Nederlands Toen en Nu (2024-2025)

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/15

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Deze flashcards bevatten belangrijke termen en definities gerelateerd aan de ontwikkeling van de Nederlandse taal van het verleden tot heden.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

16 Terms

1
New cards

Oudnederlands

De oude vorm van de Nederlandse taal tot 1100.

2
New cards

Middelnederlands

De Nederlandse taal zoals deze gesproken werd tot 1500.

3
New cards

Vroeg-modern Nederlands

De fase van de Nederlandse taal tot 1800.

4
New cards

Modern Nederlands

De huidige vorm van de Nederlandse taal tot heden.

5
New cards

koineĂŻsatie

Het ontstaan van een nieuwe gemeenschappelijke variant van een taal.

6
New cards

Grammatica

De studietaalsystematiek en structuren binnen een taal.

7
New cards

negatie

Het gebruik van woorden om iets te ontkennen.

8
New cards

naamval

Verschillende vormen van een zelfstandig naamwoord die de functie van het woord in een zin aanduiden.

9
New cards

geslacht

De classificatie van zelfstandig naamwoorden in de categorieën mannelijke, vrouwelijke en onzijdige.

10
New cards

stabilisatie

Het proces waarbij een taalelement of systeem constant blijft over de tijd.

11
New cards

verbuigingsklasse

De categorie waartoe een naamwoord volgens zijn verbuiging behoort.

12
New cards

regiolect

De variëteit van een taal die sterk regionaal gekleurd is.

13
New cards

Statenbijbel

De bijbelvertaling uit 1637 die invloedrijk was voor de ontwikkeling van het Nederlands.

14
New cards

vernacular

De dagelijkse spreektaal of volkstaal in een bepaalde regio.

15
New cards

etymologie

De studie van de oorsprong en geschiedenis van woorden.

16
New cards

dialect

Een variant van een taal die specifiek is voor een bepaalde regio of groep.