Kraakbeen is gespecialiseerd dicht/ vezelig bindweefsel met een steunfunctie. Het bestaat uit fibroblasten en een matrix
Fout, het bestaat uit chondrocyten of kraakbeencellen en een matrix. Chrondocyten hebben een analoge functie als de fibroblasten bij bindweefsel sensu stricto
2
New cards
In kraakbeen komen bloedvaten voor
Fout, er komen geen bloedvaten voor omdat de proteoglycanen met gylosaminoglycanen in de matrix zich chemisch kunnen binden aan de chondrocyten (collageen) . Ook wordt op die manier de dikte van het kraakbeen beperkt gehouden
3
New cards
Perichondrium omgeeft kraakbeen en is los bindweefsel sensu stricto
Fout, het omgeeft kraakbeen maar is dicht bindweefsel sensu stricto
4
New cards
Het kraakbeen kan intern groeien door fibroblasten van het perichondrium om te bouwen naar chondrocyten
Fout, dit is als de perifeer groeien. Bij interne groei van kraakbeen delen de chrondrocyten
5
New cards
Hyalien kraakbeen heeft intercellulaire stof en een matige hoeveelheid,collageenvezels . De chondrocyten komen voor in de lacunae en het is het meest voorkomend kraakbeentype
Juist, het komt voor in de skeletten van de lagere vertebraten en in het embryonaal skelet van de hogere vertebraten
6
New cards
In elastisch kraakbeen komt intercellulaire stof en elastische vezels voor. De vezels vormen een dicht netwerk
Fout, er komen ook collageenvezels voor
7
New cards
Vezelig kraakbeen bevat veel cellen en veel collageen
Fout, het bevat relatief weinig cellen en heel veel collageen. Het komt voor bij tussenwervelschijven en de vasthechting van pezen
8
New cards
Beenweefsel is levend weefsel dat uit beencellen en matrix bestaat
Juist, bij moderne vertebraten doet het dienst als inwendig skelet, worden spieren hier op aangehecht en is een een reserve opslag van Ca en P
9
New cards
In beenderen komt CaCO3 het meeste voor
Fout, calciumfosfaat komt het meeste voor (85%) - hydroxylapatiet
10
New cards
Osseïne is beencollageen en is een vezel die voor 30% in de matrix van beenweefsel voorkomt
Juist
11
New cards
Osteoblasten worden gevormd uit osteocyten
Fout, osteocyten worden gevormd uit osteoblasten. Osteocyten hebben veel uitlopers en zijn verbonden met de buurcellen via canaluculi
12
New cards
Osteocyten helpen bij het mineralisatieproces van de matrix bij beenweefsel
Juist
13
New cards
Osteoclasten doen aan beenresorptie
Juist
14
New cards
Beenvorming kan overal plaatsvinden
Fout, beenvorming is steeds op plaatsen die al door bindweefsel bezet waren
15
New cards
Endesmale beenvorming is de vorming van bindweefselbeenderen direct uit embryonaal ‘bindweefsel sensu strico’. Ingesloten osteoblasten worden osteocyten en mineralisatie begint
Juist
16
New cards
Bij enchondrale beenvorming worden ontstaan vervangbeenderen uit elastisch kraakbeen dat als eerste de skeletfunctie vervult
Fout, vervangbeenderen bij enchondrale beenvorming onstaan altijd uit hyalien kraakbeen. Hyalien kraakbeen vervult als eerste de skeletfunctie
17
New cards
Bij been-remodeling lossen osteoblasten de binnenkant van het been af en bouwen osteoclasten de buitenkant op. Het wordt hormonaal geregeld
Fout, bij been-remodeling lossen osteoclasten de binnenkant van het been af en bouwen osteoblasten de buitenkant op. Het wordt hormonaal geregeld
18
New cards
Het parathyroïd en calcitonine hormoon bevorderen beenresorptie waardoor de concentratie in Ca in het bloed toeneemt
