le voc plus B5
5.0(2)
Studied by 1 person
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
FlashcardsCard Sorting
1/35
Study Analytics
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
36 Terms
1
New cards
Le guichet
het loket
2
New cards
le bulletin de virement
het inschrijvingsformulier
3
New cards
les espèces
contant geld
4
New cards
l’extrait de compte
het rekeninguittreksel
5
New cards
le distributeur de billet / le distributeur automatique
de geldautomaat
6
New cards
la pièces (de monnaie)
het mundstuk
7
New cards
le billet
het briefje (geld)
8
New cards
au guichet
aan het loket
9
New cards
le moyen de paiement
de betaalmethode
10
New cards
l’avantage
het voordeel (m)
11
New cards
le désavantage
het nadeel
12
New cards
l’argent liquide
contant geld
13
New cards
effectuer un paiement en espéces / effectuer un paiement en liquide
een contante betaling uitvoeren
14
New cards
la carte bancaire
de bankkaart
15
New cards
le code secret
de pincode
16
New cards
régler ses achats
aankopen doen
17
New cards
le commerçant (sur Internet)
de (online)verkoper
18
New cards
retirer une somme d’argent au distributeur
geld afhalen aan de automaat
19
New cards
le reçu
het ontvangstbewijs
20
New cards
le virement
de overschrijving
21
New cards
virer
overschrijven
22
New cards
l’acompte (par virement)
de betaling (via overschrijving)
23
New cards
verser une somme d’argent
storten
24
New cards
le compte
de rekening
25
New cards
debiter une somme
geld van een rekening halen
26
New cards
crediter une somme
geld op een rekening zette,
27
New cards
le bénéficiaire
de begunstigde
28
New cards
le titulaire
de eigenaar van de rekening
29
New cards
consulter en linge
online consulteren
30
New cards
le solde
het saldo
31
New cards
avoir de la mannaie sur soi
klein geld op zak hebben
32
New cards
le montant / la somme
het bedrag
33
New cards
le terminal de paiement
de betaalterminal
34
New cards
la réception
het ontvangst
35
New cards
l’établissement
een zaak
36
New cards
la monnaie
het klein geld