Examenvocabulaire Blz. 270 t/m 272
5.0(2)
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
FlashcardsCard Sorting
1/158
Study Analytics
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
159 Terms
1
New cards
auch
ook
2
New cards
außerdem
bovendien
3
New cards
erstens, zweitens…
ten eerste, ten tweede …
4
New cards
nicht nur .. sondern auch
niet alleen .. maar ook
5
New cards
oder
of
6
New cards
und
en
7
New cards
schließlich
ten slotte
8
New cards
zudem
bovendien
9
New cards
zuerst … dann / danach
eerst … dan / daarna
10
New cards
zum Schluss
ten slotte
11
New cards
damit
opdat
12
New cards
sodass
zodat
13
New cards
um zu
om te
14
New cards
also
dus
15
New cards
dadurch
daardoor
16
New cards
sodass
zodat
17
New cards
weil
omdat
18
New cards
aber
maar, echter
19
New cards
allerdings
echter
20
New cards
dagegen
daarentegen
21
New cards
dennoch
toch, evenwel
22
New cards
doch
toch, echter
23
New cards
einerseits, andererseits
enerzijds, anderzijds
24
New cards
im Gegensatz zu
in tegenstelling tot
25
New cards
jedoch
maar, echter
26
New cards
nicht / kein … sondern
niet / geen … maar
27
New cards
nichtsdestotrotz
desalniettemin
28
New cards
obwohl
hoewel
29
New cards
statt
in plaats van
30
New cards
stattdessen
in plaats daarvan
31
New cards
trotzdem
toch, desondanks
32
New cards
während
terwijl
33
New cards
zwar
weliswaar
34
New cards
da
omdat
35
New cards
daher
vandaar
36
New cards
darum
daarom
37
New cards
denn
want
38
New cards
deshalb
daarom
39
New cards
der Grund dafür
de reden daarvoor
40
New cards
deswegen
daarom
41
New cards
schließlich
tenslotte
42
New cards
weil
omdat
43
New cards
nämlich
namelijk
44
New cards
so
zo
45
New cards
und zwar
en wel, te weten
46
New cards
zumal
met name omdat
47
New cards
zum Beispiel
bijvoorbeeld
48
New cards
als ob
alsof
49
New cards
ebenso / genauso wie
net zo .. als
50
New cards
mehr / besser … als
meer / beter … dan
51
New cards
wie
zoals
52
New cards
falls
in het geval dat
53
New cards
wenn
indien / als
54
New cards
also
dus
55
New cards
daraus kann man schließen
daaruit kun je concluderen
56
New cards
folglich
dus
57
New cards
kurz
kortom
58
New cards
schließlich
tenslotte
59
New cards
alles in allem
al mt al
60
New cards
kurz
kortom
61
New cards
zusammenfassend
samenvattend
62
New cards
ablehnen
afkeuren
63
New cards
bedrohen
bedreigen
64
New cards
befürchten
vrezen
65
New cards
Drohung
dreiging
66
New cards
Empörung
verontwaardiging
67
New cards
empört
verontwaardigd
68
New cards
enttäuscht
teleurgesteld
69
New cards
fehlen
ontbreken, missen
70
New cards
Fehler
fout
71
New cards
Furcht
angst
72
New cards
heuchlerisch
huichelachtig
73
New cards
sich irren
zich vergissen
74
New cards
Irrtum
vergissing
75
New cards
kaum
nauwelijks
76
New cards
leider
helaas
77
New cards
löschen
verwijderen
78
New cards
Lüge
leugen
79
New cards
mangelhaft
gebrekkig
80
New cards
mangeln
ontbreken, missen
81
New cards
Opfer
slachtoffer
82
New cards
peinlich
pijnlijk
83
New cards
scheitern
mislukken
84
New cards
verletzen
kwetsen
85
New cards
Verletzung
blessure, overtreding
86
New cards
verlieren
verliezen
87
New cards
Verlust
verlies
88
New cards
verschwinden
verdwijnen
89
New cards
warnen vor
waarschuwen voor
90
New cards
begeistert
enthousiast
91
New cards
Begeisterung
enthousiasme
92
New cards
Erfolg
succes
93
New cards
erfolgreich
succesvol
94
New cards
erlaubt
toegestaan
95
New cards
erwünscht
gewenst
96
New cards
sich freuen
zich verheugen
97
New cards
froh
vrolijk, blij
98
New cards
gelingen
lukken
99
New cards
hoffen
hopen
100
New cards
Hoffnung
hoop
Note 
Flashcards (34)