Duits P. 158-160 en K4 sommige woordenschat
0.0(0)
Studied by 1 person
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
FlashcardsCard Sorting
1/302
Study Analytics
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
303 Terms
1
New cards
der Mann (¨er)
de man
2
New cards
die Frau (en)
de vrouw
3
New cards
männlich
mannelijk
4
New cards
weiblich
vrouwelijk
5
New cards
der Junge (n/Jungs)
de jongen
6
New cards
das Mädchen
het meisje
7
New cards
der Unterschied (e)
het verschil
8
New cards
unterschiedlich
verschillend
9
New cards
das Geschlecht (er)
het geslacht
10
New cards
heiraten
trouwen
11
New cards
verheiraten
getrouwd
12
New cards
sich trennen
scheiden, uit elkaar gaan
13
New cards
die Trennung
de scheiding
14
New cards
geschieden
gescheiden
15
New cards
single
single
16
New cards
der Single (s)
de single
17
New cards
der Partner
de partner
18
New cards
die Freiheit
de vrijheid
19
New cards
verwitwet
weduwe, weduwnaar geworden
20
New cards
schwul, homosexuell
homoseksueel
21
New cards
lesbisch
lesbisch
22
New cards
sich einscheiden für
kiezen voor, de voorkeur geven aan
23
New cards
das Date
de afspraak, de date
24
New cards
verstehen, kapieren
verstaan, begrijpen
25
New cards
reden
praten
26
New cards
zuhören
luisteren
27
New cards
einparken
parkeren
28
New cards
naschen
snoepen
29
New cards
die Zote(n)
de schuine mop
30
New cards
zeigen
tonen
31
New cards
das Gefühl (e)
het gevoel
32
New cards
labern
kletsen, lullen
33
New cards
maulfaul
zwijgzaam, kortaf
34
New cards
lügen
liegen
35
New cards
lässig
nonchalant, losjes
36
New cards
bügeln
strijken
37
New cards
staubsaugen
stofzuigen
38
New cards
kochen
koken
39
New cards
das Geschirr
het vaatwerk
40
New cards
den Rasen mähen
het gras maaien
41
New cards
Kinder betreuen
zorgen voor (kinderen)
42
New cards
ganztags arbeiten
hele dagen werken
43
New cards
halbtags arbeiten
halve dagen werken
44
New cards
die Schönheit
de schoonheid
45
New cards
attraktiv
aantrekkelijk
46
New cards
reizen
prikkelen , bekoren
47
New cards
der Körper
het lichaam
48
New cards
der Busen
de boezem
49
New cards
der Hintern
het achterwerk
50
New cards
die Taille
de taille
51
New cards
der Körperbau
de lichaamsbouw
52
New cards
mager
slank
53
New cards
dick
dik
54
New cards
das Gesicht (er)
het gezicht
55
New cards
faltig
gerimpeld
56
New cards
die Gesichtsfarbe
de gezichtsteint
57
New cards
blass
bleek
58
New cards
frisch
fris
59
New cards
gebräunt
gebruind
60
New cards
stark behaart
sterk behaard
61
New cards
die Narbe
het litteken
62
New cards
das Auge (n)
het oog
63
New cards
die Nase
de neus
64
New cards
das Ohr (en)
het oor
65
New cards
der Mund (¨er)
de mond
66
New cards
die Haarfarbe
de haarkleur
67
New cards
der Spitzbart
de sik
68
New cards
die Glatze
het kale hoofd
69
New cards
der Dreitagebart
de stoppelbaard
70
New cards
die Liebe
de liefde
71
New cards
verliebt
verliefd
72
New cards
sich lieben
van elkaar houden
73
New cards
sich verlieben in (+akk)
verliefd worden op
74
New cards
der Kuss (¨e)
de kus
75
New cards
küssen
kussen
76
New cards
knutschen
vrijen, knuffelen
77
New cards
die Hochzeit
de bruiloft
78
New cards
die Beziehung
de relatie
79
New cards
anmachen
stimuleren, versieren
80
New cards
der Charakter
het karakter
81
New cards
der Charakterzug (¨e)
de karaktertrek
82
New cards
das Verhalten
het gedrag
83
New cards
sich verhalten
sich gedragen
84
New cards
sich fühlen
zich voelen
85
New cards
das Glück
het geluk
86
New cards
glücklich
gelukkig
87
New cards
unglücklig
ongelukkig
88
New cards
die Freude
de vreugde
89
New cards
der Beruf (e)
het beroep
90
New cards
Die Krankenpflegerin(nen)
de verpleegster
91
New cards
der Tischler
de schrijnwerker
92
New cards
der Maler
de schilder
93
New cards
der Ober
de kelner
94
New cards
der Polizist (en)
de politieagent
95
New cards
die Sekretärin(nen)
de secretaresse
96
New cards
der Briefträger
de postbode
97
New cards
der Metzger
de slager
98
New cards
der Bäcker
de bakkerd
99
New cards
er Arzt (¨e)
de arts
100
New cards
der Dolmetscher
de tolk