Studied by 4 peopleUn portail
De poort
Un toit
het dak
Une clôture
de omheining
Une allée
Een wandelpadje, oprijlaan
Un jardin
Een tuin
Un grenier
een zolder
Une chambre
een kamer
Un plafond
een plafond
Un débarras
Een Bezemkast
Une entrée
De ingang
Une cuisine
De keuken
Un couloir
De gang
Rez – de - chaussée
Begane grond
L'immeuble
Het gebouw
L'escalier
De trap
L'entrée
De ingang
Porte d’entrée
Voordeur
La clé
De sleutel
L'ascenseur
De lift
La serrure
Het slot
Boîtes aux lettres
brievenbussen
Gardienne
bewaker
L'interphone
De intercom
Un étage
Een vloer
La porte
De deur
Un appartement dans un gratte-ciel
Een appartement in een wolkenkrabber
Un appartement dans une barre HLM
Een appartement in een goedkope woonblok
Une maison de campagne
Een huis op het platteland
Un château
Een kasteel
Un appartement dans le centre historique
Een appartement in het oude gedeelte van de stad
Une yourte
Een tent
Un pavillon
Losstaand bijgebouw
De banlieue
De buitenwijken
Une péniche sur l’eau
Een schip op het water
La pièce est bruyante, elle donne sur la rue.
De kamer is lawaaierig, hij kijkt uit op de straat.
Elle a dit un mensonge gros comme une maison.
Ze vertelde een leugen zo groot als een huis.
Il paye un loyer, il est locataire.
Hij betaalt huur, hij is huurder.
C’est un secret, je ne vais pas le criér sur les troits.
Het is een geheim, ik ga het niet zomaar roepen.
Alexia pourra déménager dans son nouvel appartement au début du mois prochain.
Alexia kan begin volgende maand intrekken in haar nieuw appartement.
Les Dujardin ont démandé un devis à chaque électricien.
De Dujardin’s vroegen een offerte aan elke electricien.
Une étagère
Een plankenkast
Une armoire
Een kledingkast
Une commode
Een lage kast met schuiven
Une table
Een tafel
Un drap
Een laken
Une couverture
Een deken
Des couverts
Het bestek
Un édredon
Een donsdeken
Un trigo
een tarwe
Un lit
Een bed
Un évier
Een wasbak
Un tour
een toren
Un réveil
Een wekker
Un lavabo
Een lavabo
Une baignoire
Een bad
Une douche
Een douche
Un tapis
Een tapijt
Une moquette
Een vast tapijt
Un miroir
Een spiegel
Un carrelage
Een betegeling
Une chaise
Een stoel
Un matelas
Een matras
Un fauteuil
Een zetel
Un divan
Een ligzetel/zetelbed
Une serviette
Een serviette
Une plante verte
Een plant
Un vase
Een vaas
Un tableau
Een tafel
Pièce
Kamer
Salon
Huiskamer
Chambre à coucher
Slaapkamer
Salle à manger
Eetkamer
Cuisine
Kuiken
Salle de bains
Badkamer
Entrée
hal
Buanderie
wasruimte
Grenier
Zolder
Sous-sol
kelder
Balcon
balkon
Note
Flashcard