1/60
de uitleg van centrale begrippen in de cursus wijsbegeerte in de opleiding burgerlijk ingenieur aan de kuleuven eerste deel van de cursus; hoofdstukken 1 t.e.m. 5
Name  | Mastery  | Learn  | Test  | Matching  | Spaced  | 
|---|
No study sessions yet.
moderne samenleving
filosofen bedoelen hiermee:
de historische periode die volgt op de middeleeuwen (en dus ruwweg begint in de 16de eeuw) tot nu
kentheoretische problemen
we vragen ons af hoe het voor de mens mogelijk is om kennis te verwerven over de structuur van de werkelijkheid
rol van zintuiglijke waarneming?
rol van het conceptueel en theoretisch kader waarmee we naar de werkelijkheid kijken?
mechanisering van het wereldbeeld
de natuur verschijnt nu slechts als een 'betekenisloze' materiƫle werkelijkheid die geordend is volgens strikte natuurwetten.
i.t.t. de premoderne wereld waar de natuur de drager was van waarden en betekenis
teleologisch wereldbeeld
alle zijnden in de werkelijkheid worden gekenmerkt door een bepaalde 'essentie'.
Alle zijnden hebben als doel (telos) om hun eigen essentie zo goed mogelijk te realiseren.
Heel de werkelijkheid is een doelgerichte werkelijkheid
aristotelische fysica
alle materiƫle dingen in de wereld bestaan uit 4 elementen (vuur, wind, aarde, water) en streven ernaar hun 'natuurlijke plaats' in te nemen
'vijfde element' = quintessentia, ether => hebben hun essentie al volledig gerealiseerd
ARISTOTELES
doeloorzaak
het doel (telos) dat door die beweging gerealiseerd wordt
ARISTOTELES
onttovering van de wereld
de wereld is slechts een gestructureerde werkelijkheid zonder intrinsieke waarde of betekenis
MAX WEBER
is/ought fallacy
uit wat 'is' kunnen we niet langer aflezen wat we 'moeten' doen ('ought')
DAVID HUME
sapere aude
durf zelf te denken
IMMANUEL KANT
reflexief
het menselijke denken nu ook op een meer bewuste manier over zichzelf (en de eigen beperkingen) is gaan nadenken
fatalisme
denken dat alles fataal is, de wereld gaat naar de knoppen
rationalisme
dat zekere kennis alleen gebaseerd kan zijn op het menselijke denken
DESCARTES
empirisme
dat zekere kennis alleen gebaseerd kan zijn op empirische (zintuiglijke) waarneming
JOHN LOCKE/DAVID HUME
malin gƩnie
wie garandeert er mij bijvoorbeeld dat er niet een of andere bovennatuurlijke kwaadaardige demon aan het werk is die mij doet geloven dat iets waar is
DESCARTES
radicale twijfel
alles in het twijfel trekken
twijfelen over de twijfel is onbetwijfelbaar
DESCARTES
causaliteitsprincipe
de oorzaak van iets moet minstens even groot zijn als het gevolg dat erdoor veroorzaakt wordt
DESCARTES
a priori godsbewijs
ontologische godsbewijs
bewijs gaat ervan uit dat iets dat bestaat meer volmaakt is dan iets dat niet bestaat
DESCARTES
ontologie
de leer van het zijn
radicaal dualisme
een scherp onderscheid tussen het menselijke denken enerzijds en de lichamelijke werkelijkheid anderzijds
DESCARTES
probleem van de brug
hoe connecteren we hetgeen we waarnemen en ervaren aan hetgeen er echt is
radicaal scepticisme
we kunnen uit waarnemingen helemaal niks extrapoleren, we kunnen nooit zeker zijn van causale verbanden
DAVID HUME
transcendentaal
een benadering die op zoek gaat naar de noodzakelijke mogelijkheidsvoorwaarden voor het bereiken van zekere kennis
analytische oordelen
dit zijn oordelen die waar zijn op basis van de betekenis van de termen die in het oordeel voorkomen
vb 'alle vrijgezellen zijn ongetrouwd'
=> zijn altijd a priori oordelen
IMMANUEL KANT
