1/39
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Blaauboer/Berlips
De persoonlijke verplichtingen van een goed gaan niet over op degene die dat goed onder bijzondere titel verkrijgt. Persoonlijke rechten ten aanzien van een goed (in tegenstelling tot verplichtingen), gaan wel over op de verkrijger van dat goed onder bijzondere titel. Dit wordt dan ook wel een kwalitatief recht genoemd (zie art. 6:251 BW).
Lindenbaum/Cohen
Dit arrest was erg belangrijk voor het begrip onrechtmatige daad. Na dit arrest werden voortaan ook handelingen die in strijd zijn met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer wordt betaamt, als onrechtmatig aangeduid.
Baris/Riezenkamp
In deze zaak is bepaald dat geen vordering tot vernietiging nodig is, indien bij wijze van verweer beroep wordt gedaan op geweld, dwaling of bedrog en komen de rechtsgevolgen van de aanvaarding van dit verweer aan de orde. De goede trouw kan meebrengen, dat degene die door het niet in acht nemen van de vereiste zorg in dwaling heeft verkeerd, zich niet met vrucht op dwaling kan beroepen.
Tandarts arrest
Dorenbos praktiseert onbevoegd, dat wil zeggen zonder vergunning als tandarts. Ondanks strafrechtelijke veroordelingen wegens het onbevoegd uitoefenen van de geneeskunde (art. 436 Sr jo. art. 7 Wet Tandheelkunst) gaat Dorenbos gewoon door. De bevoegde tandartsen in Tilburg (Beukers c.s.) vorderen bij de burgerlijke rechter, dat Dorenbos op straffe van een dwangsom wordt verboden de tandheelkunde uit te oefenen, omdat hij daarmee jegens hen een onrechtmatige daad pleegt. De Hoge Raad bevestigt dat het relativiteitsbeginsel een vordering wegens schending van artikel 436 Sr in de weg staat, omdat de geschonden norm (436 Sr) niet beoogt de tandartsen te beschermen, maar de patiënt. De Hoge Raad geeft wel een ander handvat: het gedrag van Dorenbos is in strijd met een ongeschreven verkeersnorm en daarom te kwalificeren als onrechtmatige daad.
Kelderluik
Aan de hand van de omstandigheden van het geval moet worden beoordeeld of een handelen of een nalaten een onrechtmatige daad als bedoeld in art. 162 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek oplevert. In het onderhavige arrest gaat het om het in het leven roepen van een situatie, welke voor anderen bij niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid, gevaarlijk is (‘gevaarzetting’). In dit arrest schetst de Hoge Raad de maatstaven die van belang zijn bij de beoordeling of er sprake is van een gevaarzettende situatie en daarmee een onrechtmatige daad.
Struikelende broodbezorger
Hebben de kinderen onrechtmatig gehandeld jegens de broodbezorger door hem niet te waarschuwen voor het gevaar? De Hoge Raad beslist dat het vereist is dat het risico tot het bewustzijn van de toeschouwer is doorgedrongen, wil er sprake zijn van aansprakelijkheid.
Bunde/Erckens
Indien partijen die een overeenkomst wensen te sluiten, daarin een voor misverstand vatbare uitdrukking bezigen, die zij elk in verschillende zin hebben opgevat, hangt het antwoord op de vraag, of al dan niet een overeenkomst tot stand is gekomen, in beginsel af van wat beide partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen, overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten toekennen, hebben afgeleid.
Haviltex
Bij de uitleg van een overeenkomst is het niet genoeg om enkel naar de taalkundige betekenis van de tekst te kijken. Er dient ook gekeken te worden naar de bedoeling van partijen. Deze uitleg wordt sindsdien aangeduid met de Haviltex-maatstaf, en wordt nog steeds in geschillen omtrent uitleg gebruikt.
Meppelse Ree
Daarom kan niet worden geoordeeld dat Vos van zijn wijze van rijden (hoezeer zijn reactie op de plotselinge kritieke toestand begrijpelijk moge zijn) rechtens geen enkel verwijt valt te maken. Het Hof heeft ten onrechte aangenomen dat Vos ter zake van het ongeval geen schuld treft.
