Kaarten: belangrijke begrippen Nederlands in de Bovenbouw | Quizlet

orthografisch

spelling / schrijfwijze van het woord

morfologisch

opbouw van een woord

syntactisch

gebruik van het woord in de zin

logografisch

woorden / letters uitgedrukt in symbolen

fonologisch

klank van het woord

semantisch

betekenis van het woord

pragmatisch

de bruikbaarheid / het nut van het woord

lexicaal

vaste betekenis van een woord

syllabisch

elk klankdeel is bepalend voor de spelling van een woord

analogiestrategie

een woord schrijven door het te vergelijken met een ander woord

hulpstrategie

Gebruikmaken van zelfbedachte geheugensteuntjes of ezelsbruggetjes

materiaalfouten

Deze worden veroorzaakt door eigenaardigheden van het spellingsysteem, bijvoorbeeld ch voor g in chaos.

morfologie

de leer van de woordvorming. de wijze waarop een woord gevormd wordt van afleidingen en samenstellingen

oriëntatiefouten

een b ipv d schrijven, beter luisteren en kijken

regelfouten

het niet / fout toepassen van spellingsregels

woordbeeldstrategie

doet een beroep op het woordgeheugen

homofoon

Woorden die hetzelfde klinken, maar een verschillende betekenis hebben.

homograaf

Woorden die hetzelfde geschreven worden, maar anders klinken.

homoniem

Woorden die er hetzelfde uitzien en hetzelfde klinken, maar een verschillende betekenis hebben.

hyperoniem

Een overkoepelend begrip. Bijvoorbeeld drank voor wijn en bier.

hyponiem

Het niveau van betekenisrelaties speelt zich voor een groot deel af op woordniveau.

bottom-up model

De elementaire leeshandeling wordt altijd toegepast. Bij vlotte lezers gebeurt dat razendsnel.

interactieve model

Het leesproces wordt gezien als een combinatie van het bottom-upmodel en het top-downmodel, waarbij directe woordherkenning een grote rol speelt.

top-down model

Het lezen wordt gezien als een vaardigheid waarbij woorden worden herkend op grond van voorkennis over de tekst, op grond van het waarnemen van vluchtige kenmerken van een woord, enzovoort.