Fout, het parathyroïd bevorderd beenresorptie waardoor de concentratie Ca in het bloed te laten toeneemt, maar calcitonine verhinderd de resorptie waardoor de concentratie Ca in het bloed afneemt. → *Overall* is de concentratie Ca +- constant
19
New cards
De meeste beensoorten zijn lamellair
Juist
20
New cards
Lamellair been wordt gekenmerkt door een lamellen matrix met paralelle oriëntatie van de osseïnevezels afgewisseld met lagen beencellen
Fout, lamellair been wordt gekenmerkt door een lamellen matrix met verschillende oriëntatie van de osseïnevezels afgewisseld met lagen beencellen
21
New cards
Bij compact lamellair been zijn de lamellen gerangschikt rond de kanalen van Havers waarin een bloedvat is gelegen. Dergelijk kanaal met zijn lamellen wordt een osteon genoemd
Juist, een osteon is een synoniem voor een systeem van Havers. Het komt voor in de diafyse van een been
22
New cards
Volkmann-kanalen zijn de kleine, scheeflopende vaatkanalen in de osteonen
Juist, ze komen dus voor in het compact lamellair been, bij de diafyse van een been
23
New cards
Spongieus lamellair been wordt gekenmerkt door een vlechtwerk van beenbalkjes, osteonen en holten met rood beenmerg voor de bloedvorming. Alle beenderen beginnen spongieus
Fout, er komen geen osteonen voor in het spongieus lamellair been. Het spongieus lamellair been komt voor in de epifyse van een been
24
New cards
Alle beenderen beginnen spongieus
Juist, ze kunnen later worden omgevormd tot compact been
25
New cards
Platte beenderen zijn steeds een mengsel van spongieus en compact been
Juist
26
New cards
Een bundel spiercellen/ spiervezels met in hun cytoplasma myofibrillen vormen een fascicula en meerdere fascicula vormen een spier
Juist, een fascicula is hetzelfde als een spierbundel
27
New cards
Onder bindweefsel senso stricto verstaat men een endomysium, perimysium, epimysium en fascia. Deze structuren omgeven de verschillende ‘niveaus’ van contractiel weefsel
Juist, enodmysium omgeeft de spiervezel/ spiercel
perimysium omgeeft de spierbundelscheden
epimysium omgeeft de spierschede
en de fascia is een extra laag rond de epimisium die de verbinding van pezen met beenderen aangaat
28
New cards
In conctractiel (spierweefsel) komen geen zenuwuitlopers voor, wel bloedvaten
Fout, bloedvaten en zenuwuitlopers zijn essentieel voor het functioneren van een spier
29
New cards
Glad en dwarsgestreept spierweefsel contraheert onafhankelijk van de wil
Fout, glad spierweefsel contraheert onafhankelijk van de wil. Dwarsgestreept spierweefsel contraheert onafhankelijk van de wil als het over hartspierweefsel gaat, en meestal afhankelijk van de wil als het over skeletspierweefsel gaat
30
New cards
Gladspierweefsel heeft net als hartspierweefsel meerdere kernen in een cel
Fout, beide hebben maar 1 kern
31
New cards
Bij spierweefsel gekenmerkt door myofibrillen zonder dwarsstreping zijn de actine en myosine geordend
Fout, er is geen dwarsstreping en dus is de actine en myosine ongeordend
32
New cards
Een syncitium worden gevormd door de fusie van myoblasten tijdens de embryogenese, het zijn meercellige kernen die voorkomen in het dwarsgestreept spierweefsel
Fout, ze komen enkel voor bij het skeletspierweefsel, hartspierweefsel heeft maar één kern per cel
33
New cards
Donkere skeletspieren kunnen minder O2 opslaan dan blekere skeletspieren
Fout, donkere spieren kunnen meer O2 opslaan doordat ze meer myo(hemo)globine bevatten dan blekere spieren. Dit wilt ook zeggen dat ze langer inspanningen kunnen leveren