Deka-Hannos/Citronas
n principe kunnen contractuele bedingen niet aan een derde worden tegengeworpen maar daar bestaan uitzonderingen op. De enkele omstandigheid dat er bedrijfsmatig iets overeen wordt gekomen brengt nog niet mee dat een beding redelijkerwijs ook jegens een derde moet gelden.
De enkele betrokkenheid van Citronas bij de vervoersovereenkomst geeft aan Deka/Hanno niet het vertrouwen dat de voorwaarden ook jegens haar gelden. Deka/Hanno kan zich niet beroepen op de algemene leveringsvoorwaarden.
Het beoordelen van de onrechtmatigheid bij het weigeren van de afgifte van de sinaasappelen door Deka/Hanno is van feitelijke aard.
Gedreven kuddekoe
De benadeelde heeft de plicht te stellen en bij betwisting te bewijzen dat de schade door het dier zelfstandig is veroorzaakt. De stelplicht en bewijslast (tenzij-formule) ligt bij de aangesproken persoon. Hij moet aangeven waarom hij ondanks de toepasselijkheid van een van de kwalitatieve aansprakelijkheden in een bepaald geval niet aansprakelijk is.
Des-dochters
Indien er sprake is van meerdere gebeurtenissen, waarbij voor elke gebeurtenis een andere persoon aansprakelijk kan zijn, biedt art. 6:99 BW een uitkomst. Hierbij hoeft de benadeelde niet aan te tonen dat de Des-tabletten daadwerkelijk bij een van de Pharmaceutische Bedrijven zijn gekocht, maar voldoende is dat de tabletten van een van deze producenten afkomstig is. De producenten moeten onderling regelen voor welk deel zij aansprakelijk zijn.
offringa/vinck
Het enkele feit dat de ene partij haar onderzoeksplicht naar bepaalde relevante gegevens verzaakt, sluit niet uit dat de andere partij ten aanzien van diezelfde gegevens een mededelingsplicht heeft. Het Hof had zich de vraag moeten stellen of de verkopers naar de in het verkeer geldende opvattingen gehouden waren de koper mededeling te doen van de hun bekende ernstige scheurvorming van structurele aard toen zij constateerden dat de koper zo onvoorzichtig was geen nadere vragen te stellen hoewel hem was medegedeeld dat er scheurvorming was en hij ook scheurvorming had geconstateerd. Het antwoord op deze vraag zal afhangen van de aangenomen feiten en de andere omstandigheden van het geval.
Kinheim/Pelders
Essentie
Dit arrest gaat over het intreden van verzuim. Indien er op de gegeven garantie een uitzondering wordt gemaakt door middel van een brief aan de wederpartij en de wederpartij reageert hier niet op, is hiermee dan de overeenkomst gewijzigd? De Hoge Raad oordeelde dat door het uitblijven van een reactie van de wederpartij op de brief, de wederpartij hierdoor niet zonder meer in verzuim treedt.
Rechtsregel
De vraag is of de inhoud van een overeenkomst kan worden gewijzigd door een daartoe strekkende mededeling van de ene partij aan de andere, in samenhang met het uitblijven van een reactie van de andere partij. Dit hangt ervan af of de partij die de mededeling deed, gezien de omstandigheden van het geval, mocht vertrouwen dat bij het uitblijven van een reactie, dit kon opvatten als een blijk van instemming. Het enkele ontbreken van een reactie is onvoldoende grond voor wijziging. De schuldenaar raakt bij een aan hem toerekenbare tijdelijke onmogelijkheid van nakoming niet zonder meer in verzuim.
De schuldeiser kan echter het verzuim doen intreden door een enkele aansprakelijkstelling, zonder termijn voor nakoming. Ingeval sprake is van een ondeugdelijke, voor herstel vatbare prestatie en van schuldeiser kan worden gevergd dat hij gelegenheid geeft voor herstel, zal verzuim in beginsel pas intreden nadat redelijke termijn voor nakoming is gegeven. Een tekortkoming is niet voor herstel vatbaar voor zover door gebrek schade is geleden die niet door een vervangende prestatie wordt weggenomen.
