Thema Kultur: Anhang 1 - Wortschatz ND

naar een feestje gaan

auf eine Party gehen / zu einer Party gehen

een feestje geven

eine Party machen

het feestje

die Party / die Feier / das Fest

het schoolfeest

das Schulfes

het verjaardagsfeest

das Geburtstagsfest

de uitnodiging

die Einladung

uitnodigen

einladen

plaatsvinden

stattfinden

am Freitagabend / Samstagabend

op vrijdagavond / zaterdagavond

am ersten/zweiten/dritten Juli

op 1/2/3 juli

in het weekend

am Wochenende

naar het restaurant gaan

ins Restaurant gehen

de ober

der Kellner

de serveerster

das Fräulein

de gast

der Gast

de bediening

die Bedienung

de snackbar

der Imbiss

de kroeg

die Kneipe

het plezier

der Spaß

de vriendengroep

die Clique

het bier

das Bier

de wijn

der Wein

de alcohol

der Alkohol

de cola

die Cola

de frisdrank

die Limonade

het mineraalwater

das Mineralwasser

bestellen

bestellen

drinken

trinken - trank - getrunken

eten

essen - aß - gegessen

lol maken

Spaß machen

gezellig

gemütlich

naar de disco gaan

in die Disko gehen

naar de bioscoop gaan

ins Kino gehen

wat draait er in de bios?

Was läuft im Kino

de film kijken

sich den Film ansehen

vrije plaatsen

freie Plätze

rij 5 en 6

Reihe fünf und sechs

in de rij staan

Schlange stehen

naar het theater gaan

ins Theater gehen

klappen

Beifall klatschen

de acteur / actrice

der Schauspieler / die Schauspielerin

het toneel / het podium

die Bühne

per week

pro Woche

wekelijks

wöchentlich

maandelijks

monatlich

de muziek

die Musik

de muzieksmaak

der Musikgeschmack

het succesnummer

der Riesenhit, der Schlager

de cd

die CD

een instrument spelen

ein Instrument spielen

de popster

der Popstar

het idool

das Idol

de show

die Show

het concert

das Konzert

het festival

das Festival

het evenement

die Veranstaltung

de dirigent

der Dirigent

de muzikant

der Musiker

de band +

die Band, die Bands

de zanger

der Sänger

de zangeres

die Sängerin

de gitaar

die Gitarre

het drumstel

das Schlagzeug

de piano

das Klavier

de viool

die Geige

de fluit

die Flöte

het orkest

das Orchester

de repetitie

die Probe

organiseren

versanstalten / organisieren

repeteren

proben

muziek downloaden

Musik herunterladen

op tv

im Fernsehen

een lied componeren

ein Lied komponieren

klassieke muziek

klassische Musik

in een band spelen

in einer Band spielen

naar een concert gaan

in Konzert gehen, ein Konzert besuchen

populair zijn

populär sein

commercieel

kommerziell

het museum +

das Museum, die Museen

naar het museum gaan

ins Museum gehen

de cultuur

die Kultur

het schilderij

das Gemälde

het beeld, het beeldhouwwerk

die Skulptur

de kunst

die Kunst

de kunstenaar

der Künstler

de schilder

der Maler

schilderen

malen

de expositie, de tentoonstelling

die Ausstellung

moderne kunst

moderne Kunst

de korting

die Ermäßig

gratis entree

Einritt frei

de taal +

die Sprache, die Sprachen

de moedertaal

die Muttersprache

de vreemde taal

die Fremdsprache

een (vreemde)taal leren

eine (Fremd)Sprache lernen

het woordenboek

das Wörterbuch

de vertaling

die Übersetzung

vertalen

übersetzen

mijn uitspraak

meine Aussprache

in het Duits, Engels, Nederlands

auf Deutsch, Englisch, Niederländisch