34
New cards
Een myofibril is opgebouwd uit fijne en grove filamenten. De fijne filamenten bestaan uit myosine, de grove uit actine en tropomyosine
Fout, de fijne filamenten bestaan uit actine, tropomyosine en troponine en de grote filamenten bestaan uit myosine
35
New cards
Evolutie van vasculair weefsel: geen systeem → open systeem → open/ gesloten systeem → gesloten enkel systeem
Fout, geen systeem → open systeem; hemilymfe → gesloten enkel systeem → gesloten dubbel systeem; bloed + lymfe
36
New cards
Bloed bestaat uit bloedcellen, bloedplasma, ademhalingspigment en speelt een belangrijke rol in verschillende fysiologische processen
Juist
37
New cards
Bloed bestaat uit 45% plasma (vloeistof) en 55% gefigureerde elementen (cellen)
Fout, bloed bestaat uit 55% plasma (vloeistof) en 45% gefigureerde elementen (cellen)
38
New cards
Bloed bestaat uit 0,9% ionen (2/3 Na, Cl) en 7% plasmaproteïnen waaronder albumine, globulinen en fibrogeen
Fout, bloedplasma bestaat uit 0,9% ionen (2/3 Na, Cl) en 7% plasmaproteïnen waaronder albumine, globulinen en fibrogeen
39
New cards
Bloedplasma bestaat uit 90% water
Juist
40
New cards
Albumine wordt aangemaakt in de lever en zorgen ervoor dat vertebraten immuniteit kunnen ontwikkelen tegen antigenen
Fout, dit is zo bij globulinen. Albumine wordt aagemaakt in de lever en speelt een rol in de osmoregulatie
41
New cards
Fibrogeen wordt aangemaakt in de lever en wordt door fibrine omgezet in thrombine, vezels voor wondheling
Fout, fibrogeen wordt aangemaakt in de lever en wordt door thrombine omgezet in fibrine, vezels voor wondheling
42
New cards
Serum is het bloedplasma zonder albumine
Fout, serum is het bloedplasma zonder fibrogeen
43
New cards
95% van de bloedcellen in bloed zijn erytocyten
Juist
44
New cards
Erytrocyten vormen het rode beenmerg bij de o.a Aves en Mammalia
Fout, ze worden juist gevormd door het rode beenmerg (epifyse) of in de nieren of milt
45
New cards
Hematopoiese is een complex differentiatieproces waarbij hemocytoblasten uit stamcellen worden gevormd
Fout, hemocytoblasten zijn stamcellen, via hematopoiese kunnen ze differentieren tot erytrocyten
46
New cards
Erytrocyten zijn gekernd
Fout, niet bij de zoogdieren
47
New cards
De kern van erytrocyten verdwijnt zodat er meer plaats is voor hemoglobine moleculen, ze zijn afgeplat zodat de afstand tussen hemoglobine en O2 kleiner wordt en bevatten hemoglobine zodat viscositeit in het bloed wordt tegegegaan
Fout, dit is enkel bij zoogdieren dat de kern verdwijnt
48
New cards
De productie van erytrocyten vindt bij zoogdieren plaats in beenmerg van platte en lange beenderen ter hoogte van spongieus been. Er worden zo’n 2,5 tot 10 \* 10^6 erytrocyten per seconde geproduceerd
Juist
49
New cards
De milt en lever breken via macrofagen (fagocytose) erytrocyten af om het ijzer te recycleren en de haem-groepen om te bouwen tot bilirubrine en biliverdine
Juist, bilirubine is een galpigment, het bepaald de kleur van uitwerpselen
50
New cards
Leucocyten zijn gekernd en amoeboid
Juist
51
New cards
Diapedese is een term om aboemoboide bewegingen te beschrijven
Juist
52
New cards
Granulocyten en agranulocyten, beide een groep van witte bloedcellen, worden aangemaakt en differentieren in beenmerg
Fout, granulocyten worden aangemaakt en differentieren in het beenmerg, agranulocyten worden aangemaakt in beenmerg en in lymfoïde weefsels en differentieren in het bloed tot lymfocyten/ plasmacellen of monocyten/ macrofagen