Verhuizende Zusjes
Essentie
In dit arrest staat centraal of een bepaalde gedraging onrechtmatig is of dat er sprake is van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Niet alleen de enkele mogelijkheid dat er een ongeval kan plaatsvinden, maakt dat gedrag onrechtmatig. Het gedrag is alleen onrechtmatig indien de mate van waarschijnlijkheid van een ongeval zo groot is, dat de dader zich van dit gedrag had behoren te onthouden.
Rechtsregel
Om aanspraak te maken op een schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad (art. 6:162 BW) moet er sprake zijn van dusdanig onrechtmatig gedrag, dat de dader zich hiervan had moeten onthouden. Het gevaarscheppend gedrag is slechts onrechtmatig, indien de mate van waarschijnlijkheid van een ongeval als gevolg van dat gedrag zo groot is, dat de dader zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag had moeten onthouden. De feitelijke toedracht brengt met zich mee dat er sprake is van een ongelukkige samenloop van omstandigheden.
Multi vastgoed/Nethou
Essentie
In dit arrest komt de tekortkoming in de nakoming aan de orde. Wanneer er sprake is van een tekortkoming, staat het de crediteur vrij om nakoming, dan wel schadevergoeding te vorderen. Hierbij dient echter rekening gehouden te worden met zowel de eisen van redelijkheid en billijkheid als de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij.
Rechtsregel
Bij een tekortkoming in de nakoming, bestaande in aflevering van een ondeugdelijke zaak, heeft de crediteur de keuze tussen nakoming, voor zover deze nog mogelijk is, en schadevergoeding in enigerlei vorm.
De crediteur is niet geheel vrij in zijn keuze, maar gebonden aan de eisen van redelijkheid en billijkheid, waarbij mede de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij een rol spelen. Niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting geeft ’s Hofs op grond van de belangenafweging gegeven oordeel dat crediteur aanspraak kon maken op complete vervanging van de ondeugdelijke zaken.
Oerlemans/Driessen
Essentie
Non-conformiteit van industrieel vervaardigde zaken zijn voor risico van de verkoper. Ook dit is toerekenbaar.
Rechtsregel
De verkeersopvattingen brengen mee dat een gebrek van een verkocht product in beginsel voor rekening van de verkoper komt, ondanks dat deze het product zelf niet heeft geproduceert, het gebrek geheel buiten zijn toedoen is ontstaan en dit gebrek kende noch behoorde te kennen. Dit zal slechts anders kunnen zijn in geval van bijzondere omstandigheden, maar het bestaan van dergelijke omstandigheden wordt niet snel aangenomen
Chang-a-Hung/Maalste
Leerstuk
In dit arrest wordt de reflexwerking van art. 185 WVW uitgelegd. Bij een aanrijding tussen een motorrijtuigbestuurder en een fietser/voetganger komt de eigen schade voor een deel voor rekening van de motorrijtuigbestuurder tenzij deze kan aantonen dat er aan zijn kant sprake is van overmacht. Welk deel er voor zijn eigen rekening komt, moet beoordeeld worden aan de hand van art. 6:101 BW. 50/100 procent regel. 14 jaar als grens, tenzij opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid.
Van Zuylen/ Rabo Schayk-Reek
In art 31m van het Reglement voor de Handel op de Optiebeurs wordt bepaald dat de bank zich in alle gevallen van het uitvoeren van optieopdrachten dient te onthouden indien de client niet voldoet aan de gebruikelijke margeverplichting. De bank heeft een zorgplicht die tot strekking heeft de cliënt te beschermen tegen het gevaar van eigen lichtvaardigheid of gebrek aan inzicht, indien dat gevaar zich verwezenlijkt. Artikel 6:101 BW brengt met zich mee dat fouten van de cliënt die voortkomen uit eigen lichtvaardigheid of gebrek aan inzicht in beginsel minder zwaar wegen dan fouten van de bank waardoor deze in de zorgplicht tekort is geschoten. Deze zorgplicht vloeit voort uit hetgeen de eisen van redelijkheid en billijkheid, naar de aard van de contractuele verhouding tussen een bank en haar particuliere cliënten met zich meebrengen. De bank heeft in dit geval in strijd met haar bijzondere zorgplicht gehandeld en is aansprakelijk voor de geleden schade.
