Allgemeinwortschatz

anfällig für/gegen etwas sein, eine Disposition für etwas haben

gevoelig/vatbaar/kwetsbaar zijn voor iets

ein anfälliges Kind

een kind met een zwakke gezondheid

auf den Tod erkrankt sein

doodziek zijn

grassieren

woeden, heersen, om zich heen grijpen

eine verschleppte Grippe

een verwaarloosde griep

an einer Krankheit leiden/laborieren

aan een ziekte lijden

eine Krankheit durchmachen

een ziekte doorstaan

eine Krankheit vorbeugen/sich gegen eine Krankheit wehren

een ziekte voorkomen, zich tegen een ziekte beschermen

seiner schweren Krankheit erlegen

overlijden na een ongelijke strijd (rouwadvertentie)

eine abzehrende/schleichende Krankheit

een slopende ziekte

die Krankheit ist von allein(e) weggegangen

de ziekte is vanzelf verdwenen

eine altersbedingte Krankheit

een ouderdomsziekte

an einer Krankheit sterben

aan een ziekte sterven

die Krankheit is mir angeflogen

de ziekte heeft mij plots overvallen

seine Gesundheit war angegriffen

zijn gezondheid was aangetast

diese Krankheit hängt mir noch an (ugs.)

ik ondervind nog altijd de gevolgen van deze ziekte

von einer ansteckenden Krankheit behaftet sein

een besmettelijke ziekte hebben

sich auffüttern (nach einer Krankheit)

(na een ziekte) aansterken, sterker worden, versterken

Ausfälle durch Krankheit

ziekteverzuim, ziekteverlet

wegen Krankheit eine Weile aussetzen

wegens ziekte een tijdje het werk onderbreken

die Krankheit hat ihn ausgezehrt

de ziekte heeft zijn gestel gesloopt

von einer Krankheit befallen werden, eine Krankheit davontragen

een ziekte oplopen

das Land wurde von einer Epidemie befallen

het land werd door een epidemie getroffen

von einer Krankheit einen Schaden behalten

aan een ziekte blijvende schade/letsel overhouden

eine bösartige Krankheit bekämpfen

een kwaadaardige ziekte bestrijden

eine böse/ernste/schwere Krankheit

een erge/ernstige ziekte

die Krankheit hat ihn böse mitgenommen

de ziekte heeft hem lelijk te pakken gehad

eine chronische Krankheit

een chronische ziekte

nach seiner Krankheit war er noch nicht richtig drin

na zijn ziekte was hij nog niet in zijn gewone doen

eine merkwürdige Krankheit war eingeschleppt worden

een merkwaardige ziekte was van elders overgebracht

eine ererbte Krankheit

een erfelijke ziekte

sich von einer Krankheit erholen/von...genesen

van een ziekte genezen/herstellen

ich habe mich auskuriert

ik ben volledig genezen

eine Krankheit erkennen

een ziekte herkennen, identificeren

eine Krankheit erliegen

aan een ziekte bezwijken

die Frühform einer Krankheit

de vroege vorm van een ziekte

eine galante Krankheit

een venerische ziekte (geslachtsziekte)

die Krankheit verlief harmlos

de ziekte verliep zonder complicaties

eine (heim)tückische Krankheit

een verraderlijke ziekte

der Herd einer Krankheit

de ziektehaard

durch eine Krankheit herunterkommen

door een ziekte verzwakken, in de versukkeling raken

das kann eine Krankheit hervorrufen

dat kan een ziekte veroorzaken

nach einer Krankheit hochkommen

na een ziekte weer opknappen

infolge von Krankheit

ten gevolge van een ziekte

die Krankheit hat ihm das Bein gelähmt

de ziekte heeft zijn been verlamd

eine lebenslange Krankheit

een levenslange ziekte

der letale Ausgang der Krankheit

de dodelijke afloop van de ziekte

die Krankheit meldet sich wieder

de ziekte steekt weer de kop op

pustulös (Krankheit, Haut)

puisterig (een ziekte met puistvorming, een puisterige huid)

die Krankheit hätte ihn fast unter den Rasen gebracht (ugs.)

de ziekte had hem bijna het leven gekost, hij was bijna aan de ziekte overleden

eine rückfällige Krankheit

een opnieuw voorkomende ziekte

eine schlummernde Krankheit

een latente ziekte (verborgen)

eine Krankheit in Schüben

een periodiek optredende/terugkerende ziekte

das Fieber/die Krankheit hat ihren Körper sehr geschwächt

de koorts/de ziekte heeft haar lichaam erg verzwakt

die Schwere einer Krankheit

de ernstigheid van een ziekte

Insekten übertragen die Krankheit auf den Menschen

insecten brengen de ziekte over op de mens

die Krankheit verbreitete sich

de ziekte breidde zich uit

seine Krankheit hat sich verschlimmert

de ziekte is verergerd

die Krankheit verschweigen

een ziekte verzwijgen

die Krankheit war schon weit fortgeschritten

de ziekte was al in een vergevorderd stadium

die Krankheit zehrte an meinen Kräften

de ziekte ondermijnde/sloopte mijn krachten

sich infizieren

een infectie oplopen, geïnfecteerd worden

der Befall

de aantasting, de besmetting

hohes Fieber befiel mich

ik kreeg plots hoge koorts

er ist ohnmächtig geworden, eine Ohnmacht hat ihn befallen

hij is flauwgevallen

von Schlaf befallen werden

door slaap overmand worden

die Beschwerde

de klacht, het ongemak, de kwaal

sie klagte über Beschwerden beim Trinken

ze klaagde over moeilijkheden bij het drinken

die Beschwerden des Alters

de ongemakken/gebreken van de oude dag

die Verletzungen machen ihm immer noch Beschwerden

hij heeft nog altijd last van zijn verwondingen

das Herz/der Atem setzt aus

het hart blijft stilstaan/de adem stokt

die Malaria, das Wechselfieber

malaria

eine entsetzliche Krankheit

een vreselijke ziekte

vorbeugen ist besser als heilen

voorkomen is beter dan genezen

das Elektrokardiogramm

het elektrocardiogram

die Blutuntersuchung

het bloedonderzoek

ich fühle mich erschöpft und verwirrt

ik voel me uitgeput en verward

Sind Sie krankenversichert?

Hebt u een ziektekostenverzekering?

das Wartezimmer

de wachtkamer

sich übergeben, (sich) erbrechen

overgeven, braken

der blaue Fleck

de blauwe plek

der Gewichtsverlust, die Gewichtszunahme

het gewichtsverlies, de gewichtstoename

die Intoleranz

de onverdraagzaamheid

das Zittern, der Schüttelfrost

het trillen, de koude rilling

die Schwellung, die Vergrößerung

de zwelling

Veränderungen beim Urinieren

veranderingen bij het plassen

Veränderungen des Haarwuchses

veranderingen bij de haargroei

die Verdauungsstörung

het spijsverteringsprobleem

ein geschwollener Bauch

de opgezwollen buik

die Entzündung

de ontsteking

das Blutgerinnsel auflösen

de bloedklonter oplossen

das Gallenstein

de galsteen

die Migräne

de migraine

die Erkrankung

de aandoening

der Schlaganfall

de beroerte

Nehmen Sie derzeit irgendein Medikament?

Neemt u op dit moment een medicijn?

die Packung des Medikamentes

de verpakking van het medicijn

Pillen schlucken

pillen slikken

die Tablette

de tablet

die Tropfen

de druppels