Aardrijkskunde 4vwo H1.1-1.4

5.0(1)
studied byStudied by 31 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/61

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Geography

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

62 Terms

1
New cards

benedenloop

laagste deel van een rivier, net voordat zij in de zee stroomt

2
New cards

binnendijks

het gebied dat door winterdijken tegen de rivier wordt beschermd

3
New cards

bovenloop

het begin van een rivier, het bovenste deel dat meestal in de bergen stroomt

4
New cards

buitendijks

het gebied tussen de twee winterdijken waar de rivier stroomt

5
New cards

debiet

de totale hoeveelheid water die een rivier afvoert op een bepaalde plek per tijdseenheid (sec)

6
New cards

doodtij

de situatie waarin het verschil tussen vloed en eb minimaal is.

7
New cards

dwarsprofiel

bestaat uit winterdijken, uiterwaarden en zomerdijken

8
New cards

inflitratie

het wegzakken van water in de bodem

9
New cards

lengteprofiel

de doorsnede van een rivier vanaf de bron tot de monding, bestaande uit boven-, midden- en benedenloop

10
New cards

middenloop

middelste deel van de rivier, tussen boven-, en benedenloop

11
New cards

neerslagregiem

de verdeling van de hoeveelheid neerslag over een bepaalde periode, bijvoorbeeld een jaar

12
New cards

piekafvoer

de maximale afvoer tijdens een hoogwater periode

13
New cards

regiem

de schommelingen in de waterafvoer van een rivier gedurende een jaar

14
New cards

springtij

de situatie van hoge vloed en lage eb

15
New cards

stroomgebied

gebied waarin al het regen- en smeltwater via een hoofdrivier naar zee stroomt

16
New cards

stroomstelsel

een rivier met al haar zijrivieren

17
New cards

uiterwaard

gebied tussen rivier en de winterdijk dat overstroomt wanneer de rivier buiten haar oevers treedt

18
New cards

verhang

het gemiddelde verval per kilometer (eenheid: m/km)

19
New cards

verstening

door toegenomen verstedelijking neemt het oppervlakte van straten en wegen toe, waardoor regenwater sneller afspoelt

20
New cards

vertragingstijd

de hoeveelheid tijd die water nodig heeft om na een regenbui in de rivier te komen

21
New cards

verval

het hoogte verschil tussen twee punten langs een rivier (eenheid: m)

22
New cards

waterscheiding

de grens tussen twee stroomgebieden

23
New cards

winterbed

het gebied tussen de beide winterdijken dat bestaat uit zomerbed en uiterwaard

24
New cards

zomerbed

de bedding rivier’s zomers doorheen stroomt

25
New cards

dijkring

gebied omgeven door waterkringen zoals dammen, dijken en duinen, dat ons tegen het hoog rivier- of zeewater beschermt

26
New cards

hoogwaterbeschermingsprogramma

een samenwerking tussen Rijkswaterstaat en de 21 waterschappen waarbij alle primaire waterkringen voor 2050 worden versterkt

27
New cards

integraal waterbeheer

hierbij worden overstromingen, wateroverlast, droogte en waterkwaliteit in samenhang bestudeerd waarbij rekening wordt gehouden met de invloed van klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling en menselijk handelen

28
New cards

Interngovernmental Panel on Climate Change (IPPC)

een organisatie van de Verenigde Naties waarin honderden wetenschappers de risico’s van klimaatverandering evalueren en rapporteren

29
New cards

kanaliseren

het nemen van maatregelen gericht op het reguleren van het waterpeil voor de scheepvaart door middel van stuwen, sluizen en het afsnijden van bochten

30
New cards

krib

dam loodrecht op de rivieroever die moet voorkomen dat de oever afkalft en die er ook voor zorgt dat het meeste water in het midden van de rivier blijft stromen

31
New cards

primaire waterkering

duin, dijk of hybride kering die ons land beschermt tegen het buitenwater uit de Noordzee, Waddenzee, de grote rivieren en het IJssel- en Markermeer

