1/25
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
meest voorkomende psychiatrische stoornissen bij traumatisch hersenletsel
1. depressie (vooral < 1 jaar en als voorgeschiedenis)
2. PTSS
3. slaap-waak stoornissen (onafhankelijk van ernst)
4. psychotische stoornissen
Fobie
overdreven specifieke angst met sterke vermijding waardoor beperkingen.
vaak schaamte --> vermijding
goed behandelbaar met exposure
medicatie kan helpen
paniekstoornis
plotselinge, onverwachte en snel ontwikkelende aanvallen met lichamelijke symptomen en soms ook derealisatie/depersonalisatie
zonder aanleiding -> extra piekeren
DD: somatische oorzaak of middelengebruik
agorafobie
disproportionele en sterk beperkende angst voor open/gesloten (drukke) ruimtes
behandeling ook lastig omdat patient niet er heen durft te komen / daar te zijn
kan komen door neurlogische/somatische aandoeningen zoals hemianopsie, epilepsie of beroerte
sociale angst
angst om door anderen negatief beoordeeld te worden. impact sociale onhandigheden zwaar overschat
gegeneraliseerde angststoornis (GAS)
overmatig zorgen maken over allerlei alledage dingen. ten koste van efficientie (uren per dag). > half jaar.
biologische kwetsbaarheid bij GAS
hyperactiviteit van amygdala bij confronterende situaties. Temperament met hoge arousal en emotionaliteit
cognitieve tekorten bij GAS
overmatige aandacht voor mogelijke gevaren
subjectieve geheugenklachten zonder objectieve tekorten
slechter werkgeheugen
minder reactievermogen
tast vermogen aan om cognitieve processen adequaat in te zetten (vooral aandacht en EF)
omgevingsfactoren bij GAS
aanmoediging van vermijdingsgedrag voor omgeving
overbeschermende en controlerende opvoeding
directe en indirecte overdracht van gevaar
psychiatrische comborbiditeit met GAS
vermoeidheid
pijn
depressie
insomnie
andere angststoornissen
intrusieve gedachten
verminderde emotieregulatie
neurale correlaten bij GAS
verhoogde activatie in amygdala en insula regionen
mediale prefrontale cortex minder actief (minder remming insula)
hippocampus: opslaan bij context waarbij angst stimulus optreedt --> ontwikkelen angststoornis
angststoornis door middel/medicatie
ontstaat kort na blootstelling aan middel
bvb: alcohol, cafeine, cannabis, cocaine, amfetamine, anesthesie, schildklierpreparaten
angsstoornis door somatische aandoening
aanwijzingen met een direct pathofysiologisch gevolg zijn van een somatische aandoening
zoals: cardiale en longaandoeningen
endocriene ziekten (zoals diabetes)
neurologische aandoeningen (tumoren, autonome disregulatie door parkinson)
MCI mild cognitive impairment
overgangsstadium tussen normaal ouder worden en dementie, vooral alzheimer
11-33% MCI --> dementie binnen twee jaar
psychologische symtpomen bij MCI
depressie
angst
apathie
cognitieve functies verminderd
MCI en depressie
prevalentie: 17-55%
hangt samen met amyloide afwijkingen in hersenen en verhoogd risico op dementie
vooral bij amnestische MCI risico op derpressie
MCI en depressie --> snellere conversie naar dementie + hersenveranderingen in witte stof
cognitieve afwijkingen bij MCI
geheugen, EF, verwerkingssnelheid, aandacht
depressie versterkt cog achteruitgang door vermindering van cognitieve reserve
apathie en MCI
prevalantie: 10-45
krachtigste voorspeller conversie naar alzheimers
angst en MCI
prevalentie: 10-52%
complexe relatie angst en cog achteruitgang: angst leidt tot slechtere cog prestaties of andersom?
zou afgeleide marker/prodromaal symptoom kunnen zijn voor cog achteruitgang
inconsistentie over voorspeller conversie MCI naar AD
3 cog modellen voor ADHD
executief functioneren: inhibitie probleem ten grondslag van ADHD
Motivatie/beloningsgevoeligheid: gevoeligheid voor belonen/straffen. dual-pathway model
Arousal/aandacht: staat van alertheid is nodig om kans op leren te verhogen en neurale ruis te verminderen
waarom zijn er ipv subtypes nu specfiers in ADHD?
mensen verschuiven over hun leven heen over verschillende subtypes -- >niet stabiel
meer dimensioneel nu
ook komen de symptomen voor bij andere stoornissen (onoplettend, hyperactief/impulsief)
oorsprong comorbiditeit ADHD ideeen
- gezamelijke bron (genetisch, omgeving)
- beschrijvingen lijken op elkaar
- keten: aandachtsproblemen--> niet meekomen op school --> niet meekomen sociaal --> ...
specifier: ERD: emotionele impulsiviteit
boosheid, irriteerbaar, weinig tolerantie voor stress
specifier: sluggish cognitive tempo
veel dagdromen, onderactief, langzaam bewegen
argumenten dimensioneel perspectief ADHD en andere stoornissen
- veel overlap tussen calssficaties
- geen duidelijke scheiding in mate van symptomen tussen populatie met en zonder ADHD
- symptoombeeld verandert over de tijd
- age of onset 12 jaar. maar nu discussie over late onset ADHD
- grote heterogeniteit binnen ADHD
late onset ADHD
lijkt echt anders te zijn
minder symptomen nodig voor diagnose (>17)
ADHD verdwijnt ook bij veel volwassenen