Jetblast
Essentie
Het Jetblast-arrest, ook bekend als Hartmann/Princess Juliana IA en Hartmann/PJIA, is een arrest van de Hoge Raad dat betrekking heeft op aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad in verband met een waarschuwingsplicht.
Voorop moet worden gesteld dat bij de beantwoording van de vraag of aan iemand, die een situatie in het leven roept of laat voortbestaan die voor anderen bij niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid gevaarlijk is, de eis kan worden gesteld dat hij met het oog daarop bepaalde veiligheidsmaatregelen neemt — en of derhalve het achterwege laten van die maatregelen in strijd is met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt ten aanzien van eens anders persoon of goed — moet worden gelet niet alleen op de mate van waarschijnlijkheid waarmee de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid kan worden verwacht, maar ook op de hoegrootheid van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan, op de ernst die de gevolgen daarvan kunnen hebben, en op de mate van bezwaarlijkheid van te nemen veiligheidsmaatregelen.
Rechtsregel
In dit arrest geeft de Hoge Raad een vernieuwing van de maatstaf ter beoordeling van de vraag wanneer in een gevaarzettende situatie een waarschuwing afdoende is. De Hoge Raad oordeelde dat voor het antwoord op de vraag of een waarschuwing kan worden beschouwd als een afdoende maatregel met het oog op bescherming tegen een bepaald gevaar, van doorslaggevende betekenis is of te verwachten valt dat deze waarschuwing zal leiden tot een handelen of nalaten waardoor dit gevaar wordt vermeden.
Kuunders/Swinkels
Rechtsregel
Als er sprake is van een exoneratiebeding kan deze alleen worden toegepast als er geen sprake is van “omstandigheden die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zouden zijn”. Dit betekent dat er geen sprake moet zijn van schade die is te wijten aan opzet of bewuste roekeloosheid van de schuldenaar of van de personen die met de leiding over zijn bedrijf zijn belast.
Nefalit/Karamus
Essentie
Indien een werkgever niet alle veiligheidsmaatregelen heeft getroffen welke zijn vereist voor het werken met materiaal dat mogelijk asbest bevat, is hij hiervoor op grond van art. 7:658 BW aansprakelijk. Dit geldt ook als de – nog onbekende – gevaren door de verrichte werkzaamheden aanzienlijk zijn verhoogd.
Rechtsregel
In het geval dat een werkgever jegens zijn werknemer toerekenbaar is tekortgeschoten in zijn zorgplicht en het causaal verband tussen de normschending en de geleden schade (longkanker) niet vast komt te staan, is het logisch dat een rechter een deskundige benoemt om te onderzoeken hoe groot de kans is dat de schade is veroorzaakt in de uitoefening van zijn werkzaamheden door een toerekenbare tekortkoming van de werkgever. Hierbij moet de vergoedingsplicht van de werkgever verminderd worden met de mate waarin de werknemer zelf heeft bijgedragen aan zijn eigen schade. - proportionele aansprakelijkheid
De Groot/Io Vivat (Zeilongeval)-arrest
Rechtsregel
Dit arrest heeft betrekking op de relativiteitseis. Het geeft aan dat iemand, indien hij zich zelf ook niet
naar een bepaalde norm heeft gedragen, niet een ander voor het schenden van deze norm kan
aanspreken.
Fisser/Tycho
Rechtsregel
In de regel rechtvaardigt een tekortkoming ontbinding, zij het dat de rechter in de
omstandigheid dat de tekortkoming weinig ernstig van aard of betekenis is, aanleiding kan
vinden de vordering tot ontbinding af te wijzen; de schuldenaar dient zich voldoende
gemotiveerd op deze uitzondering te beroepen.