32
New cards

retentiebekken

gebied langs de rivier waar het water bij een piekafvoer opgeslagen wordt om de rivierwaterstand stroomafwaarts te verlagen

33
New cards

Rijkwaterstaat

het uitvoerende agentschap van het ministerie van Infrastructuur en Milieu dat zorgt voor onze wegen, vaarwegen en de bescherming tegen overstromingen

34
New cards

Ruimte voor de rivier

programma waarin Rijkswaterstaat samen met waterschappen, gemeenten en provincies onze rivieren op ruim dertig plaatsen meer ruimte geeft, bijvoorbeeld door het verleggen van dijken, graven van nevengeulen en verdiepen van uiterwaarden

35
New cards

sparen

het beperken van het verlies van water

36
New cards

spuien

het lozen van water door middel van spuisluizen op het buitenwater bij voldoende hoogte verschil

37
New cards

stuw

vaste of regelbare dam in de rivier voor het handhaven voor het waterpeil en het regelen van de waterafvoer

38
New cards

verzilting

toename van het zoutgehalte in de bodem en het water

39
New cards

waterschap

een overheidsinstantie die de waterhuishouding regelt in een bepaald gebied; zij zorgt voor veiligheid, voldoende water, schoon water en werkt samen met anderen overheden, zoals gemeente, provincie en het Rijk

40
New cards

aanvoer

de hoeveelheid water die een gebied binnenstroomt

41
New cards

adaptief deltamanagement

de overheid kijkt ver vooruit zodat zij op tijd betaalbare maatregelen kan nemen om zo flexibel in te spelen op nieuwe kansen en nieuwe inzichten

42
New cards

bergen

het tijdelijk opslaan van water in retentiebekkens of gegraven poelen

43
New cards

Delta programma

programma van overheden en andere organisaties met aanbevelingen om Nederland te beschermen tegen hoogwater en te zorgen voor voldoende zoetwater

44
New cards

delta

het gebied aan de monding van een rivier waar sediment wordt aangevoerd en afgezet

45
New cards

duin

een heuvel die bestaat uit opgewaaid zand

46
New cards

eb

laagste waterstand in de getijdenschommeling

47
New cards

estuarium

trechtervormige monding van een rivier, ontstaan door de getijdenstromingen van eb en vloed

48
New cards

getijdenstroom

stroming die ontstaat als gevolg van de getijden: de richting van de vloedstroom en ebstroom zijn tegenovergesteld aan elkaar

49
New cards

harde kust

kust die in Nederland uit dijken, dammen en waterkeringen bestaat

50
New cards

vloed

hoogste waterstand in de getijdenschommeling

51
New cards

wad

een zandplaat die bij eb droogvalt en bij vloed wordt overspoeld

52
New cards

zachte kust

kust die opgebouwd is uit zand

53
New cards

zeedijk

een primaire dijk die direct aan zee grenst

54
New cards

absolute zeespiegelstijging

stijging van de hoogte van de zeespiegel

55
New cards

basiskustlijn

de positie van de kustlijn zoals die op 1 januari 1990 was

56
New cards

bolwerkvorming

bebouwing langs de kust waardoor deze zijn flexibiliteit verliest

57
New cards

dynamische kustbeheer

het beheer van de kustlijn waarbij zee en wind de ruimte krijgen om sediment en zandsuppleties te verplaatsen

58
New cards

overstromingsrisicobewustzijn

vergroten van het bewustzijn en aandacht voor het beperken van de gevolgen van een overstroming

59
New cards

relatieve zeespiegelstijging

de combinatie van bodemdaling en zeespiegelstijging

60
New cards

slufter

gebied waar onder invloed van het getij het zeewater door een geul in de duinen het land kan binnenstromen

61
New cards

Zandmotor

een door zandsuppletie ontstaan schiereiland in het kader van het dynamisch kustbeheer

62
New cards

zandsuppletie

het storten van zand uit de Noordzee voor de kust en op het strand