frans (ex 2)
0.0(0)
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
FlashcardsCard Sorting
1/212
Study Analytics
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
213 Terms
1
New cards
la plaie
de wonde
2
New cards
la clef
de sleutel
3
New cards
debout
rechtop
4
New cards
effacer
uitwisselen
5
New cards
empêcher
verhinderen
6
New cards
l’avenir
de toekomst
7
New cards
décharger
ontladen
8
New cards
bâtir
bouwen
9
New cards
cacher
verstoppen
10
New cards
l’achat (m)
de aankoop
11
New cards
le bénéficiaire
de begunstigde
12
New cards
le conducteur
de bestuurder
13
New cards
le covoiturage
het carpoolen
14
New cards
le montant
het bedrag
15
New cards
le moyen
het middel
16
New cards
le paiement
de betaling
17
New cards
le partage de voiture
het autodeel
18
New cards
le règlement
de betaling
19
New cards
le virement
de overschrijving
20
New cards
l'appli(cation) (f)
de app
21
New cards
l'assurance (f)
de verzekering
22
New cards
la carte bancaire - la carte de banque - la carte bleue
de bankkaart
23
New cards
la démarche
de stap/ aanpak
24
New cards
la démonstration
de demonstratie
25
New cards
les donnees (f)
de gegevens
26
New cards
l’essence (f)
de benzine
27
New cards
la mensualité
de maandelijkse
28
New cards
la rupture de stock
de uitputting van de stock
29
New cards
la rupture
de breuk
30
New cards
escalader
beklimmen
31
New cards
freiner
(af)remmen
32
New cards
la somme
het bedrag
33
New cards
la valeur
de waarde
34
New cards
abordable
betaalbaar
35
New cards
accessible
bereikbaar
36
New cards
avantageux, avantageuse
voordelig
37
New cards
bon marché (inv)
goedkoop
38
New cards
destiné(e)
bestemd voor
39
New cards
inhabituel(le)
ongewoon
40
New cards
neuf, neuve
(fabrieks)nieuw
41
New cards
quotidien(ne)
dagelijks
42
New cards
sécurisé(e)
beveiligd
43
New cards
s’abonner
zich abonneren
44
New cards
dépenser
uitgeven
45
New cards
disposer de
beschikken over
46
New cards
echanger (contre)
(om)ruilen (tegen)
47
New cards
économiser
besparen
48
New cards
gérer
beheren
49
New cards
régler
betalen
50
New cards
rembourser
terugbetalen
51
New cards
résilier
opzeggen
52
New cards
souscrire
ondertekenen
53
New cards
à petit prix
goedkoop
54
New cards
avoir les moyens de
over de middelen beschikken om te
55
New cards
avoir un coup de coeur
iets direct leuk vinden
56
New cards
en espèces, en liquide
cash
57
New cards
faire des économies
geld opzij zetten
58
New cards
faire le plein
voltanken
59
New cards
peu professionnel
onprofessioneel
60
New cards
gratuit
vrij
61
New cards
peu de liberté
weinig vrijheid
62
New cards
sans garantie
zonder garantie
63
New cards
de mauvais qualité
slechte kwaliteit
64
New cards
dangereux
gevaarlijk
65
New cards
écologique
ecologisch
66
New cards
convivial
gebruiksvriendelijk
67
New cards
compliqué
ingewikkeld
68
New cards
inhabituel
ongebruikelijk
69
New cards
rencontrer de nouvelles personnes
nieuwe mensen ontmoeten
70
New cards
bénévoles
vrijwilligers
71
New cards
perte de temps
tijdsverspilling
72
New cards
social
sociaal
73
New cards
bien trouvé
goed gevonden
74
New cards
pas toujours accessible
niet altijd beschikbaar
75
New cards
pas sécurisé
niet veilig
76
New cards
recyclage
recycling
77
New cards
facile d’emploi
makkelijk te gebruiken
78
New cards
domestique
huishoudelijk
79
New cards
bon marché
goedkoop
80
New cards
(ver)koop
!
81
New cards
!
!
82
New cards
beaucoup de
veel
83
New cards
trop de
te veel
84
New cards
un kilo de
een kilo
85
New cards
un paquet de
een pakje
86
New cards
un litre de
een liter
87
New cards
un peu de
een beetje
88
New cards
un verre de
een glas
89
New cards
une canette de
een blik met
90
New cards
une bouteille de
een fles
91
New cards
un morceau de
een stuk
92
New cards
une boîte de
een doos van
93
New cards
un sac de
een zak
94
New cards
une tranche de
een schijf
95
New cards
du, de la, de l’, des
m, v, klinker, mv
96
New cards
en - ==__**y**__==
* à + chose (zelfstandig nmw)
* voorzetsels behalve de + plaats
* pour les personnes: (moi, toi, lui, elle, nous, vous, eux, elles)
* voorzetsels behalve de + plaats
* pour les personnes: (moi, toi, lui, elle, nous, vous, eux, elles)
97
New cards
==__**en**__== - y
* de + chose
* quantité + chose
* de + lieu (plaats)
* pour les personnes: (moi, toi, lui, elle, nous, vous, eux, elles)
* quantité + chose
* de + lieu (plaats)
* pour les personnes: (moi, toi, lui, elle, nous, vous, eux, elles)
98
New cards
assurer
verzekeren
99
New cards
désirer
\
wensen
wensen
100
New cards
le bonheur
het geluk
Note 
Flashcards (101)