a priori oordelen
we kunnen beoordelen of dergelijke oordelen al dan niet waar zijn zonder een beroep te moeten doen op onze zintuigelijke waarneming
IMMANUEL KANT
synthetische oordelen
oordelen die meer zeggen dan wat al besloten ligt in de definities van de gebruikte termen
IMMANUEL KANT
synthetische oordelen a posteriori
dit zijn oordelen waarvan de waarheid niet enkel afhangt van de betekenis van de termen die in het oordeel voorkomen, maar waarbij we een beroep moeten doen op de zintuiglijke waarneming
vb 'de tafel is bruin'
IMMANUEL KANT
synthetische oordelen a priori
de oordelen zeggen meer dan wat al besloten ligt in de definities van de gebruikte termen
er is meer nodig dan de zintuiglijke waarneming om te kunnen zeggen of ze waar zijn of niet
vb alle wiskundige uitspraken zoals '4+5=9ā, algemene fysische uitspraken zoals āalle gras is groenā
IMMANUEL KANT
transcendentale esthetiek
die onze zintuiglijke waarneming bestudeert
=> gekenmerkt door tijd en ruimte
IMMANUEL KANT
transcendentale analytiek
bestudeert het menselijk verstand dat de waarnemingen ordent en zo tot objectieve oordelen komt
=> categoriƫn=> 12 in totaal
IMMANUEL KANT
fenomenale werkelijkheid
werkelijkheid zoals die aan ons verschijnt
<=> noumenale werkelijkheid
IMMANUEL KANT
noumenale werkelijkheid
werkelijkheid zoals die op zichzelf bestaat
<=> fenomenale werkelijkheid
IMMANUEL KANT
linguistic turn
de filosofie is zich in de loop van de twintigste eeuw meer en meer bewust geworden van het belang van taal
RICHARD RORTY
basiszekerheden
zekerheden waar we niet aan kunnen twijfelen binnen het gebruikte taalspel
WITTGENSTEIN
betwijfelbare oordelen
oordelen die niet op een vanzelfsprekende manier zeker zijn, 'ik denk' => je kunt wel binnen het gebruikte taalspel een antwoord vinden
WITTGENSTEIN
filosofie als therapie
we zien de betekenisloosheid van onze filosofische vragen in doordat we begrijpen dat er geen taalspel is waarbinnen we ze zouden kunnen beantwoorden
WITTGENSTEIN
spiegelmetafoor
verwijst naar het feit dat we vaak denken dat onze kennis van de werkeljkheid alleen maar juist kan zijn, als er een overeenstemming bestaat tussen de structuur van de werkelijkheid enerzijds en de beschrijving van die werkelijkehid in ons denken of in onze taal anderzijds
=> leidt tot probleem van de brug
RICHARD RORTY
realismedebat
in dit debat wordt de filosofische vraag gesteld of de objecten die door de moderne natuurwetenschappen geponeerd worden maar die niet met het blote oog zichtbaar zijn (elektronen, moleculen...) ook echt bestaan
metafysisch realisme
de moderne natuurwetenschap inderdaad de juiste weergave oplevert
antirealisme
de concepten die niet met het blote oog zichtbaar zijn (vb elektronen, moleculen...) zijn louter 'hulpmiddelen'
intern realisme
of bvb elektronen ook echt bestaan is alleen zinvol binnen de context van een taalspel waar die vraag ook betekenis heeft en waarin die vraag dus effectief ook samenhangt met de dingen die we doen en kunnen meemaken
=> voor elektronen is de fysica het relevante taalspel en daarbinnen is bewezen dat ze echt bestaan
logisch empirisme
= logisch positivisme
de mogelijkheid van synthetische oordelen a priori verwerpen => er zijn slechts 2 soorten betekenisvolle uitspraken: analytische en synthetische a posteriori
WIENER KREIS
verificatieprincipe
het moet mogelijk zijn om op basis van een empirische waarneming na te gaan of de uitspraak al dan niet waar is
WIENER KREIS
eis van confirmeerbaarheid
