Frans basisvocabulaire

0.0(0)
studied byStudied by 2 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/164

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

165 Terms

1
New cards
affirmer
beweren
2
New cards
l’âge
de leeftijd
3
New cards
les agriculteurs
boeren
4
New cards
ancien
oud
5
New cards
appliquer
in de praktijk brengen
6
New cards
assez
nogal
7
New cards
assurer
verzekeren
8
New cards
au courant
op de hoogte
9
New cards
avancer
verder gaan
10
New cards
l’avenir
de toekomst
11
New cards
l’avis
de mening
12
New cards
beaucoup
veel
13
New cards
le besoin
de noodzaak, wat nodig is, wat je nodig hebt
14
New cards
chacun
ieder
15
New cards
changer
veranderen
16
New cards
chaque
elk
17
New cards
le chiffre
het cijfer
18
New cards
choisir
kiezen
19
New cards
le coeur
het hart
20
New cards
le comportement
het gedrag
21
New cards
connu, connaître, la connaissance
bekend, kennen, de kennis
22
New cards
conduire
leiden tot, ook: besturen (van auto, bijvoorbeeld)
23
New cards
conseiller / déconseiller
aanraden, raad geven/afraden
24
New cards
le contenu
de inhoud
25
New cards
contribuer
bijdragen
26
New cards
convaincu, convaincre
overtuigd, overtuigen
27
New cards
correspondre
overeenkomen
28
New cards
croire, elle croit
geloven, ze gelooft
29
New cards
d’après (le 2e alinéa)
volgens (de 2e alinea)
30
New cards
décevant, décevoir, la déception
teleurstellend, teleurstellen, de teleurstelling
31
New cards
décider, la décision
beslissen, de beslissing
32
New cards
déduire
afleiden van
33
New cards
le défi
de uitdaging
34
New cards
dehors
buiten
35
New cards
dernier
laatste
36
New cards
le destin
het lot
37
New cards
devenu, devenir
geworden, worden
38
New cards
la différence
het verschil
39
New cards
diversité
verscheidenheid
40
New cards
le domaine
het gebied
41
New cards
en tant que
als
42
New cards
encore
nog
43
New cards
ensemble
geheel, samen
44
New cards
l’environnement
het milieu (natuurbescherming)
45
New cards
l’esprit
de geest
46
New cards
étonner, étonnant, étonné
verbazen, verbazingwekkend, verbaasd
47
New cards
éviter
vermijden
48
New cards
exceptionnel
buitengewoon
49
New cards
exigeant, l’exigence
veeleisend, de eis
50
New cards
exprimer
uitdrukken
51
New cards
facile
gemakkelijk
52
New cards
grâce à
dankzij
53
New cards
il faut
het is nodig om …
54
New cards
le nombre
het aantal
55
New cards
le lieu
de plaats
56
New cards
lutter, la lutte
strijden tegen, het gevecht
57
New cards
malgré
ondanks
58
New cards
marcher
lopen
59
New cards
mentir, le mensonge
liegen, de leugen
60
New cards
le mot
het woord
61
New cards
moyen
gemiddeld
62
New cards
les moyens
middelen
63
New cards
négliger, négligeable
verwaarlozen, verwaarloosbaar
64
New cards
nombreux
talrijk
65
New cards
notamment
met name
66
New cards
ouvrir
openen
67
New cards
permettre, j’ai permis
toestaan
68
New cards
petit
klein
69
New cards
plutôt
eerder
70
New cards
prendre
nemen, pakken
71
New cards
la preuve
het bewijs
72
New cards
prévisible
voorzienbaar
73
New cards
propre
eigen
74
New cards
quitter
verlaten
75
New cards
rare
zeldzaam
76
New cards
réfléchir
nadenken
77
New cards
regarder
kijken
78
New cards
remplacer
vervangen
79
New cards
réparer
herstellen
80
New cards
séparer
scheiden
81
New cards
seulement
alleen
82
New cards
le signe
het teken
83
New cards
le soir
de avond
84
New cards
la solution
de oplossing
85
New cards
sortir
weggaan
86
New cards
suivre
volgen
87
New cards
le sujet
het onderwerp
88
New cards
supprimer
weghalen, afschaffen
89
New cards
tel que (tels, telle, telles)
zoals
90
New cards
transformer
veranderen
91
New cards
unique
enige
92
New cards
utiliser
gebruiken
93
New cards
l’utilité
het nut
94
New cards
la valeur
de waarde
95
New cards
acheter
kopen
96
New cards
l’affaire
de zaak
97
New cards
l’argent
het geld
98
New cards
le chômage
de werkeloosheid
99
New cards
le commerce
de handel
100
New cards
consommer, la consommation
gebruiken, verbruiken, het verbruik