53
New cards
Bloedplaatjes zijn kleine, kleurloze, gekernde lichaampjes die voor 4,8% van de bloedcellen in staan
Fout, het zijn kleine, kleurloze, ongekernde lichaampjes die voor 4,8% van de bloedcellen in staan
54
New cards
Bloedplaatjes bevatten thromboplastine en spelen een belangrijke rol bij de bloedstolling
Juist
55
New cards
Een zenuwstelsel is enkel opgebouwd uit zenuwweefsel
Fout, ook uit enkele bloedvaten en een beetje bindweefsel
56
New cards
Neuronen doen aan impulsgeleiding
Juist
57
New cards
Neurogliacellen bieden ondersteuning, voeding en isolatie. Ze spelen een rol bij de pikkelgeleiding
Juist
58
New cards
Het neuron bestaat uit dendrieten/ korte uitlopers en axonen / lange uitlopers
Fout, ook uit het perikaryon/ cellichaam
59
New cards
In het granulair neuroplasma komen de normale celorganellen voor, microtubuli, neurofibrillen en pigmenten. Ook de lichaampjes van Nissi
Juist
60
New cards
Het perikaryon is de receptieve regio
Fout, dit is het dendriet. Het perikaryon is de voedende regio
61
New cards
Neurofibrillen zijn ondersteunende intermediare filamenten waar keratine voorkomt
Fout, er komt geen keratine voor, maar andere eiwitten
62
New cards
Nissl-lichaampjes zijn vrij grote conglomeraten van RNA
Fout, Nissl-lichaampjes zijn vrij grote conglomeraten van RNA en ruw endoplasmatisch reticulum
63
New cards
Lichaampjes van Nissl komen voor in axonen en spelen een rol bij de eiwitsynthese in neuronen
Fout, wel in sommige het dendriet en perikaryon. Ze spelen wel een rol bij de eiwitsynthese in neuronen
64
New cards
Er komen meestal meerdere dendrieten voor per neuron
Juist
65
New cards
Een dendriet is de receptieve regio, het ontvangt impulsen van het perikaryon
Fout, het transporteert opgevangen impuls naar het perikaryon. Het perikaryon kan ook impulsen opvangen
66
New cards
Dendrieten bestaan uit neurofibrillen en neuroplasma
Juist
67
New cards
Een axon eindigt op pre-synaptische eindplaatjes en leidt impulsen weg van het perikaryon
Juist, de pre-synaptische eindplaatjes komen voor op het telodendron
68
New cards
Een zenuw is axonen en bindweefsel
Juist
69
New cards
Axonen bestaan uit talrijke neurofibrillen, microtubuli (transport vesikels), mitchondria en veel neuroplasma
Fout, ze bestaan uit talrijke neurofibrillen, microtubuli (transport vesikels), mitchondria en weinig neuroplasma
70
New cards
Neurogliacellen komen o.a. voor bij primitieve invertebraten
Fout, de neuronen zijn hier naakt. Normaal gezien zijn de neuronen ingepakt in een schede van neurogliacellen
71
New cards
Schawncellen zijn chemische en elektrische isolatoren die niet gemyeliniseerd zijn bij de invertebraten en wel gemyeliniseerd bij de vertebraten, ze komen algemeen voor in het zenuwstelsel
Fout, enkel in het perifeer zenuwstelsel
72
New cards
De knopen van Ranvier zijn de plaatsen tussen de Schwan-cellen in het centraal zenuwstel waar het axon bloot ligt
Fout, er komen geen Schwan-cellen voor in het centraal zenuwstelsel. Dit is wel waar voor het perifeer zenuwstelsel
73
New cards
Asterocyten zorgen voor ondersteuning, vasthechting, voeding en osmoregulatie bij het centraalzenuwstelsel
Juist
74
New cards
Microglia zijn uitlopers die de myelineschede vormen bij het CZS ter vervanging van de afwezige Schwan-cellen
Fout, de zijn de oligodendrocyten/ oligodendroglia.
