Studied by 209 people
la publicité
de reclame
l'affiche publicitaire
de reclameposter
le spot publicitaire
de reclamespot
le logo
het logo
le markéting
de marketing
le slogan
de slogan
la marque
het merk
le produit
het product
convaincre
overtuigen
persuader
overhalen
la réduction
de korting
le téléspectateur, la téléspectatrice
de kijker
l'avantage
het voordeel
le désavantage
het nadeel
affreux, affreuse
afschuwelijk
banal(e)
banaal, alledaags
exagéré(e)
overdreven
génial(e)
intelligent, geweldig, supergaaf
impressionnant(e)
indrukwekkend
inoubliable
onvergetelijk
joli(e)
mooi
laid(e)
lelijk
magnifique
prachtig
nul, nulle
nul, waardeloos
original(e)
origineel
parfait(e)
perfect
ridicule
belachelijk
unique
uniek, enig
cher, chère
duur, kostbaar
bon marché
goedkoop
la classe
de klas
la salle d'informatique
de computerzaal
la cour de récréation
de speelplaats
la cantine
de refter
la salle de sport
de sportzaal
le secrétariat
het secretariaat
la salle d'étude
de studiezaal
le terrain de foot
het voetbalveld
le stationnement vélo
de fietsenstalling
l'infirmerie
de ziekenboeg
l'étage
de verdieping
le casier
de locker
le tableau
het schoolbord
la poubelle
de vuilnisbak
le banc
de bank
l'écran
het computerscherm
l'élève
de leerling
le directeur
de directeur
la directrice
de directrice
l'homme à tout faire
de klusjesman
la femme à tout faire
de klusjesvrouw
l'homme de ménage
de poetsman
la femme de ménage
de poetsvrouw
l'éducateur, l'éducatrice
de opvoeder
l'homme de confiance, la femme de confiance
de vertrouwenspersoon
le surveillant, la surveillante
de toezichthouder
le/la responsable TIC
de ICT verantwoordelijke
l'enseignement
het onderwijs
scolaire
school-, onderwijs-
obligatoire
verplicht
facultatif
facultatief
la récréation
de pauze
le cours
de les
passer un examen
slagen voor een examen
avoir de bonnes notes
goede resultaten hebben
l'échec
de onvoldoende, de mislukking
échouer
niet slagen
redoubler
blijven zitten, dubbelen
accueiller
ontvangen
l'apprentissage
het leerproces
apprendre par coeur
vanbuiten leren
la connaissance
de kennis
la compétence
de vaardigheden
l'étudiant(e)
de student
l'école maternelle
de kleuterschool
l'école élémentaire
de lagere school
le college
de middelbare school (11-15j)
le lycée
de middelbare school (15-17j)
l'enseignement supérieur
het hoger onderwijs
rejoindre
meedoen met
s'abonner
abonneren
collaborer
meewerken
manager
leiden, besturen
séduire
verleiden
optimiser
optimaliseren
la popularité
de populariteit
la visibilité
de zichtbaarheid
le conseil
de raad
le partenarait
de samenwerking
l'atout
de troef
l'avantage
het voordel
le désavantage
het nadeel
la concurrence
de concurrentie
le consommateur, la consommatrice
de consument
l'impact
de impact
la marchandise
het koopwaar
attirer
aantrekken
annoncer
aankondigen
la campagne publicitaire
de reclamecampagne
réussir
slagen
Note 
Flashcard (24)