Hoofdstuk 1 woordenlijst

de aandacht

attention

de afstand

distance

op afstand houden

to keep at a distance

althans

at least

de behoefte

need

beleven

to experience

het bericht

message

besteden aan

to spend on

bijdragen aan

to contribute to

bitter

bitter

boeken

to book

creatief

creative

het deel

part

het doel

goal

drijven

to float/ be driven by

de tandarts

dentist

de onderzoeker

researcher

het onderzoek

research

creatief

creative

het resultaat

result

de keuze / keus

choice

het beroep

job

verdienen

to earn / deserve

de afgelopen vijf jaar

the last five years

spijt hebben over / van

to regret

het druk hebben

to be busy

het gedrag

behaviour

de opleiding

education

hekel hebben aan

to dislike

persoonlijk

personal / face to face / in person

enig

only

de kroeg

pub / bar

genoeg

enough

via via

indirectly, by word of mouth

solliciteren naar / op

to apply for

verschillen

to differ

besteden aan

to spend on

het toneel

theater

koken

to cook

het toneelstuk

a play

gek zijn op

to be crazy about

jammer genoeg

unfortunately

daar geef ik liever geen antwoord op

I'd rather not answer that

daar heb ik een hekel aan

I hate it / I really don't like that

daar ben ik gek op!

I'm crazy about that!

separable verbs

are always stressed in the prefix

de geschiedenis

history

de manier waarop

the way in which

zijn thuis

to be at home

gaan naar huis

to go home

en

and (normal word order)

of

or (normal word order)

maar

but (normal word order)

want

because (normal word order)

dus

so (normal word order)

omdat

because (verb final)

als

if / when (verb final)

toen

when (verb final)

terwijl

while (verb final)

zodat

so that / therefore (verb final)

hoewel

although / even though (verb final)

nadat

after (verb final)

voordat

before (verb final)

totdat

until (verb final)

zodra

as soon as (verb final)

nuttig

useful

opgroeien

to grow up

afstuderen

to graduate

tussen

between

het lid

member

behalve

apart from

vanaf

from

uitgaan

to go out

bereiken

to reach

de jongere

young person

per

per

gemiddeld

average

het tijdschrift

magazine

opvallend

striking

opvallen

to stand out

de behoefte

need, demand

behoefte hebben aan

to have a need for

voorzien in

to provide

het deel

part

de jeugd

youth

de volwassene

adult

op afstand houden

to keep at a distance

de afstand

distance

de mens

human being

de aandacht

attention

het bericht

message

Ik kan mijn ei erin kwijt

I can do it with passion

ik heb er zin in

I feel like it

Dat zie ik niet zitten

I don't see that happening

Dat ligt mij niet zo

I am not so good at it / it's not my thing

Daar gaat het mij niet om.

It's not important to me / not about that

Dan houd ik het voor gezien.

I call it a day!

be + infinitive

the 'be' adds intensity to the verb e.g. bedenken

dromen

to dream

de voldoening

satisfaction, fulfilment