Microglia doen aan fagocytose van metabolieten van neuronen en indringers
75
New cards
Bij unipolaire neuronen heeft het cellichaam slechts 1 uitloper die zich vertakt in een dendriet en een axon, dit type komt veel voor in ganglia, buiten het CZS
Juist, deze ene uitloper van het cellichaam wordt de neuriet genoemd
76
New cards
Multipolaire neuronen hebben cellichamen met een wisselend aantal dendrieten en meedere axonen, ze komen vooral voor in het CZS
Fout, multipolaire neuronen hebben cellichamen met een wisselend aantal dendrieten en 1 axon, ze komen vooral voor in het CZS
77
New cards
Acetylcholine is de belangrijkste neurotransmitter
Fout, het is de belangrijkste neurotransmitter op vlak van spiercontracties, dus bij de motorische zenuwen
78
New cards
Een zenuwimpuls verschilt elke keer
Fout, een zenuwimpuls is altijd hetzelfde, hoe het brein een onderscheid kan maken is niet geweten
79
New cards
De Protozoa worden gekenmerkt door 1 cel, soms aggregaten en embryogenese tot kiembladen
Fout, bij de Protozoa is er nooit embryogenese tot kiembladen
80
New cards
De Parazoa zijn multicellulair met hebben geen weefsel of organen, bv Portifera
Juist
81
New cards
De Eumetazoa is Histozoa zijn meercellig met weefsel en organen
Juist
82
New cards
De Protista/ Protoctistia hebben geen blastula, een undulipodia zoals de schimmels en een kernmembraan zoals de bacteriën
Fout, ze hebben geen blastula, een undulipodia (dus ze zijn geen schimmels) en een kernmembraan (dus geen bacteriën)
83
New cards
De Protozoa zijn eencelligen die voortplantingscellen worden bij de voortplanting
Juist
84
New cards
Protozoa kunnen autotroof zijn of holozoïsch heterotroof
Fout, ze kunnen ook saprozoïsch heterotroof zijn. De autotrofen hebben chromoplasten
De holozoïsche heterotrofe doen aan fagocytose voor voedsel opname
De saprozoïsche heterotrofen/ osmotrofen doen aan pinocytose of nemen voedsel op via dissufie, permeasen en pompen
85
New cards
Bij zout water protozoa is de belangrijkste functie van de contractiele vacuolen om osmotisch binnengedrongen water naar buiten te pompen
Fout, dit is bij de zoetwater organismen die tot de protozoa behoren. De zoutwater organismen hebben een tekort aan water doordat het water naar de omgeven trekt
86
New cards
N-afval bij de Protozoa wordt door de contractiele vacuolen verwijderd
Fout, dit wordt vooral door diffusie verwijderd
87
New cards
Een flagullum bestaat uit een cytoplasmatische cilinder die door een plasmamembraan bedekt is en waarin 9 paar overlangse microtubuli lopen
Fout, een flagullum bestaat uit een cytoplasmatische cilinder die door een plasmamembraan bedekt is en waarin 9 paar overlangse microtubuli lopen die rondom een paar axiale microtubuli zijn gerangschikt in een perifere cirkel
88
New cards
Het kinetosoom aan de basis van een flagellum heeft een 9x2+2 structuur
Fout, dit is bij de eigelijke flagellum. Het kinetosooom/ basaallichaam/ basaalkorrel/ blefaroplast is opgebouwd uit 9 groepen van 3 microtubuli (tripletten) zonder axiale (centrale) microtubuli
89
New cards
Pseudopodiën zijn schijnvoetjes
Juist
90
New cards
Filopodiën en reticulopodiën zijn een vorm van schijnvoetjes met enkel ectoplasma
Juist,
de lopodiën hebben zowel ecto- als endoplasma en
de axopodiën wordt door het axonema (axiale filamenten) opgebouwd uit microtubuli
91
New cards
Filopodiën zijn reticulopodiën met dwarsverbindingen
Fout, reticulopodiën zijn filopodiën met dwarsverbindingen
92
New cards
Tweedeling of binaire deling gebeurt bij de flagellaten longitudinaal (overlangs)
Juist, bij de meeste andere gebeurt tweedeling transversaal (dwars)
93
New cards
Bij knopvorming, een vorm van seksuele reproductie, gebeurt de cytokinese asymmetrisch
Fout, knopvorming is een vorm van aseksuele reproductie, de cytokinese gebeurt wel asymmetrisch
94
New cards
Bij schizogonie gebeurt de meervoudige kerndeling tegelijkertijd met de celdeling
Fout, eerst de meervoudige kerndeling, dan pas celdeling
95
New cards
Cysten zijn dormante vormen die over een stevig omhulsel beschikken en hun metabolische machinerie praktisch stilleggen