Duits Signaalwoorden

besonders

in het bijzonder

eigentlich

eigenlijk

insbesondere

in het bijzonder

namentlich

in het bijzonder

nicht einmal

zelfs niet

nicht nur … sondern auch

niet alleen … maar ook

selbst

zelfs

sogar

zelfs

vor allem

in het bijzonder

zumal (da)

in het bijzonder

allerdings

zeker

fraglos

ongetwijfeld

freilich

inderdaad

klar

natuurlijk

mit Recht

terecht

natürlich

natuurlijk

selbstverständlich

natuurlijk

tatsächlich

inderdaad

unzweifelhaft

ongetwijfeld

wirklich

inderdaad

zweifellos

ongetwijfeld

alles genau besehen

alles welbeschouwd

alles genau genommen

alles welbeschouwd

also

dus

das Fazit

conclusie

folglich

dus

kurz

kortom

schießlich

ten slotte

zum Schluss

ten slotte

zusammenfassend

samenvattend

damit

opdat

um (zu)

om (te)

zu

om (te)

anscheinend

waarschijnlijk

etwa

misschien

mag sein, dass

(het is) mogelijk dat

möglicherweise

misschien

vielleicht

misschien

voraussichtlich

waarschijnlijk

wahrscheinlich

waarschijnlijk

also

dus

daraus ergibt sich

daaruit blijkt

demnach

dus

folglich

dus

nun

welnu

so .. das

zo … dat

auch

ook

außerdem

bovendien

danach

vervolgens

dann

vervolgens

darauf

vervolgens

ebenfalls

ook

erst

ten eerste

erstens, zweitens …

ten eerste, ten tweede, …

letzlich

ten slotte

nicht nur … sondern auch

niet alleen …, maar ook

schießlich

ten slotte

überdies

bovendien

und

en

zudem

bovendien

zuerst

ten eerste

zum Schluss

ten slotte

zunächst

ten eerste

zusätzlich

bovendien

aufgrund davon

op grond daarvan

da

omdat

darum

daarom

das heißt

dat wil zeggen

denn

want

denn auch

dan ook

deshalb

daarom

indem

doordat

nämlich

namelijk

weil

omdat

zumal da

vooral omdat

allerdings

echter

bald … bald

nu eens … dan weer

bezüglich

wat betreft

eigentlich

eigenlijk

einerseits … andererseits

enerzijds … anderzijds

entweder … oder

of … of

in Bezug auf

met betrekking tot

nur

alleen maar

übrigens

overigens

was betrifft

wat betreft

zugleich

tegelijk(ertijd)

zwar … aber

weliswaar … maar

aber

maar

(an)statt

in plaats van

dagegen

daarentegen

dennoch

toch

doch

toch

im Gegenteil

integendeel

jedoch

toch

obgleich

hoewel

obwohl

hoewel

stattdessen

in plaats daarvan

trotz

ondanks

trotzdem

toch

während

terwijl