1/63
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Sociologie
de wetenschap van het sociale
Sociologische perspectief
een algemene denktrant die het sociale gedurig uiteenlegt in sociale relaties en vooral, geziene en ongeziene afhankelijkheden van vaak onbekende anderen
Kwantitatief onderzoek
in cijfers uitdrukbare bevindingen of ‘harde data’ die bovendien gelden voor onderzochte sociale groeperingen
Kwalitatief onderzoek
bestudeerd sociale fenomenen ‘in de diepgang’
Sociologische driehoek
komt de feitelijke sociologiebeoefening neer op een drieledig gebeuren dat pendelt tussen theorievorming, empirisch onderzoek en sociale sturing
Sociale verhouding/relatie/betrekking
relatie tussen twee of meer personen (zowel + als - geladen), sociale handelingen tussen individuen met elkaar verweven (de ene handeling refereert naar de vorige handeling, waarop weer georienteerd wordt), komt tot stand door samenhandelen ~ zakelijk of intiem, tijdelijk of langer, mogelijks over meerdere decennia, maar ook voor enkele seconden (treinloket)
Sociaal handelen
handelen waarbij het handelen van een actor is georienteerd op het handelen van een of meer andere actoren ~ impliceert invloed van handeling actor A op handelingen van actor B
!passieve acties als tv kijken is wel sociaal handelen, maar geen sociale relatie/verhouding
Actor
iemand die handelingen stelt en dus handelingsvermogen bezit= agency
collectieve actoren
iets (meerdere actoren) die handelingen stelt en dus handelingsvermogen bezit= agency, vb: staat, bedrijf
Samenhandelen
iedere handeling van A wordt gevormd door orientatie op handelen van B enzovoort
Zelfreferentieel (zelfreferentialiteit)
wederzijdse orientatie: binnen een proces van samenhandelen refereet iedere handelen/nieuw element aan eenzelfde handeling/soort element (van eventueel andere actor)
dynamisch, tijdsgebonden
relaties veranderen voortduerend, onvoorspelbaar in zekere maten
contigent, onvoorspelbaar
gebaseerd op agency; kan onvoorspelbaar zijn
agency
verwijst naar feit dat iedereen controle heeft over eigen handelingen en op ieder moment kan beslissen wat die zelf doet
Reflexieve monitoring van handelen
het voortdurend succesvol sturen en controleren door actoren van zijn eigen activiteit (=registreren en memoriseren wat er gezegd werd, vooruitlopen op mogelijke toekomstige handelingen)
Afhankelijkheidsverhouding/sociale binding
de actoren hebben elkaar nodig
Sociaal verband
een samenhangend geheel van sociale bindingen met een zekere duurzaamheid (langere periode) en voor derden observeerbare grenzen vb: gezin, familie, bedrijf, ..;
Cognitive binding
kennisoverdracht (vb: schoolklas: leerkracht-leerling)
economische binding
economische redenen (vb: brood kopen bij bakker: bakker-klant)
politieke binding
politieke gronding (vb: wederzijdse afhankelijkheid, staat en burgers)
affectieve binding
persoonsgebonden gronding (vb: vienden, familie, ..)
~enorm grote afhankelijk, want persoonlijk
Veralgemeende/ gegeneraliseerde afhankelijkheid
we zijn afhankelijk van bijzonder veel gespecialiseerde beroep(sbeoefenaren) ~van allemaal een beetje afhankelijk, maar dus niet zo erg als bij affectieve bindingen
Sociaal netwerk
een lange ketting van afhankelijkheden
Verdinglijking of reïficatie
suggereren van bestaan van een autonoom object dat buiten ons om staat en zich als actor gedraagt (vb: de maatschappij bepaalt ons handelen)
De maatschappij/samenleving
het momentane geheel van alle sociale relaties, bindingen , verbanden en netwerken (2 visies: nationalistisch vs kosmopolitisch) ~hyperdynamisch, steeds veranderende realiteit
kosmopolitisme
globaal: overstijgt landsgrenzen
nationalistisch
Een nationale of regionale samenleving met territoriale en vaak ook politieke grenzen is…
Globaliseren/mondialiseren
verruiming, verdieping en versnelling van wereldwijde verbondenheid in alle dimensies van het hedendaagse sociale leven (cultureel, crimineel, industrieel)
~ zowel sociale relaties als sociale netwerken (grote bedrijven als Microsoft)
m.a.w. toename in sociale relaties, bindingen en verbandentussen(soms)verafgelegenactorendie lands- en geografische grenzen overstijgen
De wereldmaatschappij
het momentane geheel van transcontinentale, mondiale sociale relaties, bindingen, verbanden en netwerken —> ontstaan kosmopolitisme (wereldbewustzijn, mensheid als één geheel)
Het Dominant egocentrisch maatschappijbeeld
de samenleving als een reeks van concentrische cirkels van andere rondom een ik of ego
men ziet elke nieuwe (en grotere) cirkel als grotere afstand van individu en dus mindere sociale betrokkenheid
~ sociale blindheid, niet (h)erkennen van afhankelijkheden en relaties
in deze visie komt men onder andere aan “kloof tussenburgerenpolitiek”,maarinwerkelijkheidspreken we van een verband (politiek is ook afhankelijk van burger)
Decentrering
las socioloog egocentrische bril leren afzetten
Sociologische verbeelding 1
het vermogen om zichzelf te observeren als een knooppunt van én in menigvuldige sociale bindingen, verbanden of netwerken die het eigen denken en handelen mede vormgeven
Sociologische verbeelding 2
het vermogen om persoonlijke problemen met sociale feiten of veranderen te verbinden
