1/25
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Vragen waar maar 1 antwoord feitelijk goed is,
Gewone vragen
Diepzinnige vragen waar mensen geen zeker antwoord op kunnen geven, er is niet maar 1 antwoord juist is (levensbeschouwelijk).
Levensvragen
Iets wat heel belangrijk of van grote betekenis is
Waarden
Vrijheid, Gelijkheid, Tolerantie, Democratie
Hoofdwaarden in Nederland
Regels die voortkomen uit je waarden
Normen
Wat vind jij (en wat vinden anderen) belangrijk in het leven
Levensbeschouwing
Wie en wat je echt bent – je persoonlijkheid
Identiteit:
Als je de opvattingen die in je gedrag verborgen zijn ontdekt (je er bewust van bent), dan kun je er kritisch over nadenken.
Zelfbewustzijn
Je bewuste kijk op het leven ( ze is duidelijk zichtbaar).Je kunt je opvattingen verdedigen en je keuzes verantwoorden
Expliciete levensbeschouwing
Je onbewuste kijk op het leven (je waarden zitten verstopt in je gedrag
Impliciete levensbeschouwing
is alles dat jou maakt tot wie jij echt bent (al je eigenschappen en dingen die bij jou horen)
Het wezenlijke
Een mens met eigenschappen, dingen die hij/zij niet kan missen
Concreet mens
De mens. Nog zonder eigenschappen, allemaal gelijk
Abstract mens
Bewust, je boodschap is duidelijk zichtbaar
Expliciete communicatie
Onbewust, Verstopt in gedrag
Impliciete communicatie:
1. Woord (appen,brief)
2. Beeld (vlag uithangen met tas)
3. Gedrag (collecteren)
Communicatie
Een werelddorp. Er is snelle communicatie en weinig geheimen
Global Village
Iemand in zijn waarde laten. Bv. Iemand niet belachelijk maken om een andere geloofsopvatting.
Respecteren
In woord – beeld – gedrag draag je jouw opvattingen uit.
‘ Dit is voor mij belangrijk’
Levensbeschouwelijke communicatie
Is kennisgeving. Een partij is aan het communiceren en de ander heeft geen ruimte om te reageren.
Eenrichtingsverkeer
Er vind uitwisseling plaats. Er zijn twee partijen aan het communiceren.
Tweerichtingsverkeer
De boodschap die je wilt overbrengen
Inhoud
De manier waarop je die boodschap overbrengt.
Vorm
De persoon die een boodschap verstuurd
Zender
De persoon die de boodschap ontvangt.
Ontvanger
Er ontstaat ruis. De boodschap word niet goed verstuurd door zender of niet goed begrepen door de ontvanger.
Miscommunicatie