1/146
A curated set of English definitions for key Dutch terms appearing across Modules 1–4 of the ‘Bouwkunde’ (Architecture & Building-Science) lecture series. These 120 vocabulary flashcards cover situation, space, use, style, landscape, urban design, materials, structure, environmental control, and technical aspects, providing broad revision for the upcoming exam.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
afgesleten
versleten; door gebruik of weer geërodeerd
architect
een professional die gebouwen ontwerpt
beschutting
onderdak; beschermende bedekking tegen weer of gevaar
beton
beton
ligging
locatie of positie van een gebouw of terrein
ontwerp
plan of concept voor een gebouw of project
kolom
verticaal structureel element
plattegrond
horizontale doorsnedetekening van een gebouw
rots
grote steenmassa
samenhang
logische of ruimtelijke samenhang
ambigu
met meer dan één interpretatie
contour
omtrek of buitenlijn van een vorm of ruimte
draagwand
dragende muur
gevel
buitenkant van een gebouw
hellingbaan
schuin pad
interventie
bewuste ontwerphandeling in een ruimte
lichtval
de manier waarop licht een ruimte binnenkomt
omsloten ruimte
ingesloten ruimte
stabiel
bestand tegen beweging
transparant
licht en zicht doorlatend
accomoderen
ruimte bieden voor functies
cruciaal
van doorslaggevend belang
functionalistisch
ontwerp voornamelijk gedreven door functie
huisvesten
accommodatie bieden
infrastructuur
fundamentele voorzieningen en systemen
meubilair
meubilair
natte groep
'natte kern' (badkamer, WC, etc.)
programma van eisen
lijst van ruimtelijke en technische vereisten
wolkenkrabber
wolkenkrabber
barok
uitbundige architectuurstijl uit de 17e eeuw
as
centrale symmetrielijn of bewegingslijn
bassin
sier- of functioneel zwembad
dynamiek
gevoel van beweging of energie
façade
voorkant van een gebouw
koepel
ronde of ovale bovenconstructie van een gebouw die vaak als dak fungeert.
marmer
marmer
obelisk
taps toelopende stenen pilaar eindigend in een piramidion
ornament
decoratief element
ovaal
langwerpige cirkelvorm
sierlijk
elegant gebogen
aangeplant
door mensen geïnstalleerde vegetatie
bodem
grondlaag
dynamiek (landschap)
landschapsdynamiek; natuurlijke of ontworpen verandering
glooiing
zachte golving
reliëf
variatie in hoogte over een oppervlak
zichtlijn
lijn van onbelemmerd zicht
besloten ruimte
ingesloten ruimte
esthetiek
filosofie of perceptie van schoonheid
kromming
kromming
perspectief
ruimtelijke diepteweergave of gezichtspunt
venster
raam
beplanting
geordende vegetatie
droogleggen
water verwijderen uit land
gelaagdheid
stratificatie in ontwerp
perspectief (beleving)
zicht of uitzicht ervaren door een gebruiker
transformatie
grote verandering in vorm of gebruik
weiland
grasland
bouwblok
groep gebouwen die een eenheid vormen
grachtengordel
concentrische grachten rond het centrum van Amsterdam
strook
lang smal stuk land of materiaal
tegel
tegel
asfalt
asfalt
bestrating
bestrating
kavel
stuk grond
lantaarnpaal
lantaarnpaal
vinexwijk
Nederlandse buitenwijk ontwikkeld na 1990
achterland
gebied achter een stad of haven
bufferzone
overgangsgebied ter bescherming
grid
orthogonaal straat- of structuurpatroon
hiërarchie
rangschikking van elementen op belangrijkheid
openbare ruimte
openbare ruimte
verkaveling
onderverdeling van land in percelen
afvoeren
(lucht, warmte, etc.) verwijderen
capaciteit
maximum output of volume
luchtstroom
luchtstroom
ventilatie
uitwisseling van binnen- en buitenlucht
warmteverlies
warmteverlies
coëfficiënt
vermenigvuldigingsfactor in formules
diffuus
verspreid en niet-directioneel (licht/warmte)
enkelglas
enkelglas
piekmoment
tijdstip van maximale belasting
transmissie
warmtestroom door een materiaal
accumulatie
opslag van warmte of massa
massa
hoeveelheid materie, beïnvloedt thermische opslag
stabiliseren
naar een stabiele toestand brengen
thermisch
gerelateerd aan warmte
warmtestroom
stroom van thermische energie
vocht
de hoeveelheid waterdamp in de lucht
condens
damp die vloeistof wordt
luchtdruk
luchtdruk
relatief
uitgedrukt in verhouding
vochtigheid
vochtigheid
aannemer
bedrijf dat bouw uitvoert
fundering
ondersteuning van een gebouw, meestal ondergronds
minerale wol
vezelig isolatiemateriaal
schimmel
organisme dat in vochtige omstandigheden groeit en gebouwen kan beschadigen.
spouwmuur
twee muren met een ruimte daartussen
balk
horizontaal structureel element
belasting
uitgeoefende kracht
doorsnede (constructie)
doorsnede van een constructie-element