LNEER2433 Q1

Ik kom uit

Je viens de

Ik ben uit … afkomstig

Je suis originaire de …

Ik ben in … geboren

Je suis né à …

Ik ben in … geboren en getogen

Je suis né et j’ai grandi à …

Mijn ouders komen uit …

Mes parents viennent de …

Mijn roots liggen in …

Mes origines sont liées à …

Mijn thuisland is …

Mon pays d’origine est …

Oorspronkelijk kom ik uit …

A l’origine je viens de …

Ik ben een inwoner van …

Je suis un habitant de …

Ik ben opgegroeid in de prachtige stad …

J’ai grandi dans la magnifique ville de …

Ik kom uit een klein stadje genaamd …

Je viens d’une petite ville appelée …

Mijn geboorteplaats ligt in het hart van …

Ma ville natale se trouve au cour de …

Ik woon in …

J’habite à …

Mijn huis bevindt zich in …

Ma maison se trouve à …

Ik ben momenteel gevestigd in …

Je suis actuellement domicilié à …

Mijn woning staat in de buurt van …

Ma résidence est près de …

Ik zit op kot/ op kamer

Je suis en kot/ colocation

Ik woon bij mijn ouders

J’habite chez mes parents

Studeren

Etudier

de studierichting

la filière d’études

de universiteit

l’université

de hogeschool

la haute école

het vak

le cours

het hoofdvak

le cours principale/ la majeure

het bijvak

le cours secondaire/ la mineure

de communicatiewetenschappen

les sciences de la communication

de bachelor

le bachelier

de master

le master

Ik zit in de eerste/tweede/derde jaar

Je suis en première/deuxième/troisième année

Ik studeer … aan …

J’étudie … à …

Dit semester volg ik vakken zoals …

Ce semestre je suis des cours comme …

Mijn studie gaat vooral over …

Mes études concernent surtout …

Ik ben bezig met mijn afstudeerproject over …

Je travaille actuellement à un travail de fin d’études sur …

Afstuderen (studeerde … af, afgestudeerd)

Être diplômé

blokken (blokte, geblokt)

bloquer, étudier

de blok

le blocus

de communicatie

la communication

de marketingcommunicatie

la communication de marketing

de bedrijfscommunicatie/ de corporate communicatie

la communication d’entreprise

de public relations

les relations publiques

de interne communicatie

la communication interne

de content marketing

la communication de contenu

de journalistiek

le journalisme

de crisiscommunicatie

la communication de crise

de mediacommunicatie

la communication médiatique

de digitale communicatie

la communication digitale

de lobbying

le lobbying/ travail d’influence

de communicatiemedewerker

le collaborateur en communication

de PR-adviseur

le conseiller en relations publiques

de contentmanager

le gestionnaire de contenus

de socialemediamanager

le gestionnaire des réseaux sociaux

de journalist(en) / de journaliste (s)

le journaliste / la journaliste

de woordvoerder/woordvoerster

le porte-parole/la

de eventmanager

le gestionnaire d’événements

de redacteur(s)/ de redactrice(s)

le rédacteur/la

de community manager

le gestionnaire de communauté

de campagneleider/ campagneleidster

le directeur/ directrice de campagne

de grafisch ontwerper

le concepteur graphique

de speechschrijver

l’auteur/ le rédacteur de discours

In mijn vrije tijd houd ik ervan om te …

Dans mon temps libre, j’aime …

Ik vind het heerlijk om te …

Je trouve ça génial de …

Soms deel ik mijn hobby met vrienden

Parfois je partage mon hobby avec des amis

het gezin

le noyau familial, le ménage

de familie

la famille

het gezinslid (gezinsleden)

le membre de la famille (pluriel)

bestaan uit

être composé de

verspreid

dispersé, répandu

Ik heb X broers en zussen. Ik ben de oudste/jongste

J’ai X frères et soeurs. Je suis l’ainé/cadet

Mijn ouders heten X en Y en ze zijn beiden …

Mes parents s’appellent X et Y et ils sont tous les deux …

Mijn gezin bestaat uit 4 gezinsleden, waaronder X en Y

Ma famille se compose de 4 membres, dont X et Y

We hebben een huisdier, een hond genaamd X

Nous avons un animal de compagnie. Un chien nommé X

Mijn grootouders spelen een belangrijke rol in mijn leven. Ik ben erg close met hen

Mes grands-parents jouent un rôle important dans ma vie. Je suis très proche d’eux

Mijn familie is verspreid over verschillende steden, dus we proberen elkaar regelmatig te bezoeken

Ma famille est répartie dans différentes villes, donc nous essayons de nous rendre visite régulièrement

de persoonlijkheid (heden)

la personnalité

samenwerken (werkte…samen, samengewerkt)

collaborer

de samenwerking

la collaboration

een team samenstellen

composer une équipe

het team (s) = de ploeg (en)

l’équipe

het talent (en)

le talent

de moeilijkheid (heden)

la difficulté

persoonlijkheidskenmerken

les traits de personnalité

georganiseerd

organisé

ambitieus

ambitieux

creatif

créatif

enthousiast

enthousiaste

behulpzaam

serviable

taakgericht

dévoué

(on)geduldig

(im)patient

gepassioneerd

passioné

ondernemend

entreprenant

(on)handig

(mal)adroit

vrolijk

joyeux

(on)eerlijk

(mal)honnête

analytisch

analytique

flexibel

flexible

rationeel

rationnel

humoristisch

plein d’humour

(wan)ordelijk

(dés)ordonné

stressbestendig

résistant au stress

(on)betrouwbaar

(in)digne de confiance