Indien een partij is tekortgeschoten in de nakoming van een voortdurende verplichting, kan
deze weliswaar in de toekomst alsnog nog worden nagekomen, maar daarmee wordt de
tekortkoming in het verleden niet ongedaan gemaakt en wat deze tekortkoming betreft is
nakoming dan ook niet meer mogelijk. Dit brengt mee dat ontbinding van de overeenkomst
mogelijk is ook zonder verzuim. Voor de vordering tot nakoming van een boetebeding geldt in
zo'n geval evenzeer dat geen verzuim is vereist
partycentrum groot Kievitsdal
Essentie
In casu staat centraal of de werkgever aansprakelijk is voor brand dat is ontstaan tijdens een personeelsfeest. Een of meerdere werknemers hebben namelijk lampolie op een hete barbecue gegooid waardoor er brand met grote schade aan het restaurant Groot Kievitsdal is ontstaan. De vraag is of hier is voldaan aan het functioneel verband van art. 6:170 lid 1 BW.
Rechtsregel
Voor beantwoording van de vraag of tussen de fout van de werknemer en de dienstbetrekking een zodanige functionele samenhang bestaat dat de werkgever voor de daardoor veroorzaakte schade aansprakelijk is, moeten alle omstandigheden van het geval in de beoordeling worden betrokken. De Hoge Raad kiest voor een ruime benadering: activiteiten die niet tot de ‘core business’ van de werkgever behoren, kunnen in de ruimste zin verband houden met de werkgeversaansprakelijkheid
Van Dalfsen/Gemeente Kampen
Essentie
Het kan voorkomen dat gezien omstandigheden er een uitzondering wordt gemaakt op de hoofdregel dat een mededelingsplicht voorrang heeft op een onderzoeksplicht. Dit geldt in het bijzonder als er voorafgaande mededelingen worden gedaan, gebreken zichtbaar zijn en als er een deskundige ingeschakeld is.
Rechtsregel
In dit arrest staat centraal of er een onderzoeksplicht geldt bij een pand dat waarschijnlijk niet de eigenschappen bevat die je mocht verwachten op grond van de koopovereenkomst.
ING/Bera
Essentie
In dit arrest komt de onbevoegde vertegenwoordiging aan de orde en wordt er een maatstaf gegeven voor de toerekenbare schijn van volmachtverlening. In casu wordt er een vennootschap opgericht door twee personen. Een van hen is bevoegd om over de rekeningen van de vennootschap te beschikken. De ander wekt echter bij de bank de schijn op dat hij, als vertegenwoordiger, ook bevoegd is om over de rekeningen te beschikken. De bank gaat ervan uit dat beide oprichters bevoegd zijn over de bankrekeningen. Hierover onstaat een geschil tussen de bevoegde persoon en de bank.
Mocht de bank gerechtvaardigd vertrouwen op deze schijn van volmachtverlening? Voor toerekening van schijn van volmachtverlening aan de pseudo-vertegenwoordigde kan ook plaats zijn ingeval de wederpartij gerechtvaardigd heeft vertrouwd op volmachtverlening aan de pseudo-gevolmachtigde op grond van feiten en omstandigheden die voor risico van de pseudo-vertegenwoordigde komen en waaruit naar verkeersopvattingen zodanige schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid.
Rechtsregel
Bij de beoordeling van de door ING aangevoerde stellingen moet uitgangspunt zijn dat voor toerekening van schijn van volmachtverlening aan de vertegenwoordigde ook plaats kan zijn ingeval ING gerechtvaardigd heeft vertrouwd op volmachtverlening aan Ramkalup op grond van feiten en omstandigheden die voor risico van Bera Holding komen en waaruit naar verkeersopvattingen zodanige schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid.
Hangmat
Volgens de Hoge Raad staat het relativiteitsvereiste er niet aan in de weg dat de bescherming die artikel 6:174 BW beoogt te bieden niet alleen toekomt aan benadeelde derden maar ook aan benadeelde medebezitters. Deze aanspraak is beperkt tot het aandeel dat de medebezitter in de opstal heeft. De nieuwe rechtsregel volgt niet uit de wettekst, het systeem van de wet of de parlementaire geschiedenis. Voor zowel de argumenten voor als tegen valt wat te zeggen. Uiteindelijk kent de Hoge Raad doorslaggevende betekenis toe aan het argument dat bezitters de schade die zij aan een derde moeten vergoeden naar rato dragen en het daarom niet redelijk zou zijn als de benadeelde medebezitter de schade opeens alleen draagt.
