zeer intense vorm van coöperatievorm waarbij arbeidsverdeling plaatsvind
2
New cards
interspecifieke interacties
interacties tussen verschillende soorten
3
New cards
intraspecifieke interacties
interacties binnen een soort / tussen soortgenoten
4
New cards
symbiose
het langdurig samenleven tussen 2 organismen van verschillende soort (minstens 1 van beide heeft een voordeel)
5
New cards
symbionten
partners bij symbiose
6
New cards
waardplant
plant waar een symbiont op of in leeft
7
New cards
predatie
relatie tussen 2 organismen waarbij de predator de levende prooi aanvalt om zich te voeden
8
New cards
gastheer
prooi die niet geconsumeerd wordt maar waarvan de predator zal profiteren, hierin leeft volwassen parasiet en plant voort
9
New cards
parasitisme
interactie die zeer lang tot levenslang blijft duren. De parasiet probeert zo lang mogelijk te leven, groeien en voortplanten van de energierijke stoffen van de gastheer.
parasiet heeft voordeel, gastheer heeft nadeel
10
New cards
ectoparasiet
uitwendige parasiet / parasiet leeft op gastheer
11
New cards
endoparasiet
inwendige parasiet / parasiet leeft in gastheer
12
New cards
broedparasiet
een parasiet die niet levenslang bij hun symbiont blijft, maar zijn eieren achterlaat bij een nest van een andere soort
13
New cards
amensalisme
een organisme hindert een ander organisme in zijn ontwikkeling zonder er zelf voor- of nadeel van te ondervinden
14
New cards
competitie
een overlap in hulpbronvoorkeur tussen organismen uit dezelfde leefgemeenschap
beide organismen hebben nadeel
15
New cards
mutualisme
beide organismen hebben voordeel
16
New cards
commensalisme
2 organismen leven samen en 1 van beide heeft een uitgesproken voordeel en de ander heeft geen voor- of nadeel
17
New cards
microbioom
verzameling van alle micro-organismen in en op ons lichaam
18
New cards
voedselinfectie
ziek door teveel bacterie in voedsel
19
New cards
voedselvergiftiging
ziek door giftige stoffen (toxines) in het voedsel
20
New cards
bacteriële voedselvergiftiging
ziek door toxines afkomstig van ziekteverwekkende bacterie die in contact is geweest met voedsel, maar vaak al dood is door bv. koken
21
New cards
infectie van de huid via besmette naald
micro-organismen gebruiken onze cellen als voedsel
22
New cards
intraspecifieke concurrentie
soortgenoten hebben dezelfde voorkeur voor bepaalde hulbronnen
23
New cards
aggregatie
soortgenoten toevallig op dezelfde plaats, leven niet in groep
24
New cards
associatie
soortgenoten zijn niet toevallig samen, halen voordeel uit groepsleven
25
New cards
coöperatie
soortgenoten werken samen
26
New cards
arbeidsverdeling
elk individu heeft een speciale taak
27
New cards
broedzorg
verzorgen, beschermen en voeden van jongen
28
New cards
solitaire dieren
dieren die meestal alleen leven
29
New cards
sociale dieren
dieren die in groep leven
30
New cards
gedragsbiologie / ethologie
men onderzoekt hoe het komt dat dieren zich op een bepaalde manier gedragen
31
New cards
gedrag
wijze waarop een organisme reageer op zijn omgeving nadat het prikkels heeft ontvangen en verwerkt
32
New cards
aangeboren gedrag
noodzakelijk om te overleven, doorgegeven van generatie op generatie (erfelijk)
33
New cards
instinct
genetisch voorgeprogrammeerde reactie op bepaalde prikkels
34
New cards
reflex
automatische onvrijwillige reactie op prikkel
35
New cards
aangeleerd gedrag
verkregen tijdens leven, als reactie op omgeving, flexibeler, kan verschillen tussen individuen van een soort
36
New cards
gewenning
onderscheid leren maken tussen belangrijke en onbelangrijke prikkels
37
New cards
inprenting
in prilste levensfase, zeer snel, kan niet afgeleerd worden
38
New cards
imitatie
leren door het gedrag van soortgenoten na te doen
39
New cards
klassieke conditionering
reactie met een reflex op een niet-natuurlijke prikkel nadat ze geassocieerd is met een natuurlijke prikkel
40
New cards
operante conditionering
gewenst gedrag aanleren door middel van beloning of ongewenst gedrag afleren door middel van straf (= instrumentaal leren)
41
New cards
trial-and-error / proefonvriendelijk leren
leren uit ervaring
42
New cards
inzicht
gedrag dat in een totaal andere situatie aangeleerd werd, toepassen in een nieuwe situatie. Een nieuw probleem succesvol oplossen
43
New cards
oefenen en herhalen
gedrag verfijnen
44
New cards
communicatie
informatie die een zender verstuurt en de ontvangen waarneemt, met als doel het gedrag van de ontvanger te sturen
45
New cards
mutatie
toevallige verandering in DNA
46
New cards
survival of the fittest
de best aangepaste overleeft
47
New cards
classificeren
het plaatsen van organismen met gemeenschappelijke eigenschappen in dezelfde groep
48
New cards
primaire geslachtskenmerken
aangeboren verschillen tussen een jongen en een meisje
49
New cards
secundaire geslachtskenmerken
de verschillen tussen beide geslachten worden nog duidelijker in de puberteit door een sterke toename van geslachtshormonen
50
New cards
stamcellen
ongespecialiseerde cellen die zich kunnen differentiëren tot diverse celtypes met specifieke functies (celdifferentiatie)
51
New cards
ioniserende straling
straling met een hoge energie-inhoud
52
New cards
hormoonverstoorders
lichaamsvreemde stoffen die de werkingen van biologische processen in ons lichaam verstoren en hierdoor schadelijk zijn
53
New cards
feromonen
vluchtige stoffen die de ontwikkeling en / of de activiteiten van andere leden van de staat bepalen
54
New cards
kudde
groep samenlevende, meestal grazende zoogdieren, 1 duidelijke leider + rangorde