seizoensproduct
une courge
een pompoen
un ustensile de cuisine
Een keukengerei
une planche à découper
een snijplank
un rouleau à pâtisserie
een deegroller
une poêle [pwal]
een pan
un presse-purée
een aardappelstamper
un couteau de cuisine
een keukenmes
une râpe
een rasp
un économe, un éplucheur
een dunschiller
une balance de cuisine
een keukenweegschaal
un verre mesureur
een maatbeker
un four
een oven
un moule à tarte
een taartvorm
peser
wegen
râper
raspen
enfourner
in de oven zetten
assaisonner
kruiden
éplucher
schillen
verser
gieten, storten
émincer
fijnhakken
pétrir
kneden