Paard loretta
Essentie
In dit arrest staat de risicoaansprakelijkheid voor schade aangericht door een dier ex artikel 6:189 BW centraal. Hieronder wordt besproken of de bezitter of degene die het bedrijf uitoefent aansprakelijk is voor de geleden (letsel)schade.
Rechtsregel
Indien er schade wordt aangericht door een dier is ex artikel 6:179 BW de bezitter van het dier voor die schade aansprakelijk. Dit is anders als het dier wordt gebruikt in de uitoefening van het bedrijf van een ander. De risicoaansprakelijkheid rust dan ex artikel 6:181 BW niet op de bezitter, maar op degene die het bedrijf uitoefent.
Embryonaal verkeersslachtoffer
Hoge Raad
In cassatie gaat het om de vraag of bij proportionele aansprakelijkheid geen ruimte is voor het aanpassen van de op basis van de veroorzakingskans vastgestelde proportionele aansprakelijkheid door middel van een billijkheidscorrectie? Heeft het hof ten onrechte geoordeeld dat i.c. geen plaats is voor toepassing van de omkeringsregel?
De Hoge Raad verwerpt de opvatting uit eerdere arresten (bijv. Nefalit/A) dat de figuur van proportionele aansprakelijkheid berust op een analoge toepassing van art. 6:101 lid 1 BW.
De Hoge Raad stelt wel dat de mogelijkheid er is dat, na een eventuele aanvaarding van proportionele aansprakelijkheid, de omvang daarvan wegens eigen schuld in de zin art. 6:101 lid 1 BW wordt verminderd en dat dit een rol kan spelen bij de billijkheidscorrectie (dus ten nadele van het slachtoffer).
De proportionele aansprakelijkheid is dus zo uitzonderlijk, dat er geen ruimte bestaat om daarop nog billijkheidscorrectie toe te passen. Art. 6:101 lid 1 BW kan onder specifieke omstandigheden wel leiden tot vermindering van vergoedingsplicht en billijkheidscorrectie.
Bijvoorbeeld eigen schuld. Er kan dan met billijkheidscorrectie tot andere verdeling van schade kunnen worden gekomen.
Mexx/Lundiform
Conclusie
Als bij de uitleg van een overeenkomst groot gewicht toekomt aan de taalkundige betekenis van de gekozen bewoordingen, blijft de Haviltex-maatstaf leidend. Uitleg van overeenkomsten, óók in de relatie tussen commerciële partijen, is een in hoge mate feitelijke bezigheid, waarbij in principe alle omstandigheden van het geval relevant kunnen zijn.
De vrijheid van de feitenrechter om op basis van de bewoordingen van de overeenkomst te komen tot een voorshands gegeven oordeel over de uitleg daarvan, laat onverlet dat de partij die een andere uitleg verdedigt en in dat kader voldoende stelt, tot bewijs moet worden toegelaten. Een “entire agreement clause” staat niet zonder meer eraan in de weg dat voor de uitleg van de overeenkomst betekenis wordt toegekend aan verklaringen of acties van partijen voorafgaand aan het sluiten van het contract.
Achmea/Menzis
Conclusie
De billijkheidscorrectie in de zin van art.6:101 BW is van toepassing in geval van subjectieve omstandigheden. Het feit dat het gaat om een geschil tussen verzekeraars onderling doet daar niet aan af.
HR Ladingdiestallen
Kern
Als er sprake is van een bewezen deelname aan een criminele organisatie (art. 140 Sr) wil dit niet zonder meer zeggen dat ieder lid van die organisatie hoofdelijk aansprakelijk is op grond van art. 6:166 lid 1 BW voor schade als gevolg van de gepleegde misdrijven.