depersonalisatie
sociaal probleem is niet individueel, maar met anderen gedeeld
persoonlijke moeilijkheden
problemen die autobiografisch of als private kwesties worden beleefd
sociale problemen
een of meerder sociale factoren brengen grotere groep mensen in problemen —> collectieve zaak
emancipatie van feminisme
-veel vrouwen vroeger grof behandeld door partner: gezien als individueel probleem (“elk huisje heeft zijn kruisje”)
-eind jaren 60: tweede feministische beweging komt op, zaak wordt erkend als groter sociaal probleem; geen privézaak meer, maar structurele machtsongelijkheid over groot deel van samenleving ⇒ sociaal probleem= patriarchaat
-politieke bemoeienissen zorgden naast de opkomst van feminisme voor meer gelijkheid
Victim blaming/slachtofferblamage
het slachtoffer krijgt de schuld en is daarom de eigenlijke dader of minstens medeverantwoordelijk
Defamilialisering
eerder vertrouwde stukjes sociale realiteit blijken (na nieuw licht erop) onvertrouwd; schijnbaar bekend terrein bevat blijkbaar toch meerdere dimensies
Waarderingsvrijheid
morele neutraliteit, gebaseerd op feiten, neutrale kijk
Standpunttheorie
neemt duidelijk afstand van eis van waarderingsvrije kennis
~ neutrale objectieve kennis is onmogelijk, omdat iedere onderzoeker binnen de onderzochte sociale wereld zélf ook nog eens de positie van man of vrouw inneemt
socioloogheeftpaszichtopvormenvanongelijkheid als deze standpunt van de onderdrukte inneemt
sociaal Reformisme
streven naar rechtvaardigheid, sociale kansengelijkheid, =hervorming/verandering
Onbedoelde gevolgen
uitkomsten die anders uitvallen dan werd bedoeld door de handelende actor
Perverse effecten
(onbedoelde of onverwacht of) tegenovergestelde effecten van datgeen dat werd beoogd
Het Mattheüseffect
“aan hem die heeft, zal gegeven worden” het verschijnsel dat baten van bepaalde (overheids) uitgaven disproportioneel méér vloeien naar mensen die al voldoende middelen bezitten dan naar mensen die (te) weinig middelen bezitten.
Self-denying prophecy/ Zichzelf verleggende/ zichzelf vernietigende voorspelling
een aanvankelijk correcte of ware voorspelling zorgt onbedoeld voor een handelen dat voorspelling tenietdoet
Thomas-theorama
‘if men define situations as real, they are real in their consequences’ Wanneer mensen situaties als reëel definiëren, hebben die reële gevolgen
~ we baseren ons handelen vaak op geruchten, stereotypen, opinies
indien men objectief gebrekkige situatie definitie aanziet voor correct, heeft dit reële consequenties
Situatiedefinitie
interpretatie van verschijnsel die zegt wat dat verschijnsel is
Self fullfilling prophecie/ Zichzelf waarmakende/zichzelf bevestigende voorspelling
een aanvankelijk onware situatiedefinitie resulteert onbedoeld in handelen dat de oorspronkelijkonware voorstelling van zake waarmaakt
Sociale vooroordelen/stereotype
Een geschematiseerde collectieve voorstelling van een sociale groepering en haar leden
Meesleur effect
de een handelt omdat die in bepaalde handeling gelooft, en sleurt zo anderen mee, cumulatief effect (bv influencers)
Sociale geloofscirkel
de onbewijsbare definitie van een toekomstige situatie iis een handelen dat de voorspelling bevestigd, waardoor de geloofwaardigheid van de voorspellers toeneemt
Begrip/concept
een notie die abstractie maakt van de meer specifieke en concrete uitingen van het omschreven fenomeen (ieder begrip staat niet op zichzelf, verwijst ook naar andere concepten, basiseenheden van theorie)
Theorie
een samenhangend geheel van naar elkaar verwijzende abstracte begrippen en daaruit afgeleide conceptuele uitspraken
Beschrijven
weinig conceptueel, theoretisch werk
~ bv hoeveel mensen bezoeken een kunstexhibitie en wat is hun opleidingsniveau?
Grounded theory/gefundeerde theorie
inductief ontwikkelen van begrippen en conceptuele uitspraken vanuit concreet onderzoek ⇒ onbevooroordeeld, empirische waarnemingen, moet losstaan van reeds gekende theorieën en andere kennis |
Middle-range theory
beperkte reikwijdte ~ deductie van empirisch toetsbare hypothesen uit een aangemaakte theorie, theorievorming richt zich op bepaald sociaal verschijnsel, bevindt zich tussen empirische beschrijving en alomvattende theorie |
Grand-theory/ Supertheorieën
genereren van nieuwe, meer algemene ideeën, universaliteit ⇒ totaaltheorie van het sociale die de drie basisvragen kan beantwoorden
conceptuele bril
nadeel van iederen sociologische theorie
~men ziet bepaalde dingen net zeer goed en sommige dingen ontgaan men gewoon
Grondslagenonderzoek
onderzoek dat zich focust op de gebruikte basisbegrippen
Theoretisch pluralisme
er is niet slechts1allesomvattend geheel van opvattingen over studie objecten te gebruiken onderzoeksmethoden⇒verschillende sociologische stromingen
~het gegeven van uiteenlopende theoretische referentiekaders
niet alle sociologen hanteren zelfde zienswijze
Theoretisch referentiekader
een globale visie op de basiselementen van het sociale en hoe die moeten worden bestudeerd
Complementair
divergerende theoretische referentiekaders vullen elkaar vaak aan en kunnen daarom in onderzoek worden gecombineerd; deze theorien zijn …
Rational choice
mensen handelen primair vanuit rationele keuzes gebaseerd op eigenbelang