uitspraken zijn betekenisvol als het mogelijk is om 'confirmerende instanties' te vinden voor die uitspraak
=> elke zwarte raaf die we zien maakt de uitspraak 'alle raven zijn zwart' een beetje meer waar
RUDOLF CARNAP
principe van falsifieerbaarheid
een uitspraak is betekenisvol en dus wetenschappelijk verantwoord als we weten op welke manier we die uitspraak zouden kunnen falsifiƫren
KARL POPPER
hypothetisch-deductieve methode
weterschappers stellen een theorie op op basis van beredeneerd giswerk en gaan pas nadien testen of die ook kloppen
het testen gebeurt op deductieve wijze (kijk welke empirische voorspellingen je kan maken op basis van je hypothese en toets die dan in de praktijk)
= methode van trial and error
KARL POPPER
kritisch rationalisme
impliceert dat we altijd kritisch moeten blijven t.o.v. van de huidige stand van onze wetenschappelijke kennis
KARL POPPER
fallibilistisch
elke waarheid die we vandaag aannemen, in de toekomst alsnog weerlegd zou kunnen worden
web of belief
een geheel van meer of minder los samenhangende hypotheses en de aannames
WILLARD QUINE
Quine-Duhem these
hypothesen zijn niet rechtstreeks te toetsen; daarvoor moeten ook allerlei hulphypothesen en randvoorwaarden ingeroepen worden
daarom kan ons web of belief (het geheel van onze theorieƫn) slechts op holistische (allesomvattende) wijze aan de empirische werkelijkheid getoetst worden
een wetenschappelijk paradigma
een bepaalde theorie die in een bepaalde periode toonaangevend is en daardoor bepaalt hoe er aan wetenschap gedaan moet worden
THOMAS KUHN
epistemische waarden
criteria om te bepalen wanneer de ene theorie of oplossing beter is dan de andere
THOMAS KUHN
wetenschappelijke revolutie
een periode binnen de wetenschappelijke ontwikkeling waarin een nieuw paradigma op de voorgrond treedt
THOMAS KUHN
incommensurabel
def van Kuhn
paradigmaās: ze zijn zo verschillend wat betreft basisconcepten en basisaannames dat de theorieĆ«n onvergelijkbaar zijn
THOMAS KUHN
STS
= Science ans Technology Studies
interdisciplinair onderzoeksveld
=> denkt dat wetenschap en technologie gekenmerkt worden door een grote maat van contingentie (kans/geluk/toeval)
4 grondnormen van Robert Merton
universalisme, belangeloosheid, communisme, georganiseerd scepticisme
mattheus effect in de wetenschap
wetenschappers die in het verleden meer succesvol zijn geweest, zullen in de toekomst veel gemakkelijker opnieuw succes hebben
ROBERT MERTON
sociaal constructivisme
veronderstellen dat wetenschappelijke waarheid een sociale constructie is
symmetrie-eis van BLOOR
omdat waarheid volgens het constructivisme het product is van de wetenschappelijke activiteit, kan waarheid nooit een causale rol spelen bij het tot stand komen van onze wetenschappelijke kennis
=> mag de āwaarheidā van een theorie dan ook nooit een verklarende rol spelen binnen STS
antirealistische metafysica
men stelt dat wetenschappelijke theorieƫn geen 'ware' beschrijving van de externe werkelijkheid geven, maar in werkelijkheid slechts 'instrumenten' zijn voor het voorspellen van de empirische werkelijkheid
ondergedetermineerd
stellen dat onze wetenschappelijke theorieƫn slechts 1 van oneindig veel verschillende theorieƫn is die de empirische waarnemingen zouden kunnen verklaren
technologisch determinisme
de stelling dat technologische ontwikkelingen bepalend zijn voor alle andere ontwikkelingen in de samenleving
=> technologie is drijvende kracht historische ontwikkelingen