Inbev/Van der Valk
Essentie
De verweerder wil de huurovereenkomst vernietigen en doet hierbij beroep op dwaling die is veroorzaakt door het zwijgen van de wederpartij (art. 6:228 lid 1 sub b BW). Volgens de verweerder had Inbev de mededelingsplicht over het bestemmingsplan van de gemeente. Inbev beargumenteerde dat het onwetend was en dus geen mededelingsplicht had. Als een partij onwetend is over een zaak, is namelijk geen sprake van een mededelingsplicht.
Rechtsregel
Art. 6:228 lid 1 sub b BW geeft aan dat de dwaling is veroorzaakt door het zwijgen van de wederpartij. Het gaat om een geval waarover de wederpartij wist of behoorde te weten dat er een mededelingsplicht was. Deze mededelingsplicht gaat over dat wat je weet en over wat je geacht wordt te weten. Hier staat tegenover dat wanneer je ergens onwetend over bent, je geen mededelingsplicht hebt.
Risicotoerekening onrechtmatige daad bij geestelijke of lichamelijke tekortkoming
De beperking van de risicotoerekening van onrechtmatige daden aan personen met een geestelijke of lichamelijke tekortkoming tot een “als een doen te beschouwen gedraging” (art. 6:165 lid 1 BW), beoogt slechts gevallen van zuiver nalaten buiten het toepassingsbereik van die bepaling te houden. Een “als een doen te beschouwen gedraging” moet ruim worden opgevat en is niet beperkt tot actieve handelingen.
Kansschade medische aanprakelijkhied
De Hoge Raad spreekt zich uit over het leerstuk van kansschade bij medische aansprakelijkheid. Ter beoordeling van het causaal verband tussen de normschending en de schade, dient een vergelijking te worden gemaakt tussen de feitelijke situatie na de normschending en de hypothetische situatie zonder de normschending. Bij de vaststelling van deze hypothetische situatie, dient niet te worden uitgegaan van de norm van een redelijk handelend en redelijk bekwaam beroepsgenoot, maar van hetgeen feitelijk zou hebben plaatsgevonden indien geen normschending zou hebben plaatsgevonden.
Maatstaf in het verkeer brengen
Wie heeft een gebrekkig product in het verkeer gebracht? De Hoge Raad stelt dat teruggegrepen kan worden op de maatstaaf van productaansprakelijkheid om te beoordelen door wie een product ‘in het verkeer is gebracht’. Als een claim is gebaseerd op onrechtmatige daad moet voor ‘in het verkeer brengen’ worden aangesloten bij de maatstaf uit de uitspraak van O’Bryne/Sanofi.
Stankoverlast pluimvleebedrijf
Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van onrechtmatige hinder, is niet doorslaggevend of aan de geldende regelgeving wordt voldaan. Bij het bepalen van het feitelijke niveau van hinder kan ook gebruik worden gemaakt van objectieve maatstaven die zijn neergelegd in regelgeving die (deels) pas na het optreden van de hinder in werking is getreden.
Eigen Haard/Huurder
In deze uitvoerig gemotiveerde prejudiciële beslissing benadrukt de Hoge Raad het beperkte uitzonderingskarakter van de tenzij-bepaling van artikel 6:265 lid 1 BW. Voor de vraag of ontbinding gerechtvaardigd is, moet in het licht van alle omstandigheden van het geval namelijk sprake zijn van een tekortkoming van voldoende gewicht.
De Hoge Raad meent dat in dit verband geen behoefte bestaat aan specifieke regels voor sociale woningruimte. Wel bepaalt hij in deze beslissing dat de rechter in dat soort gevallen de positie van de huurder, ook wanneer hij niet in het geding verschijnt, moet meewegen bij de vraag of sprake is van een tekortkoming van voldoende gewicht.
Schietincident Alphen
Het hof oordeelt dat de politie gedeeltelijk aansprakelijk is voor de schietpartij in het winkelcentrum in Alphen aan de Rijn. De politie heeft onrechtmatig gehandeld en is daarom aansprakelijk voor de schade nu er voldaan is aan het relativiteitsvereiste en de schade aan hen kan worden toegerekend. Er geldt wel een nuancering dat de politie alleen aansprakelijk is voor de letsel- en overlijdensschade. Andere schade valt niet toe te rekenen omdat de geschonden norm hier niet toe strekt.