economie blok 3 en 4

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/39

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Economics

9th

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

40 Terms

1
New cards

Chartaal geld

tastbaar geld in de vorm van munten en bankbiljetten.

2
New cards

Geldfuncties

geld kun je gebruiken als ruilmiddel

3
New cards

Giraal geld

geld dat mensen op hun betaalrekening hebben.

4
New cards

Saldo

bedrag dat op je bankrekening staat. Dat kan een creditsaldo (+) of debetsaldo (–) zijn.

5
New cards

Enkelvoudige rente

rente die elk jaar apart wordt uitgekeerd.

6
New cards

Samengestelde rente

rente op rente. De rente wordt na ieder jaar bijgeschreven op je spaarrekening.

7
New cards

Spaarperiode

spaarrekening waarop je geld voor een afgesproken tijd vast staat tegen een vast rentepercentage.

8
New cards

Spaarmotieven

redenen om te sparen.

9
New cards

Variabele rente

de bank kan op ieder moment het rentepercentage wijzigen.

10
New cards

Vaste rente

het rentepercentage blijft tijdens de afgesproken periode hetzelfde.

11
New cards

Consumptief krediet

lening voor de aanschaf van een consumptiegoed.

12
New cards

Hypothecaire lening

lening voor de aankoop van een woning.

13
New cards

Koop op afbetaling

kredietvorm waarbij je een aankoop in termijnen kunt afbetalen.

14
New cards

Krediet

ander woord voor een lening.

15
New cards

Kredietkosten

alles wat je méér terugbetaalt dan het geleende bedrag.

16
New cards

Kredietvormen

soorten leningen.

17
New cards

Leenmotieven

redenen om geld te lenen.

18
New cards

Beleggen

je steekt je geld in iets waarvan je verwacht dat het meer waard wordt.

19
New cards

Eurozone

groep landen binnen de Europese Unie die de euro als wettig betaalmiddel hebben.

20
New cards

Vreemde valuta

vreemd geld. Een geldsoort van landen buiten de eurozone.

21
New cards

Wisselkoers

geeft aan hoeveel één euro waard is in vreemde valuta.

22
New cards

Eigen risico

het deel van de schade dat je zelf moet betalen en dat niet vergoed wordt door de verzekeraar.

23
New cards

Onzeker voorval

iets waarvan je niet weet wanneer en of dat ooit zal gebeuren

24
New cards

Premie

het bedrag dat je aan de verzekeraar betaalt om verzekerd te zijn.

25
New cards

Verzekeringskosten

premie + poliskosten + assurantiebelasting.

26
New cards

AVP

aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren.

27
New cards

Inboedelverzekering

verzekering die schade door inbraak

28
New cards

Indexering

het verzekerd bedrag wordt automatisch aangepast aan de prijsstijging.

29
New cards

Onderverzekering

het verzekerde bedrag is lager dan de werkelijke waarde.

30
New cards

Opstalverzekering

verzekering tegen schade aan je huis door brand of storm.

31
New cards

Allriskverzekering

WA+cascoverzekering. Je bent verzekerd voor schade aan anderen en aan je eigen voertuig.

32
New cards

Bonus-malusregeling

een systeem van premiekortingen en -toeslagen.

33
New cards

Cascoverzekering

verzekering tegen schade aan je eigen scooter of auto.

34
New cards

No-claimkorting

korting op de premie als beloning wanneer je geen schade veroorzaakt.

35
New cards

WA-verzekering

wettelijk verplichte verzekering tegen schade die je met je scooter of auto aan anderen toebrengt.

36
New cards

Aanvullende verzekering

niet verplicht en dekt extra kosten zoals tandarts of fysiotherapie.

37
New cards

Basisverzekering

wettelijk verplicht en dekt standaard zorgkosten zoals huisarts

38
New cards

Eigen risico

bedrag dat je zelf betaalt aan zorgkosten voordat de verzekering vergoedt.

39
New cards

Zorgtoeslag

bijdrage van de overheid om zorgverzekering betaalbaar te maken.

40
New cards

Zorgverzekering

verzekering die de kosten vergoedt van medische zorg.